Startpagina Startpagina

Busilvex
busulfan


Bijsluiter: informatie voor de gebruiker


Busilvex 6 mg/ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie

busulfan


Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u.


Berekening van de hoeveelheden te verdunnen Busilvex en oplosmiddel

Busilvex moet voorafgaand aan het gebruik worden verdund met ofwel een 9 mg/ml (0,9%) natriumchlorideoplossing voor injectie of een 5% glucoseoplossing voor injectie.

De hoeveelheid oplosmiddel dient 10 maal het volume Busilvex te zijn, zodat de eindconcentratie

busulfan ongeveer 0,5 mg/ml bedraagt.


De toe te dienen hoeveelheid Busilvex en oplosmiddel worden als volgt berekend: voor een patiënt met een lichaamsgewicht van Y kg:

Instructies voor gebruik


Spoel de katheterslang voor en na elk infuus met ongeveer 5 ml natriumchlorideoplossing voor injectie 9 mg/ml (0,9%) of glucoseoplossing voor injectie (5%).


Het overgebleven geneesmiddel mag niet in de katheterslangen gespoeld worden, aangezien een snelle infusie van Busilvex niet onderzocht is en niet wordt aanbevolen.


De totale voorgeschreven dosis Busilvex dient in 2 of 3 uur toegediend te worden, afhankelijk van het voorbereidend regime.


Geringe hoeveelheden kunnen gedurende 2 uur worden toegediend met elektrische spuiten. In dat geval moeten infuussets worden gebruikt met een gering eigen volume (0,3 - 0,6 ml) die voor het begin van het daadwerkelijke Busilvex-infuus gevuld zijn met oplossing van het geneesmiddel; daarna moet gespoeld worden met natriumchloride 9 mg/ml (0,9 %) oplossing voor injectie of glucose (5%) oplossing voor injectie.

Busilvex dient niet samen met een andere intraveneuze oplossing in een infuus toegediend te worden. Wegens onverenigbaarheid mogen infusiecomponenten die polycarbonaat bevatten niet met Busilvex

worden gebruikt.

Uitsluitend voor enkelvoudig gebruik. Er mag uitsluitend een heldere oplossing worden gebruikt, zonder vaste deeltjes.


Bewaaromstandigheden

Ongeopende injectieflacons:

Bewaren in een koelkast (2°C – 8°C).

Verdunde oplossing:

De chemische en fysische stabiliteit na verdunning in glucose 5% of natriumchlorideoplossing voor injectie 9 mg/ml (0,9%) is aangetoond gedurende 8 uur (inclusief infusietijd) na verdunning, indien

bewaard bij 20 °C 5 °C of 12 uur na verdunning, indien bewaard bij 2 °C – 8 °C, gevolgd door 3 uur bewaren bij 20 °C 5 °C (inclusief infusietijd).

Microbiologisch gezien dient het product meteen na verdunning gebruikt te worden.


  1. PROCEDURE VOOR DE MANIER VAN VERWIJDEREN


Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften voor cytotoxische geneesmiddelen.