Startpagina Startpagina

Metacam
meloxicam


BIJSLUITER

Metacam 5 mg/ml oplossing voor injectie bij runderen en varkens


  1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND


    Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH

    55216 Ingelheim/Rhein

    DUITSLAND


    Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte Labiana Life Sciences S.A.

    Venus, 26

    Can Parellada Industrial 08228 Terrassa, Barcelona SPANJE


  2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL


    Metacam 5 mg/ml oplossing voor injectie bij runderen en varkens Meloxicam


  3. GEHALTE AAN WERKZAAM EN OVERIGE BESTANDDELEN


    Per ml:

    Meloxicam 5 mg

    Ethanol 150 mg Heldere, gele oplossing.


  4. INDICATIES


    Rund:

    Voor gebruik bij acute respiratoire infecties in combinatie met een geschikte antibioticumtherapie, om de klinische symptomen te verminderen bij runderen.

    Voor gebruik bij diarree in combinatie met orale rehydratietherapie, om de klinische symptomen te verminderen bij kalveren ouder dan één week en niet-melkgevend jongvee.

    Voor de verlichting van post-operatieve pijn bij kalveren na het onthoornen.


    Varken:

    Voor gebruik bij niet-infectieuze aandoeningen van het bewegingsapparaat om de symptomen van kreupelheid en ontsteking te verminderen.

    Voor verlichting van post-operatieve pijn bij kleine chirurgische ingrepen aan weke delen, zoals castratie.


  5. CONTRA-INDICATIES


    Niet gebruiken bij dieren die lijden aan een verminderde lever-, hart- of nierfunctie en hemorragische aandoeningen, of als er aanwijzingen zijn voor ulcerogene gastro-intestinale lesies.

    Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen. Voor de behandeling van diarree bij runderen, niet gebruiken bij dieren jonger dan één week.

    Niet gebruiken bij varkens jonger dan 2 dagen oud.


  6. BIJWERKINGEN


    Bij runderen werd slechts een geringe voorbijgaande zwelling op de plaats van injectie waargenomen na subcutane toediening bij minder dan 10 % van de runderen behandeld in klinische studies.


    Anafylactische reacties, welke ernstig (inclusief fataal) kunnen zijn, zijn zeer zelden waargenomen op basis van veiligheidservaring na markttoelating. Deze reacties dienen symptomatisch te worden behandeld.


    De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:

    • Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))

    • Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)

    • Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)

    • Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)

    • Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)


      Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.


  7. DOELDIERSOORTEN


    Rund (kalveren en jongvee) en varken


  8. DOSERING VOOR ELK DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEGEN EN WIJZE VAN GEBRUIK


    Runderen:

    Een éénmalige subcutane of intraveneuze injectie van 0,5 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 10,0 ml/100 kg lichaamsgewicht), in combinatie met een geschikte

    antibioticumtherapie of orale rehydratietherapie, indien passend.


    Varkens:

    Aandoeningen aan het bewegingsapparaat:

    Een éénmalige intramusculaire injectie van 0,4 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 2,0 ml/25 kg lichaamsgewicht). Indien nodig kan een tweede toediening meloxicam na 24 uur

    worden gegeven.


    Vermindering van post-operatieve pijn:

    Een éénmalige intramusculaire injectie met een dosering van 0,4 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 0,4 ml/5 kg lichaamsgewicht) voor de operatie.


    Voor een juiste dosering moet het lichaamsgewicht zo nauwkeurig mogelijk bepaald worden; de nauwkeurigheid van het doseerhulpmiddel dient te worden nagegaan.


  9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING


    Vermijd contaminatie tijdens het gebruik.

  10. WACHTTIJD(EN)


    Runderen: Vlees en slachtafval: 15 dagen Varkens: Vlees en slachtafval: 5 dagen


  11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN


    Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.

    Voor dit diergeneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities. Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 28 dagen.

    Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de kartonnen doos en

    fles na EXP.


  12. SPECIALE WAARSCHUWINGEN


    Behandeling van kalveren met Metacam, 20 minuten voorafgaand aan het onthoornen vermindert post-operatieve pijn. Metacam alleen geeft onvoldoende pijnverlichting tijdens het onthoornen. Voor het verkrijgen van voldoende pijnverlichting tijdens operatie is comedicatie met een geschikt verdovend middel nodig.


    Behandeling van biggen met Metacam voorafgaand aan castratie vermindert post-operatieve pijn. Voor het verkrijgen van pijnverlichting tijdens chirurgie is comedicatie met een geschikt anestheticum/sedativum nodig. Voor het verkrijgen van de grootst mogelijke pijnverlichting na operatie, wordt geadviseerd Metacam 30 minuten voor chirurgisch ingrijpen toe te dienen.


    Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren

    Als er bijwerkingen optreden dient de behandeling te worden gestaakt en moet een dierenarts worden geraadpleegd.

    Vermijd het gebruik bij zeer ernstig gedehydrateerde, hypovolemische of hypotensieve dieren waarbij parenterale rehydratie noodzakelijk is, aangezien er dan een potentieel risico op nefrotoxiciteit bestaat.


    Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient

    Accidentele zelfinjectie kan pijnlijk zijn. Personen met een bekende overgevoeligheid voor niet steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) moeten contact met het diergeneesmiddel

    vermijden.

    In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.

    Dit diergeneesmiddel kan oogirritatie veroorzaken. Bij contact met de ogen, direct goed uitspoelen met water.


    Dracht en lactatie

    Rund: kan tijdens de dracht worden gebruikt.

    Varken: kan tijdens de dracht en milkgevende worden gebruikt.


    Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

    Niet gelijktijdig toedienen met glucocorticosteroïden, andere NSAID’s of met anticoagulantia.


    Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)

    In geval van overdosering is een symptomatische behandeling aangewezen.

  13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL


    Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval. Vraag aan uw dierenarts wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze maatregelen dragen bij aan de bescherming van het milieu.


  14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN



  15. OVERIGE INFORMATIE


Kartonnen doos met 1 of 12 kleurloze glazen injectieflacon(s) van 20 ml, 50 ml of 100 ml Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

BIJSLUITER

Metacam 1,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor honden


  1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND


    Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH

    55216 Ingelheim/Rhein

    DUITSLAND


  2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL


    Metacam 1,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor honden Meloxicam


  3. GEHALTE AAN WERKZAAM EN OVERIGE BESTANDDELEN


    Per ml:

    Meloxicam 1,5 mg (overeenkomend met 0,05 mg per druppel)


    Gelige visceuze suspensie met een groene tint.


  4. INDICATIES


    Verlichting van ontsteking en pijn bij zowel acute als chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat bij honden.


  5. CONTRA-INDICATIES


    Niet gebruiken bij drachtige of melkgevende dieren.

    Niet voor gebruik bij honden die lijden aan gastro-intestinale afwijkingen zoals irritatie en bloedingen, verminderde lever-, hart- of nierfunctie en stollingsstoornissen.

    Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.

    Niet gebruiken bij honden jonger dan 6 weken.


  6. BIJWERKINGEN


    Typische bijwerkingen van NSAID’s zoals vermindering van de eetlust, braken, diarree, occult fecaal bloed, lethargie en nierfalen zijn zeer zelden gemeld op basis van veiligheidservaring na markttoelating. Zeer zeldzame gevallen van bloederige diarree, bloedbraken, gastro-intestinale ulceratie en verhoogde leverenzymen zijn gemeld op basis van veiligheidservaring na markttoelating.


    Deze bijwerkingen komen gewoonlijk in de eerste behandelingsweek voor en zijn in de meeste gevallen van voorbijgaande aard en verdwijnen na het staken van de behandeling, maar kunnen in zeer zeldzame gevallen ernstig of fataal zijn.


    Als er bijwerkingen optreden dient de behandeling te worden gestaakt en moet een dierenarts worden geraadpleegd.

    De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:

    • Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))

    • Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)

    • Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)

    • Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)

    • Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)


      Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.


  7. DOELDIERSOORT


    Hond


  8. DOSERING VOOR ELK DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG EN WIJZE VAN GEBRUIK


    Dosering

    De aanvangsbehandeling is een éénmalige dosis van 0,2 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht op de eerste dag. De dagelijkse behandeling dient, met een interval van 24 uur, te worden voortgezet met een

    orale onderhoudsdosis van 0,1 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht, éénmaal per dag.


    Naarmate de behandeling langer duurt, nadat een klinisch effect is waargenomen (na ≥ 4 dagen), kan de dosis Metacam worden aangepast aan de laagste, nog werkzame individuele dosis. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het feit dat de mate van pijn en ontsteking bij chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat kan variëren met de tijd.


    Wijze van gebruik en toedieningsweg

    Goed schudden voor gebruik. Oraal toedienen gemengd met voer of direct in de bek.

    De suspensie kan óf met het druppelopzetstuk van het flesje (voor zeer kleine rassen) óf met het maatspuitje dat is meegeleverd in de verpakking worden toegediend.


    Doseringsprocedures bij gebruik van het druppelopzetstuk van het flesje Aanvangsdosering: 4 druppels/kg lichaamsgewicht Onderhoudsdosering: 2 druppels/kg lichaamsgewicht


    Doseringsprocedure bij gebruik van het maatspuitje

    De spuit past op het druppelopzetstuk van het flesje en heeft een verdeling op basis van het kg lichaamsgewicht dat overeenkomt met de onderhoudsdosering. Dus voor aanvang van de therapie op de eerste dag is tweemaal de onderhoudsdosering nodig.


    image


    Schud het flesje goed.

    Druk op de dop en draai de dop los. Plaats de doseerspuit op het druppelopzetstukje van het flesje

    door zachtjes te drukken.


    Houd het flesje met spuit ondersteboven. Trek de zuiger omlaag totdat het zwarte lijntje op de zuiger met het lichaamsgewicht in kilogram van uw hond overeenkomt.


    image

    Keer het flesje met de spuit weer om en haal met een draaiende beweging de gevulde spuit van het flesje af.


    Leeg de inhoud van de spuit over het voer of direct in de bek door de zuiger in te drukken.

    De therapie kan ook worden gestart met Metacam 5 mg/ml oplossing voor injectie.

    Een klinisch effect wordt meestal binnen 3-4 dagen waargenomen. De behandeling dient te worden gestaakt wanneer er na uiterlijk 10 dagen geen klinische verbetering optreedt.


  9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING


    Nauwkeurig doseren verdient speciale aandacht. Volg de instructies van de dierenarts nauwkeurig op. Vermijd contaminatie tijdens gebruik.


  10. WACHTTIJD(EN)


    Niet van toepassing.


  11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN


    Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.

    Voor dit diergeneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities. Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 6 maanden.

    Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de kartonnen doos en

    fles na EXP.


  12. SPECIALE WAARSCHUWING(EN)


    Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren

    Vermijd het gebruik bij gedehydrateerde, hypovolemische of hypotensieve dieren; in deze gevallen is er een potentieel risico op nefrotoxiciteit.

    Dit diergeneesmiddel is bestemd voor honden en is niet geschikt voor toediening aan katten. Voor

    katten dient Metacam 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten te worden gebruikt.


    Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient

    Personen met een bekende overgevoeligheid voor NSAID’s moeten contact met het diergeneesmiddel

    vermijden.

    In geval van accidentele inname dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.

    Dit diergeneesmiddel kan oogirritatie veroorzaken. Bij contact met de ogen, direct goed uitspoelen met water.


    Dracht en lactatie

    Zie de rubriek ‘Contra-indicaties’


    Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

    Andere NSAID’s, diuretica, anticoagulantia, aminoglycoside-antibiotica en stoffen met een hoge eiwitbinding kunnen concurreren voor die binding en dit kan derhalve leiden tot toxische effecten. Metacam mag niet samen met andere NSAID’s of glucocorticosteroiden worden toegediend. Vóórbehandeling met ontstekingsremmende stoffen kan bijkomende of toegenomen bijwerkingen veroorzaken. Met dit type diergeneesmiddelen moet een behandelingsvrije periode van tenminste 24 uur voor aanvang van de behandeling in acht worden genomen. Echter, voor het bepalen van de behandelingsvrije periode dient rekening te worden gehouden met de farmacokinetische eigenschappen van de eerder gebruikte diergeneesmiddelen.


    Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)

    In geval van overdosering is een symptomatische behandeling aangewezen.


  13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL


    Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval. Vraag aan uw dierenarts wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze maatregelen dragen bij aan de bescherming van het milieu.


  14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN



  15. OVERIGE INFORMATIE


10 ml, 32 ml, 100 ml of 180 ml flesje. Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

BIJSLUITER

Metacam 5 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten


  1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND


    Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH

    55216 Ingelheim/Rhein

    DUITSLAND


    Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte Labiana Life Sciences S.A.

    Venus, 26

    Can Parellada Industrial 08228 Terrassa, Barcelona SPANJE


  2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL


    Metacam 5 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten Meloxicam


  3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)


    Per ml:

    Meloxicam 5 mg

    Ethanol 150 mg Heldere, gele oplossing.


  4. INDICATIE(S)


    Honden:

    Verlichting van ontsteking en pijn bij zowel acute als chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat. Vermindering van post-operatieve pijn en ontsteking na orthopedisch-

    chirurgische ingrepen en weke delen chirurgie.


    Katten:

    Vermindering van post-operatieve pijn na ovariohysterectomie en na kleine chirurgische ingrepen van de weke delen.


  5. CONTRA-INDICATIE(S)


    Niet gebruiken bij drachtige of melkgevende dieren.

    Niet voor gebruik bij dieren die lijden aan gastro-intestinale afwijkingen zoals irritatie en bloedingen, verminderde lever-, hart- of nierfunctie en stollingsstoornissen.

    Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen. Niet gebruiken bij dieren jonger dan 6 weken en bij katten die minder dan 2 kg wegen.

  6. BIJWERKINGEN


    Typische bijwerkingen van NSAID’s zoals vermindering van de eetlust, braken, diarree, occult fecaal bloed, lethargie en nierfalen zijn zeer zelden gemeld op basis van veiligheidservaring na markttoelating.


    Zeer zeldzame gevallen van bloederige diarree, bloedbraken, gastro-intestinale ulceratie en verhoogde leverenzymen zijn gemeld op basis van veiligheidservaring na markttoelating.

    Deze bijwerkingen komen gewoonlijk in de eerste behandelingsweek voor en zijn in de meeste gevallen van voorbijgaande aard en verdwijnen na het staken van de behandeling, maar kunnen in zeer

    zeldzame gevallen ernstig of fataal zijn.


    Anafylactische reacties zijn zeer zelden waargenomen op basis van veiligheidservaring na markttoelating. Deze dienen symptomatisch te worden behandeld.


    Als er bijwerkingen optreden dient de behandeling te worden gestaakt en moet een dierenarts worden geraadpleegd.


    De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:

    • Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))

    • Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)

    • Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)

    • Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)

    • Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)


      Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.


  7. DOELDIERSOORT


    Hond en katt


  8. DOSERING VOOR ELK DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEGEN WIJZE VAN GEBRUIK


    Dosering voor elke doeldiersoort

    Honden: éénmalige toediening van 0,2 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 0,4 ml/10 kg).

    Katten: éénmalige toediening van 0,3 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht (overeenkomend met

    0,06 ml/kg).


    Wijze van gebruik en toedieningswegen

    Honden:

    Aandoeningen van het bewegingsapparaat: éénmalige subcutane injectie.

    Voor het voortzetten van de behandeling kan gebruik gemaakt worden van Metacam 1,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor honden of Metacam 1 mg en 2,5 mg kauwtabletten voor honden, in een dosering van 0,1 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht, 24 uur na toediening van de injectie. Vermindering van post-operatieve pijn (gedurende een periode van 24 uur): éénmalige intraveneuze of subcutane injectie vóór de operatie, bijvoorbeeld bij de inductiefase van de anesthesie.

    Katten:

    Vermindering van post-operatieve pijn na ovariohysterectomie en na kleine chirurgische ingrepen van de weke delen: éénmalige subcutane injectie vóór de operatie, bijvoorbeeld bij de inductiefase van de anesthesie.


  9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING


    Nauwkeurig doseren verdient speciale aandacht. Vermijd contaminatie tijdens gebruik.


  10. WACHTTIJD(EN)


    Niet van toepassing.


  11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN


    Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.

    Voor dit diergeneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities. Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 28 dagen.

    Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de doos en de fles na EXP.


  12. SPECIALE WAARSCHUWING(EN)


    Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren

    Vermijd het gebruik bij gedehydrateerde, hypovolemische of hypotensieve dieren; in deze gevallen is er een potentieel risico op nefrotoxiciteit. Tijdens anesthesie dient monitoring en het toedienen van vocht als standaard therapie te worden overwogen.


    Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient

    Accidentele zelfinjectie kan pijnlijk zijn. Personen met een bekende overgevoeligheid voor niet- steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) moeten contact met het diergeneesmiddel

    vermijden.

    In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.

    Dit diergeneesmiddel kan oogirritatie veroorzaken. Bij contact met de ogen, direct goed uitspoelen

    met water.


    Dracht en lactatie

    Zie de rubriek ‘Contra-indicaties’.


    Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

    Andere NSAID’s, diuretica, anticoagulantia, aminoglycoside-antibiotica en stoffen met een hoge eiwitbinding kunnen concurreren voor die binding en dit kan derhalve leiden tot toxische effecten.

    Metacam mag niet samen met andere NSAID’s of glucocorticosteroïden worden toegediend. Gelijktijdige toediening van potentieel nefrotoxische geneesmiddelen dient te worden vermeden. Bij

    dieren met een verhoogd risico tijdens anesthesie (bijvoorbeeld oudere dieren) dient intraveneus of subcutaan vocht toedienen tijdens de anesthesie in overweging te worden genomen. Wanneer anesthetica en NSAID’s tegelijkertijd worden toegediend, kan een risico voor de nierfunctie niet

    worden uitgesloten.

    Vóórbehandeling met ontstekingsremmende stoffen kan bijkomende of toegenomen bijwerkingen veroorzaken. Met dit type diergeneesmiddelen moet een behandelingsvrije periode van tenminste 24 uur voor aanvang van de behandeling in acht worden genomen. Echter, voor het bepalen van de

    behandelingsvrije periode dient rekening te worden gehouden met de farmacologische eigenschappen van de eerder gebruikte diergeneesmiddelen.


    Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)

    In geval van overdosering is een symptomatische behandeling aangewezen.


  13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL


    Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval. Vraag aan uw dierenarts wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze maatregelen dragen bij aan de bescherming van het milieu.


  14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN



  15. OVERIGE INFORMATIE


10 ml of 20 ml injectie flacon. Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

BIJSLUITER

Metacam 20 mg/ml oplossing voor injectie bij runderen, varkens en paarden


  1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND


    Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH

    55216 Ingelheim/Rhein

    DUITSLAND


    Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte Labiana Life Sciences S.A.

    Venus, 26

    Can Parellada Industrial 08228 Terrassa, Barcelona SPANJE


  2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL


    Metacam 20 mg/ml oplossing voor injectie bij runderen, varkens en paarden Meloxicam


  3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)


    Per ml:

    Meloxicam 20 mg

    Ethanol 150 mg Heldere, gele oplossing.


  4. INDICATIE(S)


    Runderen:

    Voor gebruik bij acute respiratoire infecties in combinatie met een geschikte antibioticumtherapie, om de klinische symptomen te verminderen bij runderen.

    Voor gebruik bij diarree in combinatie met orale rehydratietherapie, om de klinische symptomen te verminderen bij kalveren ouder dan één week en niet-melkgevend jongvee.

    Als aanvullende therapie bij de behandeling van acute mastitis, in combinatie met een antibioticumtherapie.

    Voor de verlichting van post-operatieve pijn bij kalveren na het onthoornen.


    Varkens:

    Voor gebruik bij niet-infectieuze aandoeningen van het bewegingsapparaat om de symptomen van kreupelheid en ontsteking te verminderen.

    Als toegevoegde therapie bij de behandeling van puerperale septikemie en toxinemie (mastitis-

    metritis-agalactie syndroom) met een geschikte antibioticumtherapie.


    Paarden:

    Voor gebruik ter verlichting van ontsteking en pijn bij zowel acute als chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat.

    Voor het verlichten van pijn bij koliek.

  5. CONTRA-INDICATIE(S)


    Niet gebruiken bij paarden jonger dan 6 weken.

    Niet gebruiken bij drachtige en melkgevende merries.

    Niet gebruiken bij dieren die lijden aan een verminderde lever-, hart- of nierfunctie en hemorragische aandoeningen, of als er aanwijzingen zijn voor ulcerogene gastro-intestinale lesies.

    Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.

    Voor de behandeling van diarree bij runderen, niet gebruiken bij dieren jonger dan één week.


  6. BIJWERKINGEN


    Bij runderen werd slechts een geringe voorbijgaande zwelling op de plaats van injectie waargenomen na subcutane toediening bij minder dan 10 % van de runderen behandeld in klinische studies.


    Bij paarden werd een voorbijgaande zwelling op de plaats van injectie waargenomen bij geïsoleerde gevallen in klinische studies, welke zonder behandeling verdwijnt.


    Anafylactische reacties, welke ernstig (inclusief fataal) kunnen zijn, zijn zeer zelden waargenomen op basis van veiligheidservaring na markttoelating. Deze dienen symptomatisch te worden behandeld. De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:

    • Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))

    • Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)

    • Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)

    • Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)

    • Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)


      Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.


  7. DOELDIERSOORTEN


    Runderen, varkens en paarden


  8. DOSERING VOOR ELK DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEGEN WIJZE VAN GEBRUIK


    Runderen:

    Een éénmalige subcutane of intraveneuze injectie van 0,5 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 2,5 ml/100 kg lichaamsgewicht), in combinatie met een geschikte antibioticumtherapie of orale rehydratietherapie, indien passend.


    Varkens:

    Een éénmalige intramusculaire injectie van 0,4 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 2,0 ml/100 kg lichaamsgewicht), waar nodig in combinatie met een therapie met antibiotica. Indien nodig kan een tweede toediening meloxicam na 24 uur worden gegeven.

    Paarden:

    Een éénmalige intraveneuze injectie van 0,6 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 3,0 ml/100 kg lichaamsgewicht).

    Ter verlichting van ontsteking en pijn bij zowel acute als chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat kan Metacam 15 mg/ml orale suspensie gebruikt worden voor continuering van de

    behandeling in een dosering van 0,6 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht, 24 uur na toediening van de injectie.


  9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING


    Vermijd contaminatie tijdens het gebruik.


  10. WACHTTIJD(EN)


    Runderen: Vlees en slachtafval: 15 dagen; melk: 5 dagen Varkens: Vlees en slachtafval: 5 dagen

    Paarden: Vlees en slachtafval: 5 dagen

    Niet voor gebruik bij paarden die melk voor humane consumptie produceren.


  11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN


    Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.

    Voor dit diergeneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities. Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 28 dagen.

    Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de doos en de

    injectieflacon na EXP.


  12. SPECIALE WAARSCHUWING(EN)


    Behandeling van kalveren met Metacam, 20 minuten voorafgaand aan het onthoornen vermindert post-operatieve pijn. Metacam alleen geeft onvoldoende pijnverlichting tijdens het onthoornen. Voor het verkrijgen van voldoende pijnverlichting tijdens operatie is comedicatie met een geschikt verdovend middel nodig.


    Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren

    Als er bijwerkingen optreden dient de behandeling te worden gestaakt en moet een dierenarts worden geraadpleegd.

    Vermijd het gebruik bij zeer ernstig gedehydrateerde, hypovolemische of hypotensieve dieren waarbij

    parenterale rehydratie noodzakelijk is, aangezien er dan potentieel risico op nefrotoxiciteit is.

    In geval van onvoldoende verlichting van pijn bij de behandeling van koliek bij paarden dient een zorgvuldige her-evaluatie van de diagnose gemaakt te worden omdat dit aan kan geven dat

    chirurgische behandeling nodig is.


    Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient

    Accidentele zelfinjectie kan pijnlijk zijn. Personen met een bekende overgevoeligheid voor niet

    steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden.

    In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.

    Dit diergeneesmiddel kan oogirritatie veroorzaken. Bij contact met de ogen, direct goed uitspoelen

    met water.

    Dracht en lactatie

    Runderen en varkens: kan tijdens de dracht en melkgevende worden gebruikt. Paarden: Niet gebruiken bij drachtige en melkgevende merries.


    Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

    Niet gelijktijdig toedienen met glucocorticosteroïden, andere NSAID’s of met anticoagulantia.


    Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)

    In geval van overdosering is een symptomatische behandeling aangewezen.


  13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL


    Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval. Vraag aan uw dierenarts wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze maatregelen dragen bij aan de bescherming van het milieu.


  14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN



  15. OVERIGE INFORMATIE


Kartonnen doos met 1 of 12 kleurloze glazen injectieflacon(s) van 20 ml, 50 ml of 100 ml. Kartonnen doos met 1 of 6 kleurloze glazen injectieflacon(s) van 250 ml.

Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

BIJSLUITER

Metacam 15 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor paarden


  1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND


    Houder van de vergunning voor het in de handel bren en en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH

    55216 Ingelheim/Rhein

    DUITSLAND


  2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL


    Metacam 15 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor paarden Meloxicam


  3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDD(E)L(EN)


    Per ml:

    Meloxicam 15 mg


    Gele, visceuze, suspensie voor oraal gebruik met een groene tint.


  4. INDICATIE(S)


    Verlichting van ontsteking en pijn bij zowel acute als chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat bij paarden.


  5. CONTRA-INDICATIE(S)


    Niet gebruiken bij drachtige of melkgevende merries.

    Niet voor gebruik bij paarden die lijden aan gastro-intestinale afwijkingen zoals irritatie en bloedingen, verminderde lever-, hart- of nierfunctie en stollingsstoornissen.

    Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.

    Niet gebruiken bij paarden jonger dan 6 weken.


  6. BIJWERKINGEN


    Diarree, een bijwerking kenmerkend voor NSAID’s, is zeer zelden waargenomen tijdens klinisch onderzoek. Dit klinische symptoom was reversibel.

    Vermindering van de eetlust, lethargie, buikpijn, colitis en urticaria zijn zeer zelden gemeld op basis

    van veiligheidservaring na markttoelating.

    Anafylactische reacties, welke ernstig (inclusief fataal) kunnen zijn, zijn zeer zelden waargenomen op basis van veiligheidservaring na markttoelating. Deze reacties dienen symptomatisch te worden

    behandeld.


    Als er bijwerkingen optreden dient de behandeling te worden gestaakt en moet een dierenarts worden geraadpleegd.


    De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:

    • Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))

    • Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)

    • Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)

    • Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)

    • Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)


      Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.


  7. DOELDIERSOORT


    Paard


  8. DOSERING VOOR ELK DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEGEN EN WIJZE VAN GEBRUIK


    Dosering

    Orale suspensie, dosering van 0,6 mg per kg lichaamsgewicht, éénmaal per dag, tot maximaal 14 dagen.


    Wijze van gebruik en toedieningsweg

    Goed schudden voor gebruik. Dient te worden toegediend gemengd met een kleine hoeveelheid voer, vóór het voeren, of direct in de mond.


    De suspensie dient te worden gegeven met het maatspuitje dat is meegeleverd in de verpakking, De spuit past op het flesje en heeft een verdeling op basis van kg lichaamsgewicht.


    Sluit na toediening van het diergeneesmiddel het flesje door de dop erop te doen, spoel het maatspuitje met warm water en laat het drogen.


  9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING


    Vermijd contaminatie tijdens gebruik.


  10. WACHTTIJD(EN)


    Vlees en slachtafval: 3 dagen.


  11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN


    Buiten het zicht en bereik het van kinderen bewaren.

    Voor dit diergeneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities. Houdbaarheid na eerste opening van primaire verpakking : 6 maanden.

    Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de verpakking en het

    flesje na EXP.


  12. SPECIALE WAARSCHUWING(EN)


    Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:

    Vermijd het gebruik bij gedehydreerde, hypovolemische of hypotensieve dieren; in deze gevallen is er een potentieel risico op nefrotoxiciteit.

    Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient:

    Personen met een bekende overgevoeligheid voor niet steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden.

    In geval van accidentele inname dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of

    het etiket te worden getoond.

    Dit diergeneeesmiddel kan oogirritatie veroorzaken. Bij contact met de ogen, direct goed uitspoelen met water.


    Dracht en lactatie

    Zie de rubriek ‘Contra-indicaties’.


    Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

    Niet gelijktijdig toedienen met glucocorticosteroïden, andere NSAID’s geneesmiddelen of met anticoagulantia.


    Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)

    In geval van overdosering is een symptomatische behandeling aangewezen.


  13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL


    Geneesmiddelen mogen niet worden verwijderd via afvalwater of huishoudelijk afval, maar in overeenstemming met de lokale vereisten. Vraag aan uw dierenarts hoe u overtollige geneesmiddelen verwijdert. Deze maatregelen dienen tevens ter bescherming van het milieu.


  14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN



  15. OVERIGE INFORMATIE


100 ml of 250 ml flesje. Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

BIJSLUITER

Metacam 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor honden


  1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND


    Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH

    55216 Ingelheim/Rhein

    DUITSLAND


  2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL


    Metacam 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor honden Meloxicam


  3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDD(E)L(EN)


    Per ml:

    Meloxicam 0,5 mg (overeenkomend met 0,02 mg per druppel)


    Gelige visceuze suspensie met een groene tint.


  4. INDICATIE(S)


    Verlichting van ontsteking en pijn bij zowel acute als chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat bij honden.


  5. CONTRA-INDICATIE(S)


    Niet gebruiken bij drachtige of melkgevende dieren.

    Niet voor gebruik bij honden die lijden aan gastro-intestinale afwijkingen zoals irritatie en bloedingen, verminderde lever-, hart- of nierfunctie en stollingsstoornissen.

    Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.

    Niet gebruiken bij honden jonger dan 6 weken.


  6. BIJWERKINGEN


    Typische bijwerkingen van NSAID’s zoals vermindering van de eetlust, braken, diarree, occult fecaal bloed, lethargie en nierfalen zijn zeer zelden gemeld op basis van veiligheidservaring na markttoelating. Zeer zeldzame gevallen van bloederige diarree, bloedbraken, gastro-intestinale ulceratie en verhoogde leverenzymen zijn op basis van veiligheidservaring na markttoelating.


    Deze bijwerkingen komen gewoonlijk in de eerste behandelingsweek voor en zijn in de meeste gevallen van voorbijgaande aard en verdwijnen na het staken van de behandeling, maar kunnen in zeer zeldzame gevallen ernstig of fataal zijn.


    Als er bijwerkingen optreden dient de behandeling te worden gestaakt en moet een dierenarts worden geraadpleegd.

    De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:

    • Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))

    • Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)

    • Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)

    • Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)

    • Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)


      Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.


  7. DOELDIERSOORT


    Hond


  8. DOSERING VOOR ELK DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEGEN WIJZE VAN GEBRUIK


    Dosering

    De aanvangsbehandeling is een éénmalige dosis van 0,2 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht op de eerste dag. De dagelijkse behandeling dient, met een interval van 24 uur, te worden voortgezet met een

    orale onderhoudsdosis van 0,1 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht, éénmaal per dag.

    Naarmate de behandeling langer duurt, nadat een klinisch effect is waargenomen (na ≥ 4 dagen), kan de dosis Metacam worden aangepast aan de laagste, nog werkzame individuele dosis. Hierbij dient

    rekening te worden gehouden met het feit dat de mate van pijn en ontsteking bij chronische

    aandoeningen van het bewegingsapparaat kan variëren met de tijd.


    Wijze van gebruik en toedieningswegen

    Goed schudden voor gebruik. Oraal toedienen gemengd met voer of direct in de bek.

    De suspensie kan óf met het druppelopzetstuk van het flesje (voor zeer kleine rassen) óf met het maatspuitje dat is meegeleverd in de verpakking (zie hier beneden) worden toegediend.


    Doseringsprocedures bij gebruik van het druppelopzetstuk van het flesje Aanvangsdosering: 10 druppels/kg lichaamsgewicht Onderhoudsdosering: 5 druppels/kg lichaamsgewicht


    Doseringsprocedure bij gebruik van het maatspuitje

    De spuit past op het druppelopzetstuk van het flesje en heeft een verdeling op basis van het kg lichaamsgewicht dat overeenkomt met de onderhoudsdosering. Dus voor aanvang van de therapie op

    de eerste dag is tweemaal de onderhoudsdosering nodig.


    image


    Schud het flesje goed.

    Druk op de dop en draai de dop los. Plaats de doseerspuit op het druppelopzetstukje van het flesje door zachtjes te drukken.


    Houd het flesje met spuit ondersteboven. Trek de zuiger omlaag totdat het zwarte lijntje op de zuiger met het lichaamsgewicht in kilogram van uw hond overeenkomt.


    image

    Keer het flesje met de spuit weer om en haal met een draaiende beweging de gevulde spuit van het flesje af.


    Leeg de inhoud van de spuit over het voer of direct in de bek door de zuiger in te drukken.

    De therapie kan ook worden gestart met Metacam 5 mg/ml oplossing voor injectie.

    Een klinisch effect wordt meestal binnen 3-4 dagen waargenomen. De behandeling dient te worden gestaakt wanneer er na uiterlijk 10 dagen geen klinische verbetering optreedt.


  9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING


    Nauwkeurig doseren verdient speciale aandacht. Volg de instructies van de dierenarts nauwkeurig op. Vermijd contaminatie tijdens gebruik.


  10. WACHTTIJD(EN)


    Niet van toepassing.


  11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN


    Buiten het zicht van bereik en kinderen bewaren.

    Voor dit diergeneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities. Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 6 maanden.

    Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de doos en de fles na

    EXP.


  12. SPECIALE WAARSCHUWING(EN)


    Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren

    Vermijd het gebruik bij gedehydrateerde, hypovolemische of hypotensieve dieren; in deze gevallen is er een potentieel risico op nefrotoxiciteit.

    Dit diergeneesmiddel is bestemd voor honden en is niet geschikt voor toediening aan katten vanwege een verschillend toedieningsspuitje. Voor katten dient Metacam 0,5 mg/ml suspensie voor oraal

    gebruik voor katten te worden gebruikt.


    Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient

    Personen met een bekende overgevoeligheid voor NSAID’s moeten contact met het diergeneesmiddel

    vermijden.

    In geval van accidentele inname dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.

    Dit diergeneesmiddel kan oogirritatie veroorzaken. Bij contact met de ogen, direct goed uitspoelen met water.


    Gebruik tijdens dracht en lactatie Zie de rubriek ‘Contra-indicaties’.


    Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

    Andere NSAID’s, diuretica, anticoagulantia, aminoglycoside-antibiotica en stoffen met een hoge eiwitbinding kunnen concurreren voor die binding en dit kan derhalve leiden tot toxische effecten. Metacam mag niet samen met andere NSAID’s of glucocorticosteroiden worden toegediend. Vóórbehandeling met ontstekingsremmende stoffen kan bijkomende of toegenomen bijwerkingen veroorzaken. Met dit type diergeneesmiddelen moet een behandelingsvrije periode van tenminste 24 uur voor aanvang van de behandeling in acht worden genomen. Echter, voor het bepalen van de behandelingsvrije periode dient rekening te worden gehouden met de farmacokinetische eigenschappen van de eerder gebruikte diergeneesmiddelen.

    Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)

    In geval van overdosering is een symptomatische behandeling aangewezen.


  13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL


    Geneesmiddelen mogen niet worden verwijderd via afvalwater of huishoudelijk afval, maar in overeenstemming met de lokale vereisten. Vraag aan uw dierenarts hoe u overtollige geneesmiddelen verwijdert. Deze maatregelen dienen tevens ter bescherming van het milieu.


  14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN



  15. OVERIGE INFORMATIE


15 ml of 30 ml flesje. Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

BIJSLUITER

Metacam 1 mg kauwtabletten voor honden Metacam 2,5 mg kauwtabletten voor honden


  1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND


    Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH

    55216 Ingelheim/Rhein DUITSLAND


  2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL


    Metacam 1 mg kauwtabletten voor honden Metacam 2,5 mg kauwtabletten voor honden Meloxicam


  3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDD(E)L(EN)


    Per tablet:

    Meloxicam 1 mg

    Meloxicam 2,5 mg


    Ronde gespikkelde beige biconvexe tablet, met een breukgleuf aan de bovenzijde en met de ingeslagen code “M10” of “M25” aan de andere zijde.

    De tablet kan in twee gelijke helften worden verdeeld.


  4. INDICATIE(S)


    Verlichting van ontsteking en pijn bij zowel acute als chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat bij honden.


  5. CONTRA-INDICATIE(S)


    Niet gebruiken bij drachtige of melkgevende dieren.

    Niet voor gebruik bij honden die lijden aan maag/darm afwijkingen zoals irritatie en bloedingen, verminderde lever-, hart- of nierfunctie en stollingsstoornissen.

    Niet gebruiken bij honden jonger dan 6 weken of lichter dan 4 kg.

    Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.


  6. BIJWERKINGEN


    Typische bijwerkingen van NSAID’s zoals vermindering van de eetlust, braken, diarree, occult fecaal bloed, lethargie en nierfalen zijn zeer zelden gemeld op basis van veiligheidservaring na markttoelating. Zeer zeldzame gevallen van bloederige diarree, bloedbraken, gastro-intestinale ulceratie en verhoogde leverenzymen zijn gemeld op basis van veiligheidservaring na markttoelating. Deze bijwerkingen komen gewoonlijk in de eerste behandelingsweek voor en zijn in de meeste gevallen van voorbijgaande aard en verdwijnen na het staken van de behandeling, maar kunnen in zeer zeldzame gevallen ernstig of fataal zijn.

    Als er bijwerkingen optreden dient de behandeling te worden gestaakt en moet een dierenarts worden geraadpleegd.


    De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:

    • Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))

    • Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)

    • Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)

    • Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)

    • Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)


      Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.


  7. DOELDIERSOORT


    Hond


  8. DOSERING VOOR ELK DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEGEN EN WIJZE VAN GEBRUIK


    De aanvangsbehandeling is een éénmalige dosis van 0,2 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht op de eerste dag, die oraal gegeven kan worden of als alternatief met Metacam 5 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten.


    Na een interval van 24 uur dient de behandeling te worden voortgezet met een onderhoudsdosis van 0,1 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht oraal éénmaal per dag.


    Iedere kauwtablet bevat 1 mg of 2,5 mg meloxicam, dit komt overeen met een onderhoudsdosering voor een hond van respectievelijk 10 kg of 25 kg lichaamsgewicht.

    Iedere kauwtablet kan worden gehalveerd voor een nauwkeurige individuele dosering op basis van het lichaamsgewicht van de hond. Metacam kauwtabletten kunnen met of zonder eten toegediend worden, zijn gearomatiseerd en worden door de meeste honden vrijwillig ingenomen.


    Doseerschema voor onderhoudsdosering:



    Lichaamsgewicht (kg)

    Aantal kauwtabletten


    mg/kg

    1 mg

    2,5 mg

    4,0–7,0

    ½

    0,13–0,1

    7,1–10,0

    1

    0,14–0,1

    10,1–15,0

    0,15–0,1

    15,1–20,0

    2

    0,13–0,1

    20,1–25,0

    1

    0,12–0,1

    25,1–35,0

    0,15–0,1

    35,1–50,0

    2

    0,14–0,1


    Het gebruik van Metacam suspensie voor oraal gebruik kan overwogen worden voor een nog nauwkeurigere dosering. Voor gebruik bij honden lichter dan 4 kg wordt het gebruik van Metacam suspensie voor oraal gebruik aangeraden.


    Een klinisch effect wordt meestal binnen 3 - 4 dagen waargenomen. De behandeling dient te worden gestaakt wanneer er na uiterlijk 10 dagen geen klinische verbetering optreedt.

  9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING


    Nauwkeurig doseren verdient speciale aandacht. Volg de instructies van de dierenarts nauwkeurig op. Instructies voor het openen van de kindveilige blisterverpakking:

    Druk de tablet los uit de blisterverpakking.


  10. WACHTTIJD(EN)


    Niet van toepassing.


  11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN


    Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.

    Voor dit diergeneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.

    Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de doos en blisterverpakking na EXP.


  12. SPECIALE WAARSCHUWING(EN)


    Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren

    Vermijd het gebruik bij gedehydrateerde, hypovolemische of hypotensieve dieren; in deze gevallen is er een mogelijk risico op nefrotoxiciteit.

    Dit diergeneesmiddel is bestemd voor honden en is niet geschikt voor toediening aan katten. Voor

    katten dient Metacam 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten te worden gebruikt.


    Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient

    Personen met een bekende overgevoeligheid voor NSAID’s moeten contact met het diergeneesmiddel

    vermijden.

    In geval van accidentele inname dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of de doos te worden getoond.


    Gebruik tijdens dracht en lactatie: Zie de rubriek ‘Contra-indicaties’.


    Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

    Andere NSAID’s, diuretica, anticoagulantia, aminoglycoside-antibiotica en stoffen met een hoge eiwitbinding kunnen concurreren voor die binding en dit kan derhalve leiden tot toxische effecten.

    Metacam mag niet samen met andere NSAID’s of glucocorticosteroiden worden toegediend. Vóórbehandeling met ontstekingsremmende stoffen kan bijkomende of toegenomen bijwerkingen

    veroorzaken. Met dit type diergeneesmiddelen moet een behandelingsvrije periode van tenminste 24 uur voor aanvang van de behandeling in acht worden genomen. Echter, voor het bepalen van de

    behandelingsvrije periode dient rekening te worden gehouden met de farmacologische eigenschappen van de eerder gebruikte diergeneesmiddelen.


    Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)

    In geval van overdosering is een symptomatische behandeling aangewezen.

  13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL


    Geneesmiddelen mogen niet worden verwijderd via afvalwater of huishoudelijk afval. Vraag aan uw dierenarts hoe u overtollige geneesmiddelen verwijdert. Deze maatregelen dienen tevens ter bescherming van het milieu.


  14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN



  15. OVERIGE INFORMATIE


Verpakkingsgrootten:

Metacam 1 mg kauwtabletten voor honden Blisterverpakking: 7, 84 of 252 tabletten


Metacam 2.5 mg kauwtabletten voor honden Blisterverpakking: 7, 84 of 252 tabletten


Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

BIJSLUITER

Metacam 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten en cavia’s


  1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND


    Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH

    55216 Ingelheim/Rhein

    DUITSLAND


  2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL


    Metacam 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten en cavia’s Meloxicam


  3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDD(E)L(EN)


    Per ml:

    Meloxicam 0,5 mg (overeenkomend met 0,017 mg per druppel)


    Gelige visceuze suspensie met een groene tint.


  4. INDICATIE(S)


    Katten:

    Verlichting van milde tot matige post-operatieve pijn en ontsteking na chirurgische ingrepen bij katten, bijv. orthopedisch chirurgische ingrepen en weke delen chirurgie.

    Verlichting van pijn en ontsteking bij acute en chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat bij katten.


    Cavi a’ s:

    Voor de bestrijding van pijn en ontsteking bij cavia’s na weke delen chirurgie zoals castratie bij mannelijke dieren.


  5. CONTRA-INDICATIE(S)


    Niet gebruiken bij drachtige of melkgevende dieren.

    Niet voor gebruik bij katten die lijden aan gastro-intestinale afwijkingen zoals irritatie en bloedingen, verminderde lever-, hart- of nierfunctie en stollingsstoornissen.

    Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen. Niet gebruiken bij katten jonger dan 6 weken.

    Niet gebruiken bij cavia’s jonger dan 4 weken.


  6. BIJWERKINGEN


    Bij katten zijn typische bijwerkingen van NSAID’s zoals vermindering van de eetlust, braken, diarree, occult fecaal bloed, lethargie en nierfalen zeer zelden gemeld op basis van veiligheidservaring na markttoelating. Gastro-intestinale ulceratie en verhoogde leverenzymen zijn in zeer zeldzame gevallen gemeld op basis van veiligheidservaring na markttoelating.

    Deze bijwerkingen zijn in de meeste gevallen van voorbijgaande aard en verdwijnen na het staken van de behandeling, maar kunnen in zeer zeldzame gevallen ernstig of fataal zijn.


    Als er bijwerkingen optreden dient de behandeling te worden gestaakt en moet een dierenarts worden geraadpleegd.


    De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:

    • Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))

    • Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)

    • Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)

    • Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)

    • Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)


      Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.


  7. DOELDIERSOORTEN


    Kat en cavia


  8. DOSERING VOOR ELK DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEGEN WIJZE VAN GEBRUIK


    Katten: Dosering

    Post-operatieve pijn en ontsteking na chirurgische ingrepen

    Na de aanvangsbehandeling met Metacam 2 mg/ml oplossing voor injectie voor katten wordt de behandeling 24 uur later voortgezet met Metacam 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten

    met een dosering van 0,05 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht. De orale nabehandelingdosis kan vier

    dagen lang éénmaal daags worden toegediend (met een interval van 24 uur).


    Acute aandoeningen aan het bewegingsapparaat

    De aanvangsbehandeling is een éénmalige orale dosis van 0,2 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht op de eerste dag. De behandeling dient (met een interval van 24 uur) te worden voortgezet met een

    orale dosis van 0,05 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht éénmaal daags, zolang de acute pijn en

    ontsteking aanhouden.


    Chronische aandoeningen aan het bewegingsapparaat

    De aanvangsbehandeling is een éénmalige orale dosis van 0,1 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht op de eerste dag. De behandeling dient (met een interval van 24 uur) te worden voortgezet met een orale onderhoudsdosis van 0,05 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht éénmaal daags.

    Een klinisch effect wordt meestal binnen 7 dagen waargenomen. De behandeling dient te worden gestaakt wanneer er na uiterlijk 14 dagen geen klinische verbetering optreedt.


    Wijze van gebruik en toedieningsweg

    Orale toediening, hetzij gemengd met voer of direct in de bek.

    Bij katten kan de suspensie met het druppelopzetstukje van het flesje worden toegediend, ongeacht het lichaamsgewicht. Eventueel en voor katten met een lichaamsgewicht van tenminste 2 kg kan ook het in de verpakking meegeleverde maatspuitje gebruikt worden.

    De nauwkeurigheid van doseren verdient speciale aandacht. De aanbevolen dosis mag niet overschreden worden.

    Doseringsprocedure bij gebruik van het druppelopzetstukje van het flesje

    Dosering van 0,2 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht: 12 druppels/kg lichaamsgewicht Dosering van 0,1 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht: 6 druppels/kg lichaamsgewicht Dosering van 0,05 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht: 3 druppels/kg lichaamsgewicht


    Doseringsprocedure bij gebruik van het maatspuitje

    De spuit past op het druppelopzetstukje van het flesje en heeft een verdeling op basis van kg lichaamsgewicht dat overeenkomt met de dosering van 0,05 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht. Dus

    voor de aanvang met de behandeling van chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat op de eerste dag is tweemaal de onderhoudsdosering nodig.


    Voor de aanvang met de behandeling van acute aandoeningen aan het bewegingsapparaat op de eerste dag is viermaal de onderhoudsdosering nodig.


    image


    Schud het flesje goed.

    Druk op de dop en draai de dop los. Plaats de doseerspuit op het druppelopzetstukje van het flesje

    door zachtjes te drukken.


    Houd het flesje met spuit ondersteboven. Trek de zuiger omlaag totdat het zwarte lijntje op de zuiger met het lichaamsgewicht in kilogram van uw kat overeenkomt.


    image

    Keer het flesje met de spuit weer om en haal met een draaiende beweging de gevulde spuit van het flesje af.


    Leeg de inhoud van de spuit over het voer of direct in de bek door de zuiger in te drukken.


    Cavia’s: Dosering

    Post-operatieve pijn geassocieerd met weke delen chirurgie:

    De aanvangsbehandeling is een éénmalige orale dosis van 0,2 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht op de eerste dag (pre-operatief). De behandeling dient één maal daags te worden voortgezet met een

    orale dosis van 0,1 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht (1 x per 24 uur) op dag 2 en 3 (post-operatief).


    De dosis kan, naar oordeel van de dierenarts, stapsgewijs verhoogd worden tot 0,5 mg/kg in individuele gevallen. De veiligheid van doses hoger dan 0,6 mg/kg zijn echter niet beoordeeld bij cavia’s.


    Wijze van gebruik en toedieningsweg

    De suspensie kan direct in de bek worden toegediend met een standaard 1 ml spuitje, onderverdeeld per ml, met een schaalverdeling van 0,01 ml.


    Dosering van 0,2 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht: 0,4 ml/kg lichaamsgewicht Dosering van 0,1 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht: 0,2 ml/kg lichaamsgewicht


    Gebruik een klein reservoir (bijv. een theelepel) en druppel Metacam orale suspensie in het reservoir (het is raadzaam om enkele druppels meer te doseren dan de benodigde hoeveelheid). Gebruik een standaard 1 ml spuitje om de benodigde Metacam op te zuigen naar gelang het lichaamsgewicht van de cavia. Dien met het spuitje de Metacam direct in de bek van de cavia toe. Was het reservoir met water en droog het voorafgaand aan het volgende gebruik.


    Gebruik voor cavia’s niet het maatspuitje voor katten met de kg lichaamsgewicht schaalverdeling en het katten pictogram.


    image


    Schud het flesje goed.

    Druk op de dop en draai de dop los.

    image

    Gebruik een klein reservoir (bijv. een theelepel) en druppel Metacam orale suspensie in het reservoir (het is raadzaam om enkele druppels meer te doseren dan de benodigde hoeveelheid).

    image

    Gebruik een standaard 1 ml spuitje om de benodigde Metacam op te zuigen naar gelang het lichaamsgewicht van de cavia.

    image

    Leeg de inhoud van de spuit direct in de bek van de cavia door de zuiger in te drukken.


  9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING


    Volg de instructies van de dierenarts nauwkeurig op. Goed schudden vóór gebruik.

    Vermijd contaminatie tijdens gebruik.


  10. WACHTTIJD(EN)


    Niet van toepassing.


  11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN


    Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.

    Dit diergeneesmiddel vereist geen speciale bewaarvoorschriften.


    Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 3 ml flesje: 14 dagen

    10 ml, 15 ml en 30 ml flesje: 6 maanden.


    Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de doos en de fles na EXP.


  12. SPECIALE WAARSCHUWING(EN)


    Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:

    Vermijd het gebruik bij gedehydrateerde, hypovolemische of hypotensieve dieren; in deze gevallen is er een potentieel risico op nefrotoxiciteit.


    Post-operatieve pijn en ontsteking na chirurgische ingrepen bi j katt en en cavia’ s:

    In geval aanvullende pijnverlichting nodig is, moet een multimodale pijntherapie worden overwogen.


    Chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat bij katten:

    De reactie op een langetermijnbehandeling dient regelmatig gecontroleerd te worden door een dierenarts.


    Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient

    Personen met een bekende overgevoeligheid voor NSAID’s moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden.

    In geval van accidentele inname, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond. Dit diergeneesmiddel kan oogirritatie veroorzaken. Bij contact met de ogen, direct goed uitspoelen met water.


    Dracht en lactatie

    Zie rubriek ‘Contra-indicaties’.


    Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

    Andere NSAID’s, diuretica, anticoagulantia, aminoglycoside-antibiotica en stoffen met een hoge eiwitbinding kunnen concurreren voor deze binding en dit kan leiden tot toxische effecten. Metacam mag niet samen met andere NSAID’s of glucocorticosteroïden worden toegediend. Gelijktijdig gebruik van potentieel nefrotoxische middelen moet vermeden worden.

    Voorbehandeling met ontstekingsremmende stoffen anders dan Metacam 2 mg/ml oplossing voor injectie voor katten in een éénmalige dosering van 0,2 mg/kg, kan bijkomende of toegenomen

    bijwerkingen veroorzaken. Met zulke diergeneesmiddelen moet een behandelingsvrije periode van

    tenminste 24 uur voor aanvang van de behandeling in acht worden genomen. Echter, voor het bepalen van de behandelingsvrije periode dient rekening te worden gehouden met de farmacologische eigenschappen van de eerder gebruikte diergeneesmiddelen.


    Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)

    Meloxicam heeft een nauwe therapeutische veiligheidsmarge bij katten en klinische tekenen van overdosering kunnen al gezien worden bij relatief kleine overdoseringen.

    In geval van overdosering kan verwacht worden dat de bijwerkingen, zoals beschreven in rubriek

    ‘Bijwerkingen’, ernstiger zijn en vaker voorkomen. In geval van overdosering is een symptomatische behandeling aangewezen.


  13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL


    Geneesmiddelen mogen niet worden verwijderd via afvalwater of huishoudelijk afval.

    Vraag aan uw dierenarts hoe u overtollige geneesmiddelen verwijdert. Deze maatregelen dienen tevens ter bescherming van het milieu.


  14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN


    .


  15. OVERIGE INFORMATIE


3 ml, 10 ml, 15 ml of 30 ml flesje. Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

BIJSLUITER

Metacam 2 mg/ml oplossing voor injectie voor katten


  1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND


    Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH

    55216 Ingelheim/Rhein

    DUITSLAND


    Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte Labiana Life Sciences S.A.

    Venus, 26

    Can Parellada Industrial 08228 Terrassa, Barcelona SPANJE


  2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL


    Metacam 2 mg/ml oplossing voor injectie voor katten Meloxicam


  3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)


    Per ml:

    Meloxicam 2 mg

    Ethanol 150 mg Heldere, gele oplossing.


  4. INDICATIE(S)


    Verlichting van milde tot matige post-operatieve pijn en ontsteking na chirurgische ingrepen bij katten, bijv. orthopedisch chirurgische ingrepen en weke delen chirurgie.


  5. CONTRA-INDICATIE(S)


    Niet gebruiken bij drachtige of melkgevende dieren.

    Niet gebruiken bij katten die lijden aan gastro-intestinale afwijkingen zoals irritatie en bloedingen, verminderde lever-, hart- of nierfunctie en stollingsstoornissen.

    Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.

    Niet gebruiken in katten jonger dan 6 weken en bij katten die minder dan 2 kg wegen.


  6. BIJWERKINGEN


    Typische bijwerkingen van NSAID’s zoals vermindering van de eetlust, braken, diarree, occult fecaal bloed, lethargie en nierfalen zijn zeer zelden gemeld op basis van veiligheidservaring na markttoelating. Gastro-intestinale ulceratie en verhoogde leverenzymen zijn in zeer zeldzame gevallen gemeld op basis van veiligheidservaring na markttoelating.

    Deze bijwerkingen zijn in de meeste gevallen van voorbijgaande aard en verdwijnen na het staken van de behandeling, maar kunnen in zeer zeldzame gevallen ernstig of fataal zijn.


    Anafylactische reacties zijn zeer zelden waargenomen op basis van veiligheidservaring na markttoelating. Deze dienen symptomatisch te worden behandeld.

    De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:

    • Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))

    • Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)

    • Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)

    • Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)

    • Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)


      Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.


  7. DOELDIERSOORT


    Kat


  8. DOSERING VOOR ELK DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEGEN WIJZE VAN GEBRUIK


    Eénmalige subcutane injectie van 0,2 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 0,1 ml/kg lichaamsgewicht), vóór de operatie, bijvoorbeeld bij de inductiefase van de anesthesie.

    Om de behandeling tot vijf dagen voort te zetten kan deze aanvangsdosis 24 uur later gevolgd worden door toediening van Metacam 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten met een dosering van 0,05 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht. De orale nabehandelingdosis kan met een totaal van vier

    doseringen met een interval van 24 uur worden toegediend.


    Het is aangetoond dat een éénmalige subcutane injectie van 0,3 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 0,15 ml/kg lichaamsgewicht) veilig en effectief is voor de vermindering van post-operatieve pijn en ontsteking. Deze behandeling kan worden overwogen bij katten die chirurgische ingrepen ondergaan waarbij geen orale nabehandeling mogelijk is, bijv. verwilderde katten. In dit geval dient geen nabehandeling te worden toegepast.


  9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING


    De nauwkeurigheid van doseren verdient speciale aandacht. Vermijd contaminatie tijdens gebruik.


  10. WACHTTIJD(EN)

    Niet van toepassing.


  11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN


    Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.

    Voor dit diergeneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities. Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 28 dagen.

    Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de doos en de flacon na EXP.

  12. SPECIALE WAARSCHUWING(EN)


    Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren

    Als er bijwerkingen optreden dient de behandeling te worden gestaakt en moet een dierenarts worden geraadpleegd.

    Vermijd het gebruik bij gedehydrateerde, hypovolemische of hypotensieve katten; in deze gevallen is

    er een potentieel risico op nefrotoxiciteit.

    Tijdens anesthesie dient monitoring controle en het toedienen van vocht als standaard therapie te worden overwogen.

    In geval aanvullende pijnverlichting nodig is, moet een multimodale pijntherapie worden overwogen.


    Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient:

    Accidentele zelfinjectie kan pijnlijk zijn. Personen met een bekende overgevoeligheid voor NSAID’s

    moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden.

    In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.

    Dit diergeneesmiddel kan oogirritatie veroorzaken. Bij contact met de ogen, direct goed uitspoelen met water.


    Dracht en lactatie:

    Zie de rubriek ‘Contra-indicaties’.


    Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

    Andere NSAID’s, diuretica, anticoagulantia, aminoglycoside-antibiotica en stoffen met een hoge eiwitbinding kunnen concurreren voor die binding en dit kan derhalve leiden tot toxische effecten. Metacam mag niet samen met andere NSAID’s of glucocorticosteroïden worden toegediend. Gelijktijdige toediening van potentieel nefrotoxische diergeneesmiddelen dient te worden vermeden. Bij dieren met een verhoogd risico tijdens anesthesie (bijvoorbeeld oudere dieren) dient intraveneus of subcutaan vocht toedienen tijdens de anesthesie in overweging te worden genomen. Wanneer anesthetica en NSAID’s tegelijkertijd worden toegediend, kan een risico voor de nierfunctie niet worden uitgesloten.


    Vóórbehandeling met ontstekingsremmende stoffen kan bijkomende of toegenomen bijwerkingen veroorzaken. Met zulke diergeneesmiddelen moet een behandelingsvrije periode van tenminste 24 uur voor aanvang van de behandeling in acht worden genomen. Echter, voor het bepalen van de behandelingsvrije periode dient rekening te worden gehouden met de farmacologische eigenschappen van de eerder gebruikte diergeneesmiddelen.


    Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)

    In geval van overdosering is een symptomatische behandeling aangewezen.


    Onverenigbaarheden

    Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de onverenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel niet met andere diergeneesmiddelen worden gemengd.


  13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL


    Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval. Vraag aan uw dierenarts wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze maatregelen dragen bij aan de bescherming van het milieu.

  14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN



  15. OVERIGE INFORMATIE


10 ml of 20 ml injectie flacon. Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

BIJSLUITER

Metacam 15 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor varkens


  1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND


    Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH

    55216 Ingelheim/Rhein

    DUITSLAND


  2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL


    Metacam 15 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor varkens Meloxicam


  3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDD(E)L(EN)


    Per ml:

    Meloxicam 15 mg


    Gele visceuze suspensie voor oraal gebruik met een groene tint.


  4. INDICATIE(S)


    Voor gebruik bij niet-infectieuze aandoeningen van het bewegingsapparaat om de symptomen van kreupelheid en ontsteking te verminderen.


    Als toegevoegde therapie bij de behandeling van puerperale septikemie en toxinemie (Mastitis- Metritis-Agalactie syndroom MMA) met een geschikte antibioticum therapie.


  5. CONTRA-INDICATIE(S)


    Niet voor gebruik bij varkens die lijden aan verminderde lever-, hart- of nierfunctie en stollingsstoornissen, of als er aanwijzingen zijn voor ulcerogene gastro-intestinale lesies.

    Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.


  6. BIJWERKINGEN


    Geen.


    Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.


  7. DOELDIERSOORT


    Varken

  8. DOSERING VOOR ELK DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG EN WIJZE VAN GEBRUIK


    De suspensie voor oraal gebruik dient te worden toegediend met een dosering van 0,4 mg per kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 2,7 ml/100 kg), waar nodig in combinatie met een behandeling met antibiotica. Indien nodig kan een tweede toediening meloxicam na 24 uur worden gegeven.

    Bij MMA met ernstig verstoord algemeen gedrag (bv. anorexie), wordt het gebruik van Metacam 20 mg/ml oplossing voor injectie aanbevolen.


    Goed schudden voor gebruik.


    Sluit na toediening van het diergeneesmiddel het flesje door de dop erop te doen, spoel het maatspuitje met warm water en laat het drogen.


  9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING


    Bij voorkeur toedienen gemengd met een kleine hoeveelheid voer. Een andere optie is om het vóór het voeren te geven, of direct in de mond.

    De suspensie dient te worden gegeven met het maatspuitje dat is meegeleverd in de verpakking. De

    spuit past op het flesje en heeft een verdeling op basis van kg lichaamsgewicht.


  10. WACHTTIJD(EN)


    Vlees en slachtafval: 5 dagen.


  11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN


    Buiten het zicht en bereik het van kinderen bewaren.

    Voor dit diergeneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities. Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 6 maanden

    Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de verpakking en het flesje na EXP.


  12. SPECIALE WAARSCHUWING(EN)


    Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren

    Als er bijwerkingen optreden dient de behandeling te worden gestaakt en moet een dierenarts worden geraadpleegd.

    Vermijd het gebruik bij zeer ernstig gedehydrateerde, hypovolemische of hypotensieve dieren waarbij parenterale rehydratie noodzakelijk is, aangezien er dan een potentieel risico op nefrotoxiciteit bestaat.


    Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient

    Personen met een bekende overgevoeligheid voor niet steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden.

    In geval van accidentele inname dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of

    het etiket te worden getoond.

    Dit diergeneesmiddel kan oogirritatie veroorzaken. Bij contact met de ogen, direct goed uitspoelen met water.


    Dracht en lactatie

    Kan tijdens de dracht en lactatie worden gebruikt.

    Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

    Niet gelijktijdig toedienen met glucocorticosteroïden, andere NSAID’s geneesmiddelen of met anticoagulantia.


    Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)

    In geval van overdosering is een symptomatische behandeling aangewezen.


  13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL


    Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan mogen niet worden verwijderd via afvalwater of huishoudelijk afval. Vraag aan uw dierenarts hoe u overtollige geneesmiddelen verwijdert. Deze maatregelen dienen tevens ter bescherming van het milieu.


  14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN



  15. OVERIGE INFORMATIE


100 ml of 250 ml flacon. Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

BIJSLUITER

Metacam 40 mg/ml oplossing voor injectie bij runderen en paarden


  1. NAAM EN HET ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN VAN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR DE VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND


    Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH

    55216 Ingelheim/Rhein

    DUITSLAND


    Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte Labiana Life Sciences S.A.

    Venus, 26

    Can Parellada Industrial 08228 Terrassa, Barcelona SPANJE


  2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL


    Metacam 40 mg/ml oplossing voor injectie bij runderen en paarden Meloxicam


  3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)


    Per ml:

    Werkzaam bestanddeel:

    Meloxicam 40 mg


    Hulpstof:

    Ethanol 96% 156.25 mg.


    Heldere, gele oplossing.


  4. INDICATIES


    Runderen:

    Voor gebruik bij acute respiratoire infecties in combinatie met een geschikte antibioticumtherapie, om de klinische symptomen te verminderen bij runderen.

    Voor gebruik bij diarree in combinatie met orale rehydratietherapie, om de klinische symptomen te

    verminderen bij kalveren ouder dan één week en niet-melkgevend jongvee.

    Als aanvullende therapie bij de behandeling van acute mastitis, in combinatie met een antibioticumtherapie.

    Voor de verlichting van post-operatieve pijn bij kalveren na het onthoornen.


    Paarden:

    Voor gebruik ter verlichting van ontsteking en pijn bij zowel acute als chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat.

    Voor het verlichten van pijn bij koliek.

  5. CONTRA-INDICATIES


    Niet gebruiken bij paarden jonger dan 6 weken.

    Niet gebruiken bij drachtige en melkgevende merries (zie de rubriek ‘Dracht en lactatie’).

    Niet gebruiken bij dieren die lijden aan een verminderde lever-, hart- of nierfunctie en hemorragische aandoeningen, of als er aanwijzingen zijn voor ulcerogene gastro-intestinale lesies.

    Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen. Voor de behandeling van diarree bij runderen, niet gebruiken bij dieren jonger dan één week.


  6. BIJWERKINGEN


    Bij runderen werd slechts een geringe voorbijgaande zwelling op de plaats van injectie waargenomen na subcutane injectie bij minder dan 10 % van de runderen behandeld in klinische studies.


    Bij paarden werd een voorbijgaande zwelling op de plaats van injectie waargenomen bij geïsoleerde gevallen in klinische studies, welke zonder behandeling verdwijnt.


    Anafylactische reacties, welke ernstig (inclusief fataal) kunnen zijn, zijn zeer zelden waargenomen op basis van veiligheidservaring na markttoelating. Deze dienen symptomatisch te worden behandeld.


    De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:

    • Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))

    • Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)

    • Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)

    • Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)

    • Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)


    Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.


  7. DOELDIERSOORTEN


    Rund en paard


  8. DOSERING VOOR ELK DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEGEN EN WIJZE VAN GEBRUIK


    Runderen:

    Een éénmalige subcutane of intraveneuze injectie van 0,5 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 1,25 ml/100 kg lichaamsgewicht), in combinatie met een geschikte

    antibioticumtherapie of orale rehydratietherapie, indien passend.


    Paarden:

    Een éénmalige intraveneuze injectie van 0,6 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht (overeenkomend met 1,5 ml/100 kg lichaamsgewicht).


    Ter verlichting van ontsteking en pijn bij zowel acute als chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat kan Metacam 15 mg/ml orale suspensie gebruikt worden voor continuering van de behandeling aan een dosis van 0,6 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht, 24 uur na toediening van de injectie.

  9. AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING


    Vermijd contaminatie tijdens het gebruik.


  10. WACHTTIJD(EN)


    Runderen: Vlees en slachtafval: 15 dagen; melk: 5 dagen. Paarden: Vlees en slachtafval: 5 dagen.

    Niet voor gebruik bij paarden die melk voor humane consumptie produceren.


  11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN


    Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.

    Dit diergeneesmiddel vereist geen speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren.

    Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP. Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 28 dagen.


  12. SPECIALE WAARSCHUWING(EN)


    Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is: Behandeling van kalveren met Metacam, 20 minuten voorafgaand aan het onthoornen vermindert post-operatieve pijn. Metacam alleen geeft onvoldoende pijnverlichting tijdens het onthoornen. Voor het verkrijgen van voldoende pijnverlichting tijdens operatie is comedicatie met een geschikt verdovend middel nodig.


    Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:

    Als er bijwerkingen optreden dient de behandeling te worden gestaakt en moet een dierenarts worden geraadpleegd.

    Vermijd het gebruik bij zeer ernstig gedehydrateerde, hypovolemische of hypotensieve dieren waarbij

    parenterale rehydratie noodzakelijk is, aangezien er dan potentieel risico op nefrotoxiciteit bestaat. In geval van onvoldoende verlichting van pijn bij de behandeling van koliek bij paarden dient een

    zorgvuldige her-evaluatie van de diagnose gemaakt te worden omdat dit aan kan geven dat

    chirurgische behandeling nodig is.


    Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient:

    Accidentele zelfinjectie kan pijnlijk zijn. Personen met een bekende overgevoeligheid voor niet

    steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID´s) moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden.

    In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de

    bijsluiter of het etiket te worden getoond.


    Gezien het risico op accidentele zelfinjectie en de bekende bijwerkingen van de groep van NSAID's en andere prostaglandineremmers op de zwangerschap en/of de embryofoetale ontwikkeling, mag dit diergeneesmiddel niet toegediend worden door zwangere vrouwen of vrouwen die zwanger proberen te worden.

    Dit diergeneesmiddel kan oogirritatie veroorzaken. Bij contact met de ogen, direct goed uitspoelen met water.


    Dracht en lactatie:

    Runderen: Kan tijdens de dracht en lactatie worden gebruikt.

    Paarden: Niet gebruiken bij drachtige en melkgevende merries (zie de rubriek ‘Contra-indicaties’).

    Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:

    Niet gelijktijdig toedienen met glucocorticosteroïden, andere NSAID´s of met anticoagulantia.


    Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)

    In geval van overdosering is een symptomatische behandeling geïndiceerd.


    Onverenigbaarheden:

    Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de onverenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel niet met andere diergeneesmiddelen worden gemengd.


  13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL


    Geneesmiddelen mogen niet worden verwijderd via afvalwater of huishoudelijk afval. Vraag aan uw dierenarts hoe u overtollige geneesmiddelen verwijdert. Deze maatregelen dienen tevens ter bescherming van het milieu.


  14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN


    /


  15. OVERIGE INFORMATIE


Verpakkingen met 1 of 12 kleurloze glazen injectieflacon(s) die ieder 50 ml of 100 ml bevatten. Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.