Startpagina Startpagina

Nonafact
human coagulation factor IX

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS


Nonafact 100 IE/ml poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Menselijke stollingsfactor IX


Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken


Poeder

Het werkzame bestanddeel is menselijke stollingsfactor IX.

Het product bevat 100 Internationale Eenheden (IE) per ml (500 IE/5 ml of 1000 IE/10 ml) menselijke stollingsfactor IX na oplossen in respectievelijk 5 ml of 10 ml water voor injecties.

Andere bestanddelen (hulpstoffen) zijn natriumchloride, sucrose en histidine.


Oplosmiddel

Water voor injecties.


Inhoud van deze bijsluiter

  1. Waarvoor wordt Nonafact gebruikt:

  2. Wanneer mag u Nonafact niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn:

  3. Hoe gebruikt u Nonafact?

  4. Mogelijke bijwerkingen

  5. Hoe bewaart u Nonafact?

  6. Aanvullende informatie


Geneesmiddel niet langer geregistreerd

  1. WAARVOOR WORDT NONAFACT GEBRUIKT?


    Nonafact wordt gebruikt voor het voorkómen en behandelen van bloedingen bij personen met hemofilie B (een aangeboren tekort aan werkzaam factor IX). Factor IX is een normaal bestanddeel van menselijk bloed. Bij een tekort aan factor IX ontstaan stoornissen in de bloedstolling. Als gevolg hiervan kunnen bloedingen optreden in gewrichten, spieren of inwendige organen. Bloedingen kunnen spontaan of tengevolge van een ongeluk of een operatie ontstaan. Door de toediening van Nonafact wordt dit factor IX-tekort aangevuld.


  2. WANNEER MAG U NONAFACT NIET GEBRUIKEN OF MOET U EXTRA VOORZICHTIG ZIJN?


    Wanneer mag u Nonafact niet gebruiken?


    • U bent allergisch voor het werkzame bestanddeel, menselijk stollingsfactor IX.

    • U bent allergisch voor een van de hulpstoffen of voor muizeneiwitten.


    Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Nonafact?


    Neem onmiddellijk contact op met uw arts, als bloedingen niet stoppen zoals verwacht.


    Het product moet, na oplossen in het bijgeleverde water voor injecties, helder zijn. Controleer dit vlak voor toediening. Het product mag niet toegediend worden wanneer troebeling, klontjes of deeltjes te zien zijn.


    Nonafact kan in zeldzame gevallen een hevige allergische reactie (anafylactische shock) opwekken. Indien er bij u, na toediening, overgevoeligheidsreacties ontstaan zoals galbulten, jeuk en huiduitslag, beklemd gevoel op de borst, piepende ademhaling en een licht gevoel in het hoofd neem dan direct

    contact op met uw arts. Wanneer u bij eerder gebruik van bloed of een bloedproduct overgevoelig bent gebleken, mag Nonafact alleen toegediend worden wanneer het niet anders kan (zoals bij levensbedreigende situaties), en moet dit gebeuren in een ziekenhuis of onder zorgvuldige controle van een arts.


    Personen met hemofilie B die factor IX-preparaten toegediend krijgen, dienen gecontroleerd te worden op het ontstaan van neutraliserende afweerstoffen (remmers) tegen factor IX (zie onder Mogelijke bijwerkingen). Uw arts zal uw bloed regelmatig controleren op de aanwezigheid van deze afweerstoffen, vooral als u in het verleden bij gebruik van een factor IX-product een hevige allergische reactie heeft gehad. Het voorkomen van activiteits-neutraliserende afweerstoffen (remmers) is zeer zeldzaam bij patiënten die al eerder behandeld zijn met producten die factor IX bevatten.


    Er bestaat een zeer gering risico dat Nonafact in hogere doseringen stolsels in de bloedvaten veroorzaakt, leidend tot trombose. Als u lijdt aan een leverziekte of hartziekte of als u onlangs bent geopereerd, bestaat er een verhoogd risico op complicaties in de bloedstolling. Dit is ook het geval bij pasgeborenen en patiënten met een verhoogd risico op trombose of “DIS”, diffuse intravasale stolling, een ziekte waarbij het bloedstollingsysteem is ontregeld. Uw arts zal bekijken of de toediening van Nonafact een gevaar op trombose oplevert.


    Geneesmiddel niet langer geregistreerd

    Wanneer geneesmiddelen worden bereid uit menselijk bloed of plasma, worden bepaalde maatregelen geïmplementeerd om te voorkomen dat infecties worden overgedragen op patiënten. Deze maatregelen omvatten zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonors om er zeker van te zijn dat donors die risico lopen infecties bij zich te dragen, worden uitgesloten, en het testen van iedere donatie en plasmapool (samengevoegde plasma-eenheden) op tekenen van virus/infectie. Producenten van deze producten hebben ook stappen toegevoegd in de verwerking van het bloed of plasma die virussen kunnen inactiveren of verwijderen. Desondanks kan bij het toedienen van uit menselijk bloed of plasma bereide geneesmiddelen de mogelijkheid op overdracht van een infectie niet volledig worden uitgesloten. Dat geldt ook voor onbekende of opkomende virussen en andere pathogenen.

    Deze procedures worden als effectief beschouwd tegen ‘envelopped’ virussen (virussen met een eiwitomhulsel) zoals het AIDS-virus (HIV), hepatitis B-virus en hepatitis C-virus en de 'non- envelopped' (zonder een eiwitomhulsel) virussen hepatitis A en parvovirus B19.


    Uw arts kan u aanraden zich tegen hepatitis A en B te vaccineren, indien u regelmatig/herhaaldelijk uit menselijk plasma gezuiverd stollingsfactor IX toegediend krijgt.


    Het wordt sterk aangeraden dat elke keer dat Nonafact aan u wordt toegediend, de naam en het chargenummer van het product wordt geregistreerd om een link te houden met de charge van het product.


    Er is geen ervaring met de behandeling van niet eerder behandelde patiënten met Nonafact.


    Gebruik bij kinderen


    Er zijn onvoldoende onderzoeksgegevens om het gebruik van Nonafact in kinderen jonger dan 6 jaar te adviseren.


    Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?


    Er zijn geen wisselwerkingen tussen Nonafact en andere geneesmiddelen bekend. Gebruikt u naast Nonafact nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.


    Zwangerschap en borstvoeding:


    Aangezien hemofilie B zeer zelden bij vrouwen voorkomt, zijn er geen gegevens bekend over het gebruik van factor IX tijdens de zwangerschap en de periode van het geven van borstvoeding. Om

    deze redenen dient Nonafact tijdens de zwangerschap en de periode van het geven van borstvoeding uitsluitend gebruikt te worden indien de noodzaak daartoe voldoende vaststaat.

    Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u geneesmiddelen gebruikt.


    Rijvaardigheid en het gebruik van machines:


    Er zijn geen effecten van Nonafact bekend op de rijvaardigheid en het vermogen machines te gebruiken.


    Stoffen in Nonafact waarmee u rekening moet houden:


    Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, d.w.z. in wezen ‘natriumvrij’.


  3. HOE GEBRUIKT U NONAFACT?


Dosering:


De hoeveelheid Nonafact die u nodig heeft, zal vastgesteld worden door uw arts. De dosering is afhankelijk van de ernst van de klinische situatie, uw gewicht en de hoeveelheid factor IX in uw bloed. Licht uw arts of tandarts in, wanneer u een operatie moet ondergaan of wanneer tanden of kiezen moeten worden getrokken, dat u een factor IX-tekort heeft. Hij/zij zal dan zorgen dat u, indien nodig, factor IX toegediend krijgt.


Geneesmiddel niet langer geregistreerd

U krijgt Nonafact via uw arts of verpleegkundige. U kunt Nonafact zelf toedienen als dat in uw land een goedgekeurde praktijk is en als u voldoende getraind bent. Gebruik Nonafact altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.


Het is belangrijk dat uw bloedspiegel van factor IX regelmatig wordt gemeten. Uw bloedspiegel zal met 1,1 % van de normale activiteit stijgen indien u 1 IE per kg lichaamsgewicht toegediend krijgt.


De benodigde dosering kan bepaald worden met de volgende formule:

Benodigd aantal eenheden = lichaamsgewicht (kg) x gewenste factor IX-verhoging (%) (IE/dl) x 0,9 Uw arts zal, afhankelijk van de situatie, bepalen wat voor u de juiste hoeveelheid Nonafact en

doseringsfrequentie is. De onderstaande tabel kan gebruikt worden om de dosering te bepalen gedurende een bloedingsaanval of chirurgische ingreep:


Ernst van de bloeding / Type chirurgische ingreep


image

Bloedingen

Gewenst factor IX niveau (%) (IE/dl)

Doseringsinterval (uren) / Behandelingsduur (dagen)


Beginnende bloeding in gewrichten, bloedingen in spieren of bloedingen in de mondholte


Doorzettende bloeding in gewrichten, spierbloeding of haematoom


20-40 Herhaal iedere 24 uur. Ten minste 1 dag, of tot de bloedingsepisode op geleide van pijn is verdwenen of tot adequate wondgenezing.


30-60 Herhaal infusie iedere 24 uur

gedurende 3-4 dagen of totdat de pijn en acute handicap verdwenen zijn.


Levensbedreigende bloedingen 60-100 Herhaal infusie iedere 8 tot 24 uur

totdat de bedreigende situatie is


Chirurgische ingreep


Klein

inclusief tandextracties

image

verdwenen.


30-60 Iedere 24 uur. Ten minste 1 dag, of tot adequate wondgenezing.

Groot 80-100

(voor en na de ingreep)

Herhaal infusie iedere 8-24 uur tot adequate wondgenezing, gevolgd door therapie gedurende ten minste nog 7 dagen.


image


Het is van belang dat gedurende de behandeling de factor IX-concentratie in uw bloed regelmatig gecontroleerd wordt. Vooral in het geval van grote operaties is het noodzakelijk dat uw factor IX- bloedspiegel zorgvuldig wordt gecontroleerd vóór en nà de operatie.


Voor het langdurig voorkomen van bloedingen bij personen met ernstige hemofilie B moeten om de 3 tot 4 dagen doses van 20 tot 40 IE per kg lichaamsgewicht gegeven worden. In sommige gevallen, met name bij jongere patiënten, kunnen kortere doseerintervallen of hogere doseringen nodig zijn.


Neem contact op met uw huisarts als u het idee heeft dat het effect van Nonafact te sterk of te zwak is. Personen met hemofilie B kunnen afweerstoffen (remmers) ontwikkelen tegen factor IX, waardoor toegediend factor IX-product niet werkzaam zal zijn (zie onder Mogelijke bijwerkingen). Het wordt geadviseerd de behandeling van deze ernstige situatie in een hemofiliecentrum uit te laten voeren alwaar men de juiste dosering kan bepalen. De toediening van factor IX kan deze remmers onderdrukken.


Geneesmiddel niet langer geregistreerd

Aanwijzingen voor het gebruik: Het oplossen

Het poeder moet worden opgelost in het bijgeleverde water voor injecties. De oplossing mag tijdens de toediening niet te koud zijn. Ook het oplossen gaat beter als beide flacons vooraf op kamertemperatuur (15°C - 25°C) zijn gebracht.


  1. Haal de twee flacons uit de koelkast en laat ze op kamertemperatuur komen (15°C - 25°C).

  2. Verwijder de plastic beschermkapjes van beide flacons.

  3. Ontsmet de rubberstoppen van beide flacons met een in 70 % alcohol gedrenkt gaasje.

  4. Verwijder de beschermhuls van een zijde van een overloopnaald en prik de stop van de flacon water voor injecties aan. Verwijder de beschermhuls van de andere zijde van de overloopnaald. Draai de flacon met oplosmiddel om en prik de stop van de flacon met product aan.

  5. Houd de flacon met product een beetje schuin tijdens het overlopen van het oplosmiddel, zodat het oplosmiddel langs de zijkant van de flacon met het poeder loopt.

  6. Verwijder de lege flacon en de overloopnaald.

  7. Los het poeder op door de flacon licht te zwenken. Niet schudden! Het poeder lost binnen 5 minuten op tot een heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing.


Vlak voor toediening moet de oplossing worden bekeken: de oplossing moet helder en vrij van klontjes zijn. Na oplossen dient het product onmiddellijk gebruikt te worden (in elk geval binnen 3 uur).


Nonafact mag nooit gemengd worden met andere geneesmiddelen.


De toediening


  1. Zuig het opgeloste product met behulp van een naald en een spuit op uit de flacon.

  2. Nonafact moet in een ader (intraveneus) worden toegediend.

  3. Dien het opgeloste product langzaam (ca. 2 ml per minuut) toe.

Restanten


Ongebruikt product en restanten dienen vernietigd te worden volgens de instructies van uw arts of apotheker.


Behandelingsduur:


Hemofilie B is een chronische aandoening; als gevolg daarvan zal behandeling met een factor IX- product waarschijnlijk levenslang nodig zijn.


Heeft u te veel van dit middel gebruikt?


Er zijn geen symptomen van overdosering met menselijke stollingsfactor IX bekend.


  1. MOGELIJKE BIJWERKINGEN


    Bij gebruik van Nonafact is het, zoals bij gebruik van alle uit menselijk bloed verkregen geneesmiddelen, mogelijk dat allergie (overgevoeligheid) optreedt, waaronder zwelling van het strottenhoofd, een branderig en prikkelend gevoel op de plaats van de infusie, koude rillingen, blozen, galbulten, jeuk en huiduitslag, hoofdpijn, slaperigheid, misselijkheid, rusteloosheid, hartkloppingen, een beklemd gevoel op de borst, tintelingen, braken, piepende ademhaling.

    Geneesmiddel niet langer geregistreerd

    U wordt geadviseerd de mogelijke bijwerkingen met uw arts te bespreken, zodat u bijwerkingen herkennen kunt en weet wat te doen. Lichte overgevoeligheid zoals galbulten, kan indien nodig behandeld worden met antihistaminica (middelen tegen allergie). Stop de toediening van het product onmiddellijk bij een zeer heftige aanval van overgevoeligheid (anafylactische shock) en neem direct contact op met uw arts.


    Het risico dat bij gebruik van hogere doses Nonafact stolsels in de bloedvaten ontstaan, leidend tot trombose, is klein. Het gebruik van Nonafact kan in zeldzame gevallen leiden tot verhoging van de lichaamstemperatuur.


    Het is mogelijk dat u afweerstoffen (remmers) tegen factor IX ontwikkelt, waardoor Nonafact niet werkzaam zal zijn. Uw arts zal uw bloed regelmatig op de aanwezigheid van deze afweerstoffen controleren. Neem onmiddellijk contact op met uw arts, als u het vermoeden heeft dat het product bij u minder werkzaam is. Dit is merkbaar aan het sneller optreden van bloedingen.


    Als u een behandeling om afweerstoffen te onderdrukken nodig heeft, dient de behandeling plaats te vinden in een hemofiliecentrum. U zult zorgvuldig onder controle worden gehouden gedurende deze behandeling.


    Krijgt u last van één van deze bijwerkingen? Neem dan contact op met uw arts. Heeft u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.


  2. HOE BEWAART U NONAFACT?


    Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.


    Gebruik dit middel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket en doosje achter “EXP”.

    Bewaren in de koelkast (2°C 8°C).


    Bewaar de flacon in de kartonnen omdoos, ter bescherming tegen licht.

    Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product onmiddellijk na oplossen gebruikt te worden, echter niet langer dan 3 uur na oplossen.

    Controleer vlak voor toediening of de oplossing helder is. Het product mag niet gebruikt worden als er troebeling, klontjes of deeltjes zichtbaar zijn.


  3. AANVULLENDE INFORMATIE

Nonafact 100 IE/ml menselijke stollingsfactor IX Welke stoffen zitten er in dit middel?


Hoe ziet Nonafact eruit en hoeveel zit er in een verpakking?


Nonafact wordt geleverd als een poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie (flacon van 5 ml of 10 ml).


Nonafact bestaat uit een doos bevattende:


Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant


Sanquin, Plesmanlaan 125 NL, 1066 CX Amsterdam, Nederland


Geneesmiddel niet langer geregistreerd

Deze bijsluiter is goedgekeurd in


.