Startpagina Startpagina

Nuwiq
simoctocog alfa

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker


Nuwiq 250 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Nuwiq 500 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Nuwiq 1000 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Nuwiq 1500 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Nuwiq 2000 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Nuwiq 2500 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Nuwiq 3000 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Nuwiq 4000 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie simoctocog alfa (recombinant humane stollingsfactor VIII)


Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u.

niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts.


Inhoud van deze bijsluiter


  1. Wat is Nuwiq en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

  2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

  3. Hoe gebruikt u dit middel?

  4. Mogelijke bijwerkingen

  5. Hoe bewaart u dit middel?

  6. Inhoud van de verpakking en overige informatie


  1. Wat is Nuwiq en waarvoor wordt dit middel gebruikt?


    Nuwiq bevat de werkzame stof humane recombinante stollingsfactor VIII (simoctocog alfa). Factor VIII is nodig om het bloed te laten stollen en het bloeden te stoppen. Bij patiënten met hemofilie A (aangeboren factor VIII-tekort) ontbreekt factor VIII of werkt het niet naar behoren.

    Nuwiq vervangt de ontbrekende factor VIII en wordt gebruikt om bloedingen bij patiënten met hemofilie A te behandelen en te voorkómen. Het kan worden gebruikt door alle leeftijdsgroepen.


  2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?

    • U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.

      Als u hier niet zeker over bent, neem dan contact op met uw arts.


      Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?

      Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt.


      Er bestaat een zeer kleine kans dat u een anafylactische reactie (een ernstige, plotselinge allergische reactie) op Nuwiq krijgt. U moet alert zijn op de vroege verschijnselen van allergische reacties die vermeld staan in rubriek 4 "Allergische reacties".

      Als een van deze symptomen optreedt, stop dan de injectie onmiddellijk en neem contact op met uw arts.

      De vorming van remmers (antistoffen) is een bekende complicatie die kan optreden bij behandeling met alle geneesmiddelen met factor VIII. Deze remmers verhinderen – vooral in grote aantallen – dat de behandeling goed werkt. U of uw kind zal dan ook zorgvuldig worden gecontroleerd op de vorming van deze remmers. Als uw bloeding of de bloeding van uw kind niet onder controle gehouden wordt met Nuwiq, raadpleeg dan onmiddellijk uw arts.


      Complicaties met betrekking tot hart en vaten

      Bij patiënten met bestaande cardiovasculaire risicofactoren (dat wil zeggen risicofactoren met betrekking tot hart en vaten) kan substitutiebehandeling met FVIII het cardiovasculaire risico

      verhogen.


      Kathetergerelateerde complicaties

      Als u een centraal veneuze katheter nodig heeft, dan dient er rekening te worden gehouden met het risico op complicaties in verband met het gebruik van de katheter, waaronder lokale infecties,

      aanwezigheid van bacteriën in het bloed en trombose op de katheterplaats.


      Het is belangrijk dat u bijhoudt welke batchnummers van Nuwiq u krijgt.

      Daarom moet u elke keer dat u een nieuwe verpakking Nuwiq krijgt, de datum en het batchnummer noteren. Het batchnummer vindt u op de verpakking na Lot. Bewaar deze gegevens op een veilige

      plaats.


      Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

      Gebruikt u naast Nuwiq nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts.


      Zwangerschap en borstvoeding

      Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.


      Rijvaardigheid en het gebruik van machines

      Nuwiq heeft geen invloed op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om machines te bedienen.


      Nuwiq bevat natrium

      Dit middel bevat 18,4 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) per injectieflacon. Dit komt overeen met 0,92% van de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid

      natrium in de voeding voor een volwassene.


  3. Hoe gebruikt u dit middel?


    De behandeling met Nuwiq zal worden gestart door een arts die ervaren is in de behandeling van patiënten met hemofilie A. Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of verpleegkundige u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.


    Nuwiq wordt gewoonlijk in een ader geïnjecteerd (intraveneus) door uw arts of een verpleegkundige die ervaren zijn in de behandeling van patiënten met hemofilie A. U of iemand anders kan ook uw Nuwiq-injectie geven, maar alleen na voldoende training.


    Uw arts zal uw dosis Nuwiq berekenen (in Internationale Eenheden = IE) op basis van uw toestand en lichaamsgewicht, en van het feit of het wordt gebruikt om bloedingen te voorkómen of te behandelen. Hoe vaak u een injectie nodig heeft, zal afhankelijk zijn van hoe goed dit middel bij u werkt. Gewoonlijk is de behandeling voor hemofilie A een levenslange behandeling.

    Het voorkómen van bloedingen

    De gebruikelijke dosis Nuwiq is 20 tot 40 IE per kg lichaamsgewicht, om de 2 tot 3 dagen. In sommige gevallen, vooral bij jongere patiënten, kunnen de injecties echter vaker nodig zijn of hogere doses noodzakelijk zijn.


    Het behandelen van bloedingen

    De dosis Nuwiq wordt berekend op basis van uw lichaamsgewicht en de factor VIII-spiegels die moeten worden bereikt. De factor VIII-spiegels waarnaar wordt gestreefd, zullen afhankelijk zijn van

    de ernst en plaats van de bloeding.


    Als u de indruk heeft dat de werking van Nuwiq onvoldoende is, neem dan contact op met uw arts. Uw arts zal de juiste laboratoriumtesten laten uitvoeren om ervoor te zorgen dat u de juiste factor VIII- spiegels heeft. Dit is vooral belangrijk als u een grote operatie ondergaat.


    Patiënten die factor VIII-remmers ontwikkelen

    Als de factor VIII in uw plasma de verwachte spiegels niet bereikt met Nuwiq, of als de bloeding niet voldoende wordt gestopt, dan kan dat worden veroorzaakt door de ontwikkeling van factor VIII- remmers. Dit zal worden onderzocht door uw arts. U kunt eventueel een hogere dosis Nuwiq nodig hebben, of een ander product, om de bloedingen onder controle te brengen. Verhoog de totale dosis Nuwiq niet om uw bloeding onder controle te brengen niet zonder met uw arts te overleggen.


    Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar

    De manier waarop Nuwiq bij kinderen en jongeren tot 18 jaar wordt gebruikt, verschilt niet van de manier waarop het bij volwassenen wordt gebruikt. Omdat factor VIII-producten bij kinderen en

    jongeren tot 18 jaar mogelijk vaker moeten worden gebruikt, kan het zijn dat een centraal veneuze

    katheter moet worden aangebracht. Een centraal veneuze katheter is een externe verbinding die via een katheter toegang tot de bloedbaan verschaft zonder dat een injectie door de huid nodig is.


    Heeft u te veel van dit middel gebruikt?

    Er zijn geen symptomen van overdosering gerapporteerd. Als u meer Nuwiq heeft geïnjecteerd dan zou moeten, informeer dan uw arts.


    Bent u vergeten dit middel te gebruiken?

    Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Ga direct verder met de volgende dosis en ga door zoals geadviseerd door uw arts.


    Als u stopt met het gebruik van dit middel

    Stop niet met het gebruik van Nuwiq zonder uw arts te raadplegen.


    Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts.


  4. Mogelijke bijwerkingen


    Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.


    Stop onmiddellijk met het gebruik van dit middel en roep spoedeisende medische hulp in als:

    • u symptomen van allergische reacties krijgt

      Allergische reacties kunnen onder andere bestaan uit huiduitslag, netelroos (bultjes op de huid), jeukende huiduitslag (urticaria), waaronder jeukende huiduitslag over het hele lichaam,

      gezwollen lippen en tong, kortademigheid, piepende ademhaling, drukkend gevoel op de

      borst, braken, rusteloosheid, lage bloeddruk en duizeligheid. Dit kunnen vroege symptomen zijn van een anafylactische shock, een heftige reactie van uw lichaam door een erge allergie. Als ernstige, plotselinge allergische reacties (anafylaxie) optreden (zeer zelden, kunnen voorkomen bij maximaal 1 op 10.000 personen), moet de injectie onmiddellijk worden gestopt

      en moet u direct contact opnemen met uw arts. Ernstige symptomen vereisen onmiddellijke spoedbehandeling.

    • u merkt dat het middel niet meer goed werkt (bloeding stopt niet of u krijgt vaak

    bloedingen)

    Bij kinderen en jongeren tot 18 jaar die niet eerder zijn behandeld met geneesmiddelen met factor VIII, vormen zich zeer vaak (bij meer dan 1 op de 10 patiënten) remmende antistoffen

    (zie rubriek 2).

    Echter, bij patiënten die eerder zijn behandeld met factor VIII (meer dan 150 behandelingsdagen), komt dit slechts soms voor (bij minder dan 1 op de 100 patiënten). Als

    het gebeurt, is het mogelijk dat uw geneesmiddelen of de geneesmiddelen van uw kind niet

    meer goed werken en dat u of uw kind aanhoudende bloedingen heeft. Als dit het geval is, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts.


    Vaak voorkomende bijwerkingen kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 personen

    Overgevoeligheid, koorts.


    Soms voorkomende bijwerkingen kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 personen Tintelend of doof gevoel (paresthesie), hoofdpijn, duizeligheid, draaiduizeligheid, kortademigheid, droge mond, rugpijn, ontsteking op de plaats van injectie, pijn op de plaats van injectie, een vaag gevoel van lichamelijk ongemak (malaise), bloedarmoede veroorzaakt door bloedingen (hemorragische anemie), niet-neutraliserende antistof positief (in eerder behandelde patiënten).


    Het melden van bijwerkingen

    Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.


  5. Hoe bewaart u dit middel?


    Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.


    Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket van de doos en de injectieflacon na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.


    Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon in de oorspronkelijke verpakking bewaren ter bescherming tegen licht.


    Vóór bereiding kan het poeder van Nuwiq gedurende één enkele periode van maximaal 1 maand op kamertemperatuur worden bewaard (maximaal 25 °C). Noteer op de buitenverpakking de datum waarop u u Nuwiq begint te bewaren op kamertemperatuur. Het product mag daarna niet opnieuw in de koelkast worden bewaard.

    Gebruik de klaargemaakte oplossing direct na bereiding.


    Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de beveiligde verpakking van vooral de spuit en/of de injectieflacon is aangetast.


    Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.

  6. Inhoud van de verpakking en overige informatie


Welke stoffen zitten er in dit middel?

Poeder:


Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

Octapharma AB, Lars Forssells gata 23, 112 75 Stockholm, Zweden


Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:


België/Belgique/Belgien Octapharma Benelux (Belgium) Tél/Tel: +32 2 3730890

Lietuva

Octapharma Nordic AB (Sweden) Tel: +46 8 56643000


България

Octapharma Nordic AB (Sweden)

Teл.: +46 8 56643000

Luxembourg/Luxemburg Octapharma Benelux (Belgium) Tél/Tel: +32 2 3730890


Česká republika Octapharma CZ s.r.o. Tel: +420 266 793 510

Magyarország

Octapharma Nordic AB (Sweden) Tel: +46 8 56643000


Danmark

Octapharma Nordic AB (Sweden) Tlf: +46 8 56643000

Malta

Octapharma Nordic AB (Sweden) Tel: +46 8 56643000


Deutschland Octapharma GmbH Tel: +49 2173 9170

Nederland

Octapharma Benelux (Belgium) Tel: +32 2 3730890

Eesti

Octapharma Nordic AB (Sweden) Tel: +46 8 56643000

Norge Octapharma AS Tlf: +47 63988860


Ελλάδα

Octapharma Hellas SA

Τηλ: +30 210 8986500

Österreich

Octapharma Handelsgesellschaft m.b.H. Tel: +43 1 610321222


España

Octapharma S.A. Tel: +34 91 6487298

Polska

Octapharma Poland Sp. z o.o. Tel: +48 22 2082734


France

Octapharma France Tél: +33 1 41318000

Portugal

Octapharma Produtos Farmacêuticos Lda. Tel: +351 21 8160820


Hrvatska

Octapharma Nordic AB (Sweden) Tel: +46 8 56643000

România

Octapharma Nordic AB (Suedia) Tel: +46 8 56643000


Ireland

Octapharma AB (Sweden) Tel: +46 8 56643000

Slovenija

Octapharma Nordic AB (Sweden) Tel: +46 8 56643000


Ísland

Octapharma AS (Norway) Sími: +47 63988860

Slovenská republika Octapharma AG, o.z.z.o. Tel: +421 2 54646701


Italia

Kedrion S.p.A.

Tel: +39 0583 767507

Suomi/Finland Octapharma Nordic AB Puh/Tel: +358 9 85202710


Κύπρος

Octapharma Nordic AB (Sweden)

Τηλ: +46 8 56643000

Sverige

Octapharma Nordic AB Tel: +46 8 56643000


Latvija

Octapharma Nordic AB (Sweden) Tel: +46 8 56643000

United Kingdom (Northern Ireland)

Octapharma Limited Tel: +44 161 8373770


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in


.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

image

De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: 'On demand'-behandeling

De toe te dienen hoeveelheid en de toedieningsfrequentie moeten altijd gericht zijn op de individuele

klinische werkzaamheid bij de patiënt.

In geval van de volgende bloedingen mag de factor VIII-activiteit niet dalen onder de in de overeenkomstige periode bepaalde plasma-activiteitswaarde (als % van normaal of IE/dl). De volgende

tabel kan worden gebruikt als doseringsleidraad bij bloedingen en chirurgische ingrepen.


image

Mate van bloeding/

image

type van chirurgische ingreep


image

Bloeding

Vereiste factor VIII- waarde (%) (IE/dl)

Dosisfrequentie (uren)/

duur van de behandeling (dagen)


Beginnende hemartrose, spier- of mondbloeding


image

Meer uitgebreide hemartrose, spierbloeding of hematomen


20–40 De toediening om de 12 tot 24 uur herhalen. Minstens 1 dag, tot de bloeding gestelpt is, zoals blijkt uit het verdwijnen van de pijn, of heling is verkregen.


30–60 Herhaal het infuus om de 12 tot 24 uur

gedurende 3 tot 4 dagen of langer, tot het acute ongemak en de pijn

verdwenen zijn.

image

Levensbedreigende bloedingen 60–100 Herhaal het infuus om de 8 tot 24 uur

image

tot het gevaar geweken is.

image

Chirurgische ingreep Kleine ingrepen,

image

met inbegrip van tandextractie


30–60 Om de 24 uur, minstens 1 dag, tot heling is opgetreden.

Zware ingrepen 80–100

(pre- en postoperatief)

Herhaal het infuus om de 8 tot 24 uur tot de wond voldoende geheeld is, vervolg dan de behandeling nog minstens 7 dagen om een factor VIII- activiteit te behouden tussen 30% en 60% (IE/dl).

image

INSTRUCTIES VOOR VOORBEREIDING EN TOEDIENING


  1. Laat de spuit met oplosmiddel (water voor injecties) en het poeder in de gesloten injectieflacon op kamertemperatuur komen. U kunt dit doen door deze in uw handen te houden tot ze net zo warm aanvoelen als uw handen. Gebruik geen andere methode voor het opwarmen van de injectieflacon en voorgevulde spuit. Deze temperatuur moet tijdens bereiding worden behouden.

  2. Verwijder de plastic flip-off dop van de injectieflacon met poeder, zodat het middenstuk van de rubber stop zichtbaar wordt. Verwijder niet de grijze stop of de metalen ring rond de

    bovenkant van de injectieflacon.

    image

  3. Reinig de bovenkant van de injectieflacon met een alcoholdoekje. Laat de alcohol drogen.

  4. Verwijder de papieren beschermlaag van de verpakking die de injectieflaconadapter bevat.

    Haal de adapter niet uit de verpakking.

    image

  5. Plaats de injectieflacon met poeder op een effen oppervlak en houd deze stevig vast. Pak de verpakking met de adapter en plaats de injectieflaconadapter op het midden van de rubber stop van de flacon met poeder. Druk de verpakking van de adapter stevig omlaag tot de punt van de adapter door de rubber stop dringt. De adapter klikt vast op de injectieflacon wanneer dit is gebeurd.

    image

  6. Verwijder de papieren beschermlaag van de verpakking die de voorgevulde spuit bevat. Houd de zuigerstang bij het uiteinde vast en raak de schacht niet aan. Bevestig het uiteinde met schroefdraad van de zuigerstang op de zuiger van de spuit met oplosmiddel. Draai de zuigerstang met de klok mee tot u een lichte weerstand voelt.

    image

  7. Breek de beveiligde plastic beschermpunt van de spuit met oplosmiddel af bij de perforatie op de dop. Raak de binnenkant van de dop of de punt van de spuit niet aan. Als de oplossing niet onmiddellijk wordt gebruikt, sluit de gevulde spuit dan met de beveiligde plastic beschermpunt af om deze te bewaren.

    image

  8. Verwijder de verpakking van de adapter en voer deze af.

  9. Bevestig de spuit met oplosmiddel stevig op de injectieflaconadapter door de spuit met de klok mee te draaien tot u weerstand voelt.

    image

  10. Spuit langzaam al het oplosmiddel in de injectieflacon met poeder door de zuigerstang omlaag te drukken.

    image

  11. Beweeg de injectieflacon, zonder de spuit te verwijderen, heel voorzichtig een paar keer of draai deze rond om het poeder op te lossen. Niet schudden. Wacht tot al het poeder helemaal is opgelost.

  12. Controleer de uiteindelijke oplossing visueel vóór toediening op vaste deeltjes. De oplossing moet helder, kleurloos en zo goed als vrij van zichtbare deeltjes zijn. Gebruik geen oplossingen die troebel zijn of bezinksels bevatten.

  13. Draai de injectieflacon met de spuit ondersteboven en trek langzaam de uiteindelijke oplossing op in de spuit. Zorg ervoor dat de volledige inhoud van de injectieflacon wordt opgetrokken in

    de spuit.

    image

  14. Maak de gevulde spuit los van de injectieflaconadapter door deze tegen de klok in te draaien en voer de lege injectieflacon af.

  15. De oplossing is nu klaar voor onmiddelijk gebruik. Niet in de koelkast bewaren.

  16. Reinig de geselecteerde injectieplaats met één van de meegeleverde alcoholdoekjes.

  17. Bevestig de meegeleverde infusieset op de spuit.

    Steek de naald van de infusieset in de gekozen ader. Als u een knelband heeft gebruikt om de ader gemakkelijker te kunnen zien,moet de knelband worden gelost voor u de oplossing begint

    te injecteren.

    Er mag geen bloed in de spuit stromen vanwege het risico op de vorming van fibrinestolsels.

  18. Injecteer de oplossing in de ader met een trage snelheid, niet sneller dan 4 ml per minuut.


Als u meer dan één injectieflacon vpoeder gebruikt voor één behandeling, mag u dezelfde injectienaald opnieuw gebruiken. De injectieflaconadapter en de spuit zijn bestemd voor eenmalig gebruik.