Opdivo
nivolumab
nivolumab
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Het is belangrijk dat u de waarschuwingskaart bij u draagt als u onder behandeling bent.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts.
Wat is OPDIVO en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
OPDIVO is een geneesmiddel voor het behandelen van:
gevorderd melanoom (een vorm van huidkanker) bij volwassenen
melanoom na volledig wegsnijden bij volwassenen (behandeling na chirurgie wordt ook wel adjuvante behandeling genoemd)
gevorderd niet-kleincellige longkanker (een vorm van longkanker) bij volwassenen
maligne pleuraal mesothelioom (een vorm van kanker die het longslijmvlies aantast) bij volwassenen
gevorderd niercelcarcinoom (gevorderde nierkanker) bij volwassenen
klassiek Hodgkin-lymfoom die terugkeert na, of niet heeft gereageerd op eerdere behandelingen waaronder autologe stamceltransplantatie (een transplantatie van uw eigen bloed-producerende cellen) bij volwassenen
gevorderde kanker van het hoofd-halsgebied bij volwassenen
gevorderd urotheelcarcinoom (blaas- en urinewegkanker) bij volwassenen
urotheelcarcinoomnavolledigeoperatieveverwijdering bij volwassenen
gevorderd colorectaalcarcinoom (darm- of endeldarmkanker) bij volwassenen
gevorderd oesofaguscarcinoom (slokdarmkanker) bij volwassenen
oesofaguscarcinoom (slokdarmkanker) of carcinoom van de overgang van de slokdarm naar de maag wanneer er na eerdere behandeling met chemotherapie en bestraling restziekte is aangetoond bij volwassenen
gevorderd adenocarcinoom van de maag, van de overgang van de slokdarm naar de maag of
van de oesofagus (slokdarm) bij volwassenen
Het bevat het werkzame bestanddeel nivolumab, wat een humaan monoklonaal antilichaam is, een soort eiwit gemaakt om specifieke stoffen in het lichaam te herkennen en zich daaraan te binden.
Nivolumab bindt zich specifiek aan een doeleiwit dat 'geprogrammeerde celdood-1-receptor' (programmed death-1 receptor, PD-1) genoemd wordt en die de activiteit kan uitschakelen van T-cellen (een type witte bloedcel die onderdeel uitmaakt van het immuunsysteem, de natuurlijke afweer van het lichaam). Door te binden aan PD-1, blokkeert nivolumab de werking ervan en voorkomt het dat uw T-cellen worden uitgeschakeld. Dit helpt om hun activiteit tegen de melanoom-, long-, nier-, lymfoïde, hoofd- en hals-, blaas, darm-, endeldarm-, maag- of
slokdarmkankercellen of kankercellen in de overgang van de slokdarm naar de maag te verhogen.
OPDIVO kan in combinatie gegeven worden met andere geneesmiddelen tegen kanker. Het is belangrijk dat u ook de bijsluiter van deze andere geneesmiddelen leest. Als u vragen heeft over deze geneesmiddelen, neem dan contact op met uw arts.
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6 “Inhoud van de verpakking en overige informatie”. Neem bij twijfel contact op met uw arts.
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt. OPDIVO kan het volgende veroorzaken:
zijn van ontsteking van de longen (pneumonitis of interstitiële longziekte).
(colitis), zoals buikpijn en slijm of bloed in de ontlasting.
afwijkingen in nierfunctietesten of minder urine produceren.
.
van de spieren) en rabdomyolyse (stijfheid van spieren en gewrichten, spierspasmen). Klachten en symptomen zijn bijvoorbeeld spierpijn, stijfheid, zwakte, pijn op de borst of ernstige vermoeidheid.
Als u een of meer van deze klachten of symptomen ervaart of als deze erger worden, vertel dit dan onmiddellijk aan uw arts. Probeer uw symptomen niet op eigen houtje met andere geneesmiddelen te behandelen. Uw arts kan:
u andere geneesmiddelen geven om complicaties te voorkomen en uw symptomen te verminderen;
u de volgende dosis OPDIVO niet geven;
of uw behandeling met OPDIVO helemaal stoppen.
U moet weten dat deze klachten en symptomen soms vertraagd optreden en zich weken of maanden na uw laatste dosis kunnen ontwikkelen. Voorafgaand aan de behandeling controleert uw arts uw algemene gezondheid. Er worden tijdens uw behandeling ook bloedonderzoeken uitgevoerd.
u een auto-immuunziekte heeft (een aandoening waarbij het lichaam zijn eigen cellen aanvalt);
u een oogmelanoom heeft;
u eerder ipilimumab werd gegeven, een ander geneesmiddel voor de behandeling van melanoom, en u ernstige bijwerkingen heeft ervaren vanwege dat geneesmiddel;
u is verteld dat de kanker is uitgezaaid naar uw hersenen
u in het verleden een ontsteking van de longen heeft gehad;
u geneesmiddelen heeft gebruikt om uw afweersysteem te onderdrukken.
OPDIVO mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten onder de 18 jaar.
Gebruikt u naast OPDIVO nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan aan uw arts. Gebruik tijdens uw behandeling geen andere geneesmiddelen zonder dit eerst met uw arts te bespreken.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
U moet effectieve anticonceptie gebruiken tijdens uw behandeling met OPDIVO en gedurende minstens 5 maanden na de laatste dosis van OPDIVO als u een vrouw bent die zwanger kan worden.
Het is niet bekend of OPDIVO in de moedermelk terechtkomt. Risico voor zuigelingen die borstvoeding krijgen, kan niet worden uitgesloten. Vraag uw arts of u tijdens of na behandeling met OPDIVO borstvoeding mag geven.
OPDIVO of OPDIVO in combinatie met ipilimumab kan een geringe invloed hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om machines te bedienen; wees dus voorzichtig bij het verrichten van deze activiteiten tot u er zeker van bent dat nivolumab geen negatief effect op u heeft.
U vindt de belangrijkste informatie uit deze bijsluiter ook in de waarschuwingskaart voor de patiënt die u van uw arts heeft gekregen. Het is belangrijk dat u deze waarschuwingskaart bewaart en laat zien aan uw partner en/of zorgverleners.
Wanneer OPDIVO alleen wordt gegeven, is de aanbevolen dosis 240 mg iedere 2 weken of 480 mg iedere 4 weken, afhankelijk van de indicatie.
Wanneer OPDIVO in combinatie met ipilimumab wordt gegeven voor de behandeling van huidkanker, is de aanbevolen dosis OPDIVO 1 mg nivolumab per kilogram van uw lichaamsgewicht voor de eerste 4 doses (combinatiefase). Daarna is de aanbevolen dosis OPDIVO 240 mg iedere
2 weken of 480 mg iedere 4 weken (fase met één middel).
Wanneer OPDIVO in combinatie met ipilimumab wordt gegeven voor de behandeling van gevorderde nierkanker, is de aanbevolen dosis van OPDIVO 3 mg nivolumab per kilogram van uw lichaamsgewicht voor de eerste 4 doses (combinatiefase). Daarna is de aanbevolen dosis
OPDIVO 240 mg iedere 2 weken of 480 mg iedere 4 weken (fase met één middel).
Wanneer OPDIVO in combinatie met ipilimumab wordt gegeven voor de behandeling van gevorderde darm- of endeldarmkanker, is de aanbevolen dosis van OPDIVO 3 mg nivolumab per kilo van uw lichaamsgewicht voor de eerste 4 doses (combinatiefase). Daarna is de aanbevolen dosis OPDIVO 240 mg iedere 2 weken (fase met één middel).
Wanneer OPDIVO wordt gegeven in combinatie met ipilimumab voor de behandeling van maligne pleuraal mesothelioom, is de aanbevolen dosis van OPDIVO 360 mg iedere 3 weken.
Wanneer OPDIVO in combinatie met ipilimumab wordt gegeven voor de behandeling van gevorderde slokdarmkanker, is de aanbevolen dosis van OPDIVO 3 mg nivolumab per kilogram van uw lichaamsgewicht iedere 2 weken of 360 mg iedere 3 weken.
Wanneer OPDIVO wordt gegeven in combinatie met chemotherapie voor de behandeling van gevorderde slokdarmkanker, is de aanbevolen dosis van OPDIVO 240 mg iedere 2 weken of 480 mg iedere 4 weken.
Als OPDIVO wordt gegeven in combinatie met chemotherapie voor de behandeling van gevorderd adenocarcinoom van de maag, de overgang van de slokdarm naar de maag of van de slokdarm, is de aanbevolen dosis van OPDIVO 360 mg iedere 3 weken of 240 mg iedere 2 weken.
Als OPDIVO wordt gegeven in combinatie met ipilimumab en chemotherapie voor de behandeling van gevorderde niet-kleincellige longkanker, dan krijgt u iedere 3 weken een infusie met 360 mg OPDIVO. Als u klaar bent met de 2 cycli van chemotherapie, krijgt u OPDIVO daarna in combinatie met ipilimumab. De aanbevolen dosis nivolumab is dan iedere 3 weken 360 mg OPDIVO.
Als OPDIVO wordt gegeven in combinatie met cabozantinib voor de behandeling van gevorderde nierkanker, is de aanbevolen dosis van OPDIVO 240 mg iedere 2 weken of 480 mg iedere 4 weken.
Afhankelijk van uw dosis kan de inhoud van de flacon met OPDIVO voorafgaand aan gebruik geheel of gedeeltelijk worden verdund met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of glucose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie. Er kan meer dan één flacon nodig zijn om de vereiste dosis te verkrijgen.
U wordt met OPDIVO behandeld in een ziekenhuis of kliniek, onder toezicht van een ervaren arts.
OPDIVO wordt u toegediend als infusie (een infuus) in een ader (intraveneus) gedurende 30 of 60 minuten, iedere 2 weken of 4 weken, afhankelijk van de dosering die u krijgt. Uw arts blijft u OPDIVO geven zo lang u er baat bij heeft of tot u de behandeling niet meer verdraagt.
Als OPDIVO in combinatie gegeven wordt met ipilimumab voor de behandeling van huid, gevorderde nierkanker, of gevorderde darm- of endeldarmkanker, krijgt u een infusie gedurende
30 minuten, iedere 3 weken voor de eerste 4 doses (combinatiefase). Daarna wordt het gegeven als een infusie gedurende 30 of 60 minuten, iedere 2 weken of 4 weken, afhankelijk van de dosering die u krijgt (fase met één middel).
Als OPDIVO wordt gegeven in combinatie met ipilimumab voor de behandeling van maligne pleuraal mesothelioom, krijgt u een infusie gedurende 30 minuten, iedere 3 weken.
Als OPDIVO wordt gegeven in combinatie met ipilimumab voor de behandeling van gevorderde slokdarmkanker, krijgt u een infusie gedurende 30 minuten, iedere 2 of 3 weken, afhankelijk van de dosering die u krijgt.
Als OPDIVO wordt gegeven in combinatie met chemotherapie voor de behandeling van gevorderde slokdarmkanker, krijgt u een infusie gedurende 30 minuten, iedere 2 of 4 weken, afhankelijk van de dosering die u krijgt.
Als OPDIVO wordt gegeven in combinatie met chemotherapie voor de behandeling van gevorderd adenocarcinoom van de maag, de overgang van de slokdarm naar de maag of van de slokdarm, krijgt u iedere 3 weken of iedere 2 weken een infusie gedurende 30 minuten, afhankelijk van de dosering die u krijgt.
Als OPDIVO wordt gegeven in combinatie met ipilimumab en chemotherapie voor de behandeling van gevorderde, niet-kleincellige longkanker, krijgt u iedere 3 weken een infusie gedurende 30 minuten.
Als OPDIVO wordt gegeven in combinatie met cabozantinib, krijgt u een infusie gedurende
30 minuten of 60 minuten, iedere 2 weken of iedere 4 weken, afhankelijk van de dosering die u krijgt.
Het is zeer belangrijk voor u om u te houden aan alle afspraken voor het toegediend krijgen van OPDIVO. Vraag uw arts wanneer u uw volgende dosis moet plannen als u een afspraak mist.
Stoppen met uw behandeling stopt mogelijk het effect van het geneesmiddel. Stop niet met de behandeling met OPDIVO tenzij u dit met uw arts heeft besproken.
Heeft u nog andere vragen over uw behandeling of over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts.
Als OPDIVO in combinatie met andere geneesmiddelen tegen kanker wordt gegeven, krijgt u eerst OPDIVO en daarna het andere geneesmiddel.
Zie de bijsluiter van deze andere geneesmiddelen om te begrijpen hoe de middelen worden gebruikt. Als u vragen heeft over deze geneesmiddelen, neem dan contact op met uw arts.
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. Uw arts bespreekt deze met u en legt uit wat de risico's en voordelen van uw behandeling zijn.
De volgende bijwerkingen zijn gemeld met alleen OPDIVO: Zeer vaak (kunnen optreden bij meer dan 1 op de 10 mensen)
Infecties van de bovenste luchtwegen
Een afname van het aantal rode bloedcellen (die zuurstof vervoeren), witte bloedcellen (die belangrijk zijn in het bestrijden van infecties) of bloedplaatjes (cellen die het bloed helpen stollen)Hoge suikerspiegels (hyperglykemie) of lage suikerspiegels (hypoglykemie) in het bloed
Diarree (waterige, dunne of zachte ontlasting), braken, misselijkheid, constipatie, buikpijn
Huiduitslag, soms met blaren, jeuk
Zich moe of zwak voelen, koorts, oedeem (zwelling)
Verminderde eetlust
Hoofdpijn
Kortademigheid (dyspneu), hoest
Pijn in de spieren, botten (pijn aan het skeletspierstelsel) en gewrichten (artralgie)
Ernstige longinfectie (pneumonie), bronchitis
Allergische reactie, reacties die gerelateerd zijn aan de infusie van het geneesmiddel, waaronder levensbedreigende allergische reactie
Te traag werkende schildklier (wat vermoeidheid of gewichtstoename kan veroorzaken), te snel werkende schildklier (wat snelle hartslag, transpiratie, gewichtsverlies veroorzaken), zwelling van de schildklier
Ontsteking van de zenuwen (wat een doof gevoel, zwakte, tinteling of een brandende pijn van de armen en benen veroorzaakt), duizeligheid
Hoge bloeddruk (hypertensie)
Ontsteking van de longen (pneumonitis, gekenmerkt door hoesten en ademhalingsproblemen), vocht rond de longen
Ontsteking van de darmen (colitis), zweren in de mond en koortsblaasjes (stomatitis), droge
mond
Huidkleurverandering in plekken (vitiligo), droge huid, roodheid van de huid, ongewone haaruitval of dunner wordend haar, netelroos (jeukende uitslag met bultjes)
Ontsteking van de gewrichten (artritis)
Pijn, pijn op de borst
Wazig zien, droge ogen
Uitdroging (dehydratie), gewichtsverlies
Snelle hartslag
Nierfalen (waaronder plotseling verlies van nierfunctie)
Toename van sommige witte bloedcellen
Verminderde uitscheiding van hormonen die gemaakt worden door de bijnieren (klieren die zich boven de nieren bevinden), verminderde functie (hypopituïtarisme) of ontsteking van de hypofyse (hypofysitis) die zich onderaan de hersenen bevindt, diabetes
Verhoogde zuurspiegels in het bloed
Beschadiging van de zenuwen, wat leidt tot gevoelloosheid en zwakte (polyneuropathie), een door het lichaam zelf opgewekte ontsteking van de zenuwen wat kan leiden tot gevoelloosheid, zwakte, tintelen of brandende pijn (auto-immuun-neuropathie)
Ontsteking van de hartspier
Ontsteking van het oog (wat kan leiden tot pijn en roodheid)
Ontsteking van het vlies om het hart en ophoping van vocht rond het hart (pericardiale aandoeningen), afwijkende hartslag, veranderingen in het ritme of de snelheid van de hartslag
Vocht in de longen
Ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis), ontsteking van de maag (gastritis)
Ontsteking van de lever (hepatitis), verstopping van de galwegen
Huidziekte met verdikte schijven rode huid, vaak met zilverkleurige schilfers (psoriasis), huidaandoening van het gezicht waarbij de neus en wangen abnormaal rood zijn (rosacea), ernstige aandoening van de huid die leidt tot rode, vaak jeukende plekjes die lijken op de uitslag bij mazelen en die start bij de ledematen en soms op het gezicht en de rest van het lichaam (erythema multiforme)
Ontsteking van de spieren wat zorgt voor pijn of stijfheid (polymyalgie reumatica)
Langdurende ziektes waarbij ontstekingscellen zich ophopen in verschillende organen en weefsels, meestal in de longen (sarcoïdose)
Een ziekte die ontsteking of vergroting van een lymfeklier veroorzaakt (lymfadenitis/ziekte van Kikuchi)
Zuur in het bloed veroorzaakt door diabetes (diabetische ketoacidose)
Een tijdelijke ontsteking van de zenuwen, wat leidt tot pijn, zwakte en verlamming van de ledematen (Guillain-Barré-syndroom), verlies van de beschermende omhulling rond de zenuwen (demyelinatie), een aandoening waarbij de spieren zwak en snel vermoeid raken (myastheen syndroom)
Ontsteking van de hersenen
Een tijdelijke en omkeerbare, niet infectieuze ontsteking van de beschermende membranen (vliezen) die om de hersenen en ruggenmerg zitten (aseptische meningitis)
Verminderde functie van de bijschildklier
Ontstekingsziekte van de bloedvaten
Zweren in de dunne darm
Ernstig loslaten van de huid met mogelijk dodelijke afloop (toxische epidermale necrolyse of Stevens-Johnson-syndroom)
Ziekte waarbij het immuunsysteem de klieren aanvalt die vocht, zoals tranen en speeksel, aanmaken voor het lichaam (Sjögrens syndroom), pijnlijke spieren, gevoelige spieren of zwakte, niet veroorzaakt door inspanning (myopathie), ontsteking van de spieren (myositis), stijfheid
van spieren en gewrichten, spierspasmen (rabdomyolyse)
Ontsteking van de nieren
Blaasontsteking. Tekenen en symptomen kunnen zijn: vaak plassen en/of pijnlijke urinelozing, aandrang om te plassen, bloed in de urine, pijn of druk in de onderbuik
Afstoting van een orgaantransplantaat
Een groep van metabolische complicaties die optreden na de kankerbehandeling, gekenmerkt door hoge niveaus van kalium en fosfaat in het bloed en een laag calciumniveau (tumorlysissyndroom)
Een ontstekingsziekte (waarschijnlijk auto-immuun van aard) die de ogen, huid en de membranen in de oren, hersenen en ruggenmerg aantast (Vogt-Koyanagi-Harada-syndroom)
Veranderingen die overal op de huid en/of rond de geslachtsdelen kunnen ontstaan en zorgen voor uitdrogen van de huid, dunner worden van de huid, jeuk en pijn (lichen sclerosus en andere lichen-aandoeningen)
Een aandoening waarbij het immuunsysteem te veel cellen aanmaakt die infecties bestrijden, genaamd histiocyten en lymfocyten, die diverse symptomen kan veroorzaken (genaamd hemofagocytaire lymfohistiocytose
De volgende bijwerkingen zijn gemeld met OPDIVO in combinatie met andere geneesmiddelen tegen kanker (de frequentie en ernst van de bijwerkingen kunnen verschillen per combinatie van geneesmiddelen tegen kanker):
Infecties van de bovenste luchtwegen, ernstige longinfectie (pneumonie)
Een verminderd aantal rode bloedcellen (die zuurstof vervoeren), witte bloedcellen (die belangrijk zijn bij het bestrijden van infecties) of bloedplaatjes (cellen die het bloed helpen stollen)
Te weinig werkende schildklier (wat kan leiden tot vermoeidheid of toename in lichaamsgewicht), te snel werkende schildklier (wat kan leiden tot een versnelde hartslag, zweten en gewichtsverlies), hoge suikerspiegels (hyperglykemie) of lage suikerspiegels (hypoglykemie) in het bloed
Verminderde eetlust, gewichtsverlies, lager gehalte aan albumine in het bloed, veranderde smaak
Ontsteking van de zenuwen (wat kan leiden tot voor gevoelloosheid, zwakte, een tintelend gevoel of brandende pijn in de armen en benen) hoofdpijn, duizeligheid
Hoge bloeddruk (hypertensie)
Veranderd stemgeluid bij praten (dysfonie)
Ademnood (dyspneu), hoesten
Ontsteking van de darmen (colitis), diarree (waterige, losse of zachte ontlasting), braken, verstopping (constipatie), braken, misselijkheid, buikpijn, zweren en koortsblaasjes in de mond (stomatitis)
Huiduitslag, soms met blaren, jeuk, pijn aan de handen of voetzolen, uitslag of roodheid van de huid, droge huid, tintelend gevoel en gevoeligheid dat zich kan uitbreiden tot symmetrisch verdeelde roodheid, zwelling en pijn aan de onderkant van uw voet en de binnenkant van uw hand (palmoplantair erytrodysesthesiesyndroom)
Pijn in de gewrichten (artralgie), pijn in de spieren en botten (skeletspierstelselpijn), spierspasmen
Eiwit in de urine (waargenomen in test)
Zich moe of zwak voelen, koorts, uw lichaam houdt te veel vocht vast (oedeem)
Bronchitis, ontsteking van het oog (conjunctivitis)
Toename in sommige witte bloedcellen, afname in aantal neutrofielen met koorts
Allergische reactie, reacties gerelateerd aan de infusie van het geneesmiddel
Afname in de uitscheiding van hormonen die geproduceerd worden door de bijnieren (klieren die zich boven de nieren bevinden), verminderde functie (hypopituïtarisme) of ontsteking (hypofysitis) van de hypofyse, die zich aan de basis van de hersenen bevindt, zwelling van de schildklier, diabetes
Dehydratie, lager gehalte fosfatase in het bloed
Gevoelloosheid, gevoel van zwakte en tinteling (paresthesie), een aanhoudend geluid horen zonder dat er een geluid is (tinnitus)
Ontsteking van het oog (wat pijn en roodheid kan veroorzaken), troebel zicht, droge ogen
Snelle hartslag, afwijkend hartritme, ontsteking van de hartspier
Vorming van een bloedstolsel in een bloedvat (trombose)
Ontsteking van de longen (pneumonitis, wat zich kenmerkt door hoesten en moeite met ademhalen), vocht rond de longen, bloedpropjes, bloedneus
Ontsteking van de pancreas (pancreatitis), droge mond, ontsteking van de maag (gastritis), pijn in de mond, aambeien
Ontsteking van de lever
Plekken met veranderde huidskleur (waaronder vitiligo), roodheid van de huid, ongewoon haarverlies of dunner wordend haar, veranderingen in haarkleur, netelroos (jeukende huiduitslag), verkleuring of abnormaal donker worden van de huid (hyperpigmentatie van de huid)
Ontsteking van de gewrichten (artritis), spiezwakte, pijnlijke spieren
Nierfalen (waaronder plotseling verlies van nierfunctie)
Pijn, pijn op de borst, koude rillingen
Een tijdelijke en omkeerbare, niet-infectieuze ontsteking van de beschermende membranen (vliezen) die om de hersenen en ruggenmerg zitten (aseptische meningitis)
Chronische ziektes geassocieerd met een stijging van ontstekingscellen in verschillende organen
en weefsels, meestal in de longen (sarcoïdose)
Verhoogde zuurspiegels in het bloed
Zuur in het bloed veroorzaakt door diabetes (diabetische ketoacidose)
Afname in de functie van de bijschildklier
Een tijdelijke ontsteking van de zenuwen die pijn veroorzaakt en zwakte en verlamming van de ledematen (Guillain-Barré syndroom); beschadiging van zenuwen die leidt tot gevoelloosheid en zwakte (polyneuropathie); ontsteking van de zenuwen; klapvoet (voetheffersparese); ontsteking van de zenuwen veroorzaakt doordat het lichaam zichzelf aanvalt, wat leidt tot gevoelloosheid, zwakte, tintelende of brandende pijn (auto-immuun-neuropathie), spierzwakte en vermoeidheid zonder atrofie (myasthenia gravis of syndroom)
Ontsteking van de hersenen
Veranderingen in het ritme of de snelheid van de hartslag, langzaam hartritme
Darmperforatie, ontsteking van de twaalfvingerige darm, branderig of pijnlijk gevoel in de tong (glossodynie)
Huidziekte met verdikte plekken van rode huid, vaak met zilverkleurige schilfers (psoriasis),
ernstige huidaandoening die rode, vaak jeukende plekjes veroorzaakt die lijken op mazelen, en die start op de ledematen en soms in het gezicht en op de rest van het lichaam (erythema multiforme)
Ernstig en mogelijk levensbedreigend vervellen van de huid (Stevens-Johnson-syndroom)
Chronische ziekte van de gewrichten (spondyloarthropathie); ziekte waarbij het immuunsysteem de klieren aanvalt die vloeistof voor het lichaam aanmaken, zoals tranen en speeksel (Syndroom van Sjögren), gevoelige spieren of spierzwakte, niet veroorzaakt door inspanning (myopathie), ontsteking van de spieren (myositis), stijfheid van spieren en gewrichten, spierspasmen (rabdomyolyse), ontsteking van de spieren die leidt tot pijn of stijfheid (polymyalgia rheumatica), botbeschadiging in de kaak, ongewone ruimte tussen twee lichaamsdelen, zoals
een orgaan of bloedvat en een andere structuur (fistel)
Ontsteking van de nieren
Blaasontsteking. Tekenen en symptomen kunnen zijn: vaak plassen en/of pijnlijke urinelozing, aandrang om te plassen, bloed in de urine, pijn of druk in de onderbuik
Ernstig en mogelijk fataal loslaten van de huid (toxische epidermale necrolyse)
Afstoting van een orgaantransplantaat
Een groep van metabolische complicaties die optreden na de kankerbehandeling, gekenmerkt door hoge niveaus van kalium en fosfaat in het bloed en een laag calciumniveau (tumorlysissyndroom)
Een ontstekingsziekte (waarschijnlijk auto-immuun van aard) die de ogen, huid en de membranen in de oren, hersenen en ruggenmerg aantast (Vogt-Koyanagi-Harada-syndroom)
Ontsteking van het vlies om het hart en ophoping van vocht rond het hart (pericardiale
aandoeningen)
Veranderingen die overal op de huid en/of rond de geslachtsdelen kunnen ontstaan en die kunnen zorgen voor op uitdrogen van de huid, dunner worden van de huid, jeuk en pijn (lichen sclerosus en andere lichen-aandoeningen)
Een aandoening waarbij het immuunsysteem te veel cellen aanmaakt die infecties bestrijden, genaamd histiocyten en lymfocyten, die diverse symptomen kan veroorzaken (genaamd hemofagocytaire lymfohistiocytose)
OPDIVO alleen of in combinatie kan verandering veroorzaken in de resultaten van tests die door uw arts worden uitgevoerd. Dit kan zijn:
Abnormale leverfunctietests (toename in de hoeveelheid van de leverenzymen aspartaataminotransferase, alanineaminotransferase, gammaglutamyltransferase of alkalische fosfatase in uw bloed, hogere bloedspiegels van het afvalproduct bilirubine)
Abnormale nierfunctietests (toename in de hoeveelheid creatinine in uw bloed)
Een stijging in het enzym dat vet afbreekt en van het enzym dat zetmeel afbreekt
Stijging of afname van de hoeveelheid calcium of kalium
Stijging of afname van de bloedspiegels van magnesium of natrium
Stijging in de hoeveelheid schildklierstimulerend hormoon
Stijging in triglyceridespiegels in het bloed
Stijging in cholesterolspiegels in het bloed
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en het etiket op de flacon na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C tot 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
De ongeopende flacon kan worden bewaard bij een gecontroleerde kamertemperatuur tot 25°C en kamerlicht voor een periode tot 48 uur.
Ongebruikt materiaal van de infusieoplossing niet bewaren voor hergebruik. Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
De werkzame stof in dit middel is nivolumab.
Elke ml concentraat voor oplossing voor infusie bevat 10 mg nivolumab.
Elke flacon bevat hetzij 40 mg (in 4 ml), 100 mg (in 10 ml), 120 mg (in 12 ml) of 240 mg (in 240ml) nivolumab.
De andere hulpstoffen in dit middel zijn: natriumcitraatdihydraat, natriumchloride (zie
rubriek 2 “OPDIVO bevat natrium”), mannitol (E421), pentetinezuur, polysorbaat 80 (E433), natriumhydroxide, zoutzuur, water voor injecties.
OPDIVO concentraat voor oplossing voor infusie (steriel concentraat) is een heldere tot licht doorschijnende, kleurloze tot lichtgele vloeistof voor intraveneuze infusie die een gering aantal lichte deeltjes kan bevatten.
Het is verkrijgbaar in verpakkingen met 1 flacon van 4 ml, 1 flacon van 10 ml, 1 flacon van 12 ml of 1 flacon van 24 ml.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2 Dublin 15, D15 T867
Ierland
Swords Laboratories Unlimited Company t/a Bristol-Myers Squibb Cruiserath Biologics Cruiserath Road, Mulhuddart
Dublin 15, D15 H6EF
Ierland
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
--
De bereiding moet worden uitgevoerd door hiertoe opgeleid personeel in overeenstemming met richtlijnen voor goede klinische praktijken, met name met betrekking tot asepsis.
Het is mogelijk dat meer dan één injectieflacon OPDIVO-concentraat nodig is om de totale dosis aan de patiënt toe te dienen.
Nivolumab als monotherapie:
De voorgeschreven dosis voor de patiënt is 240 mg of 480 mg ongeacht lichaamsgewicht, afhankelijk van de indicatie
Nivolumab in combinatie met ipilimumab:
De voorgeschreven dosis voor de patiënt wordt aangeduid in mg/kg. Op basis van deze voorgeschreven dosis berekent u de totale dosis die moet worden toegediend.
De totale dosis nivolumab in mg = het gewicht van de patiënt in kg × de voorgeschreven dosis in mg/kg.
Het volume OPDIVO-concentraat om de dosis te bereiden (ml) = de totale dosis in mg, gedeeld door 10 (de sterkte van het OPDIVO-concentraat is 10 mg/ml).
Nivolumab in combinatie met ipilimumab voor maligne pleuraal mesothelioom: De voorgeschreven dosis voor de patiënt is 360 mg ongeacht lichaamsgewicht.
Nivolumab in combinatie met ipilimumab bij gevorderde slokdarmkanker:
De voorgeschreven dosis voor de patiënt kan gebaseerd zijn op het lichaamsgewicht (3 mg/kg) of is 360 mg, ongeacht het lichaamsgewicht.
Nivolumab in combinatie met chemotherapie bij gevorderde slokdarmkanker:
De voorgeschreven dosis voor de patiënt is 240 mg of 480 mg, ongeacht het lichaamsgewicht.
Nivolumab in combinatie met chemotherapie bij adenocarcinoom van de maag-, gastro-oesofageale overgang of oesofagus:
De voorgeschreven dosis voor de patiënt is 360 mg of 240 mg ongeacht lichaamsgewicht.
Nivolumab in combinatie met ipilimumab en chemotherapie:
De voorgeschreven dosis voor de patiënt is 360 mg ongeacht lichaamsgewicht.
Nivolumab in combinatie met cabozantinib:
De voorgeschreven dosis voor de patiënt is 240 mg of 480 mg ongeacht lichaamsgewicht.
OPDIVO kan op de volgende manieren worden gebruikt voor intraveneuze toediening:
of
de uiteindelijke infuusconcentratie moet tussen 1 en 10 mg/ml liggen.
het totale volume van de infusie mag niet meer zijn dan 160 ml. Voor patiënten die minder dan 40 kg wegen, mag het totale volume van de infusie niet meer zijn dan 4 ml per kilogram lichaamsgewicht.
OPDIVO-concentraat kan worden verdund met:
natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie; of
50 mg/ml (5%) glucoseoplossing voor injectie.
Controleer het OPDIVO-concentraat op deeltjes of verkleuring. De flacon niet schudden.
OPDIVO-concentraat is een heldere tot licht doorschijnende, kleurloze tot lichtgele vloeistof. Voer de flacon af als de oplossing troebel of verkleurd is, of als deze kleine deeltjes bevat anders dan een paar doorzichtig tot witte deeltjes.
Trek de vereiste hoeveelheid OPDIVO-concentraat op met gebruikmaking van een daarvoor
geschikte steriele spuit.
Breng het concentraat over in een steriele, vacuüm glazen fles of infuuszak (PVC of polyolefine).
Indien van toepassing, verdunnen met het vereiste volume natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of 50 mg/ml (5%) glucoseoplossing voor injectie. Om de bereiding te vergemakkelijken, kan het concentraat ook direct worden overgebracht in een voorgevulde zak die het vereiste volume natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of 50 mg/ml (5%) glucoseoplossing voor injectie bevat.
De infusie voorzichtig mengen door deze handmatig rond te draaien. Niet schudden.
OPDIVO-infusie mag niet als intraveneuze push- of bolusinjectie worden toegediend. OPDIVO-infusie intraveneus toedienen gedurende een periode van 30 of 60 minuten, afhankelijk van de dosis.
OPDIVO-infusie mag niet tegelijkertijd met andere middelen in dezelfde intraveneuze lijn worden toegediend. Gebruik een aparte infusielijn voor de infusie.
Gebruik een infusieset en een steriel, niet-pyrogeen inlinefilter met lage eiwitbinding (poriegrootte van 0,2 μm tot 1,2 μm).
OPDIVO-infusie is compatibel met:
PVC-infuuszakken
polyolefine infuuszakken
glazen flessen
PVC-infusiesets
inlinefilters met polyethersulfonmembranen met poriegrootten van 0,2 µm tot 1,2 µm.
Na toediening van de dosis de lijn spoelen met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of 50 mg/ml (5%) glucoseoplossing voor injectie.
Ongeopende flacon
OPDIVO moet worden bewaard in de koelkast (2 °C tot 8 °C). De flacons moeten worden bewaard in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht. OPDIVO mag niet in de vriezer worden bewaard.
De ongeopende flacon kan worden bewaard bij een gecontroleerde kamertemperatuur tot 25°C en kamerlicht voor een periode tot 48 uur.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en op het etiket op de flacon na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
OPDIVO-infusie
De chemische en fysische stabiliteit bij gebruik vanaf het moment van bereiding zijn als volgt aangetoond (tijden zijn inclusief de periode van toediening):
Bereiding van de infusie | Chemische en fysische stabiliteit bij gebruik | |
Bewaren bij 2ºC tot 8ºC beschermd tegen licht | Bewaren bij kamertemperatuur (≤ 25°C) en kamerlicht | |
Onverdund of verdund met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie | 30 dagen | 24 uur (van in totaal 30 dagen bewaren) |
Verdund met 50 mg/ml (5%) glucose oplossing voor injectie | 7 dagen | 8 uur (van in totaal 7 dagen bewaren) |
Vanuit een microbiologisch oogpunt moet de bereide infusieoplossing, ongeacht het verdunningsmiddel, onmiddellijk worden gebruikt. Indien niet onmiddellijk gebruikt, zijn de bewaartijden tijdens gebruik en omstandigheden voorafgaand aan gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker en deze zijn normaliter niet langer dan 7 dagen bij 2°C tot 8°C of 8 uur (van in totaal 24 uur bewaren) bij kamertemperatuur (≤ 25°C). Tijdens de bereiding van de infusie dient aseptisch te worden gewerkt (zie rubriek 6.6).
Ongebruikt materiaal van de infusieoplossing niet bewaren voor hergebruik. Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
Rekening houdend met het beoordelingsrapport van het Risicobeoordelingscomité voor geneesmiddelenbewaking (PRAC) over de periodieke veiligheidsupdate(s) (PSUR(’s)) voor nivolumab, heeft het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik (CHMP) de volgende wetenschappelijke conclusies getrokken:
Het PRAC stem ermee in om rubriek 4.8 van de Samenvatting van Productkenmerken (SmPC) aan te passen en om de bijwerkingen: “lymfopenie, leukopenie, neutropenie, trombocytopenie en anemie”
te verplaatsen van “Onderzoeken” naar “Bloed- en lymfestelselaandoeningen”, en om de bijwerkingen “hyperglykemie, hypocalciëmie en gewichtsverlies” te verplaatsen van “Onderzoeken” naar “Voedings- en stofwisselingsstoornissen”. Aanvullend, om ervoor te zorgen dat patiënten volledig zijn geïnformeerd over wat diabetische ketoacidose (DKA) is en wat de specifieke klachten ervan zijn, dienen het risico op DKA en relevante symptomen te worden weergegeven in de bijsluiter.
Het CHMP stemt in met de door het PRAC getrokken wetenschappelijke conclusies.
Op basis van de wetenschappelijke conclusies voor nivolumab is het CHMP van mening dat de baten-risicoverhouding van het geneesmiddel dat nivolumab bevat ongewijzigd blijft op voorwaarde dat de voorgestelde wijzigingen in de productinformatie worden aangebracht.
Het CHMP beveelt aan de voorwaarden van de vergunning(en) voor het in de handel brengen te wijzigen.