Somavert
pegvisomant
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Wat is SOMAVERT en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
SOMAVERT wordt gebruikt voor de behandeling van acromegalie, een hormonale afwijking die het resultaat is van de toegenomen afscheiding van groeihormoon (GH) en IGF-I (Insuline-achtige groeifactoren), gekarakteriseerd door het te snel groeien van bot, zwelling van de weke delen, hartaandoeningen en daarmee samenhangende afwijkingen.
De werkzame stof van SOMAVERT, pegvisomant, staat bekend als een groeihormoonreceptorantagonist. Deze middelen verminderen de werking van GH en de hoeveelheden IGF-I die in het bloed circuleren.
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
Indien u wazig ziet of hoofdpijn krijgt, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
Uw arts of verpleegkundige zal de hoeveelheden IGF-I (Insuline-achtige groeifactoren) die in het bloed circuleren, controleren en zo nodig de dosis aanpassen.
Uw arts dient ook uw adenoom (goedaardige tumor) te controleren.
Uw arts zal leverfunctieonderzoeken bij u uitvoeren vóór het starten met en tijdens de behandeling met SOMAVERT. Als deze testresultaten afwijken, zal uw arts behandelopties met u bespreken. Zodra de behandeling start, zal uw arts of verpleegkundige de waarde van leverenzymen in het bloed elke 4 tot 6 weken controleren gedurende de eerste 6 maanden van de behandeling met SOMAVERT. De toediening van SOMAVERT dient te worden gestopt indien de verschijnselen van een leverziekte aanhouden.
Indien u diabeet bent, kan het nodig zijn dat uw arts de hoeveelheid insuline of andere geneesmiddelen die u gebruikt, moet aanpassen.
De vruchtbaarheid bij vrouwelijke patiënten kan toenemen als de ziekte verbetert. Het gebruik van dit geneesmiddel bij zwangere vrouwen wordt niet aangeraden en vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten worden geadviseerd om anticonceptie toe te passen. Zie verder ook de rubriek over Zwangerschap.
U moet het uw arts vertellen als u eerder andere geneesmiddelen heeft gebruikt voor de behandeling van acromegalie of geneesmiddelen heeft gebruikt voor de behandeling van diabetes.
Gebruikt u naast SOMAVERT nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Als onderdeel van uw behandeling kunnen u andere geneesmiddelen voorgeschreven worden. Het is belangrijk dat u zowel SOMAVERT als al uw andere geneesmiddelen blijft gebruiken tenzij u anders wordt verteld door uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Het gebruik van SOMAVERT bij zwangere vrouwen wordt niet aangeraden. Als u een vrouw bent die zwanger kan worden, moet u anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling.
Het is niet bekend of pegvisomant in de moedermelk wordt uitgescheiden. U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met SOMAVERT, tenzij uw arts dit met u heeft besproken.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Er is geen onderzoek uitgevoerd naar de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, d.w.z. dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
Injecteer dit geneesmiddel precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Een startdosis van 80 mg pegvisomant zal subcutaan (vlak onder de huid) worden gegeven door uw arts. Hierna bedraagt de gebruikelijke dagelijkse dosis pegvisomant 10 mg, dat via subcutane injectie (vlak onder de huid) wordt gegeven.
Om een optimale therapeutische respons te behouden zal uw arts om de vier tot zes weken geschikte aanpassingen van de dosis maken, met verhogingen van 5 mg pegvisomant/dag gebaseerd op uw zogenoemde IGF-I-serumwaarden.
SOMAVERT wordt onder de huid ingespoten. De injectie kan zelf worden toegediend of worden gegeven door iemand anders, bijvoorbeeld uw arts of zijn/haar assistent. De volledige instructies met
betrekking tot het injecteren aan het einde van deze bijsluiter moeten worden gevolgd. U dient door te
gaan met het injecteren van dit geneesmiddel zolang als aangegeven door uw arts.
Dit geneesmiddel moet worden opgelost voor gebruik. De injectie mag niet gemengd worden in dezelfde spuit of injectieflacon van een ander geneesmiddel.
Vetweefsel van de huid kan zich ophopen op de injectieplaats. Gebruik, om dit te vermijden, voor elke injectie een iets andere plek, zoals staat beschreven in Stap 2 van de rubriek ‘instructies voor het bereiden en toedienen van de SOMAVERT injectie’ van deze bijsluiter. Zo krijgen uw huid en het gebied onder uw huid de tijd om zich te herstellen van de injectie voordat op dezelfde plek een andere wordt gegeven.
Als u de indruk heeft dat het effect van dit geneesmiddel te sterk of te zwak is, raadpleeg dan uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Als u per ongeluk meer SOMAVERT heeft geïnjecteerd dan voorgeschreven door uw arts, zal dit waarschijnlijk niet ernstig zijn, maar u dient wel direct contact op te nemen met uw arts, apotheker, of verpleegkundige.
Indien u vergeet uzelf te injecteren, moet u, zodra als u hieraan denkt, de volgende dosis injecteren en vervolgens SOMAVERT injecteren zoals voorgeschreven door uw arts.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
Lichte tot ernstige allergische (anafylactische) reacties zijn gemeld bij sommige patiënten die SOMAVERT gebruiken. Symptomen van een ernstige allergische reactie kunnen een of meer van de volgende verschijnselen bevatten: zwelling van het gezicht, tong, lippen of keel; piepende of moeilijke ademhaling (spasme van het strottenhoofd); algemene huiduitslag, netelroos (urticaria) of jeuk; of duizeligheid. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als een van deze symptomen zich bij u voordoet.
Zeer vaak: komen voor bij meer dan 1 op de 10 personen
Hoofdpijn
Diarree
Gewrichtspijn
Vaak: komen voor bij minder dan 1 op de 10 personen
Kortademigheid.
Verhoogde bloedspiegels van stoffen waarmee de functie van de lever wordt gemeten. Dit kan worden afgeleid uit de resultaten van bloedtesten.
Bloed in de urine.
Verhoogde bloeddruk.
Obstipatie, gevoel van misselijkheid, overgeven, opgeblazen gevoel, spijsverteringsstoornis, gasvorming.
Duizeligheid, slaperigheid, ongecontroleerd beven, verminderde tastzin.
Bloeduitstortingen of bloedingen op de injectieplaats, pijn of zwelling op de injectieplaats, ophoping van vet onder het huidoppervlak op de injectieplaats, zwelling van de ledematen, zwakte, koorts.
Zweten, jeuk, huiduitslag, neiging tot het krijgen van bloeduitstortingen.
Spierpijn, artritis.
Verhoogd cholesterol in het bloed, gewichtstoename, verhoogde bloedsuikerwaarden, verlaagde bloedsuikerwaarden.
Griepachtige symptomen, vermoeidheid.
Abnormale dromen.
Oogpijn.
Soms: komen voor bij minder dan 1 op de 100 personen
Allergische reactie na toediening (koorts, huiduitslag, jeuk en, in ernstige gevallen, moeite met ademhalen, snelle zwelling van de huid, waarvoor dringend medische hulp nodig is). Kan onmiddellijk optreden, of enkele dagen na toediening.
Eiwit in de urine, toegenomen urineproductie, nierproblemen.
Gebrek aan interesse, gevoel van verwardheid, toegenomen geslachtsdrift, paniekaanval, geheugenverlies, slaapproblemen.
Verlaagde hoeveelheid bloedplaatjes in het bloed, verhoogde of verlaagde witte bloedcelwaarden in het bloed, bloedingsneiging.
Zich abnormaal voelen, gestoorde wondheling.
Oogspanning, binnenoorproblemen.
Zwelling in het gezicht, droge huid, nachtelijk transpireren, roodheid van de huid (erytheem), huiduitslag met hevige jeuk en bultjes (urticaria).
Verhoogde bloedspiegels van vettige stoffen, toegenomen eetlust.
Droge mond, toegenomen speekselproductie, tandproblemen, aambeien.
Abnormale smaakgewaarwording, migraine.
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Woede
Ernstige ademnood (laryngospasme)
Plotselinge zwelling van de huid en onderliggend weefsel en slijmvliezen van organen (angio- oedeem)
Bij ongeveer 17% van de patiënten ontstaan tijdens de behandeling antilichamen tegen het groeihormoon. Het lijkt er niet op dat de antilichamen de werking van dit geneesmiddel tegengaan.
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de injectieflacon en de doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
De injectieflacon(s) met poeder in de koelkast (2 °C – 8 °C) in de verpakking(en) bewaren ter bescherming tegen licht. Niet in de vriezer bewaren.
De verpakking(en) met de injectieflacon(s) met SOMAVERT poeder kan (kunnen) worden bewaard bij kamertemperatuur tot maximaal 25°C gedurende één periode van maximaal 30 dagen.
Schrijf de datum, dat wil zeggen dag/maand/jaar, waarop dit geneesmiddel uiterlijk kan worden
gebruikt op de verpakking (tot maximaal 30 dagen na de datum waarop de verpakking uit de koelkast is gehaald). De injectieflacon(s) moet(en) worden beschermd tegen licht. Plaats dit geneesmiddel niet terug in de koelkast.
Gooi dit geneesmiddel weg als het niet wordt gebruikt vóór de nieuwe datum waarop het uiterlijk kan worden gebruikt of vóór de uiterste houdbaarheidsdatum die op de verpakking staat gedrukt, afhankelijk van wat eerder is.
Bewaar de voorgevulde spuit(en) beneden 30°C of bewaar in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren.
Na bereiding moet de SOMAVERT-oplossing onmiddellijk worden gebruikt.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de oplossing troebel is of deeltjes bevat.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.
De werkzame stof in dit middel is pegvisomant.
SOMAVERT 10 mg: Een injectieflacon met poeder bevat 10 mg pegvisomant. Na reconstitutie met 1 ml oplosmiddel bevat 1 ml van de oplossing 10 mg pegvisomant.
SOMAVERT 15 mg: Een injectieflacon met poeder bevat 15 mg pegvisomant. Na reconstitutie met
1 ml oplosmiddel bevat 1 ml van de oplossing 15 mg pegvisomant.
SOMAVERT 20 mg: Een injectieflacon met poeder bevat 20 mg pegvisomant. Na reconstitutie met 1 ml oplosmiddel bevat 1 ml van de oplossing 20 mg pegvisomant.
SOMAVERT 25 mg: Een injectieflacon met poeder bevat 25 mg pegvisomant. Na reconstitutie met
1 ml oplosmiddel bevat 1 ml van de oplossing 25 mg pegvisomant.
SOMAVERT 30 mg: Een injectieflacon met poeder bevat 30 mg pegvisomant. Na reconstitutie met 1 ml oplosmiddel bevat 1 ml van de oplossing 30 mg pegvisomant.
De andere stoffen in dit middel zijn glycine, mannitol (E421), watervrij dinatriumfosfaat en natriumdiwaterstoffosfaat monohydraat (zie rubriek 2 “SOMAVERT bevat natrium”).
Het oplosmiddel is water voor injecties.
SOMAVERT wordt geleverd als een poeder en een oplosmiddel voor injectie, (hetzij 10 mg, 15 mg, 20 mg, 25 mg of 30 mg pegvisomant in een injectieflacon en 1 ml oplosmiddel in een voorgevulde spuit). De verpakkingsgrootten zijn 1 en/of 30 stuks. Niet alle verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Het poeder is wit en het oplosmiddel is helder en kleurloos.
Pfizer Europe MA EEIG Boulevard de la Plaine 17 1050 Brussel
België
Pfizer Manufacturing Belgium NV Rijksweg 12
2870 Puurs
België
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
Pfizer S.A./N.V. Pfizer S.A.
Tél/Tel: +32 (0)2 554 62 11 Tél/Tel: +32 (0)2 554 62 11
Пфайзер Люксембург САРЛ, Клон България Тел.: +359 2 970 4333
Pfizer Kft.
Tel.: + 36 1 488 37 00
Pfizer, spol. s r.o. Vivian Corporation Ltd.
Tel: +420 283 004 111 Tel: +356 21344610
Pfizer ApS Pfizer bv
Tlf: +45 44 20 11 00 Tel: +31 (0)10 406 43 01
Pfizer Pharma GmbH
Pfizer AS
Tel: +49 (0)30 550055 51000 Tlf: +47 67 52 61 00
Pfizer Luxembourg SARL Eesti filiaal Pfizer Corporation Austria Ges.m.b.H. Tel: +372 666 7500 Tel: +43 (0)1 521 15-0
PFIZER ΕΛΛΑΣ Α.Ε. Τηλ.: +30 210 6785800
Pfizer Polska Sp. z o.o. Tel.: +48 22 335 6100
Pfizer S.L.
Tel: +34 91 490 99 00
Laboratórios Pfizer, Lda. Tel: +351 21 423 5500
Pfizer
Tél: +33 (0)1 58 07 34 40
Pfizer România S.R.L Tel: +40 (0)21 207 28 00
Pfizer Croatia d.o.o. Tel: + 385 1 3908 777
Pfizer Luxembourg SARL, Pfizer, podružnica za svetovanje s področja farmacevtske dejavnosti, Ljubljana
Tel: + 386 (0)1 52 11 400
Pfizer Healthcare Ireland Pfizer Luxembourg SARL, organizačná zložka
Tel: 1 800 633 363 (toll free)
+44 (0)1304 616161
Tel: + 421 2 3355 5500
Icepharma hf. Pfizer Oy
Sími: + 354 540 8000 Puh/Tel: +358 (0)9 43 00 40
Pfizer S.r.l. Pfizer AB
Tel: +39 06 33 18 21 Tel: +46 (0)8 550 520 00
PFIZER ΕΛΛΑΣ Α.Ε. (CYPRUS BRANCH) Pfizer Limited
Τηλ: 357 22 817690 Tel: +44 (0)1304 616161
Pfizer Luxembourg SARL filiāle Latvijā Tel: +371 670 35 775
Pfizer Luxembourg SARL filialas Lietuvoje Tel. +3705 2514000
). Hier vindt u ook verwijzingen naar andere websites over zeldzame ziektes en hun behandelingen.
SOMAVERT poeder in een injectieflacon met oplosmiddel in een voorgevulde spuit Pegvisomant voor injectie
Uitsluitend voor subcutane injectie Injectieflacon met één dosis
SOMAVERT wordt geleverd in een injectieflacon als een wit blokje poeder. U moet SOMAVERT mengen met een vloeistof (oplosmiddel) voordat u het kunt gebruiken.
De vloeistof wordt geleverd in een voorgevulde spuit met het etiket ‘Oplosmiddel voor SOMAVERT’. Gebruik geen andere vloeistof om SOMAVERT mee te mengen.
Het is belangrijk dat u niet probeert uzelf of iemand anders een injectie te geven, tenzij uw
zorgverlener u dat heeft geleerd.
Bewaar de verpakking(en) met de injectieflacons met poeder in de koelkast tussen 2°C en 8°C en uit direct zonlicht.
De verpakking(en) met de injectieflacon(s) met SOMAVERT poeder kan (kunnen) worden bewaard
bij kamertemperatuur tot maximaal 25°C gedurende één periode van maximaal 30 dagen.
Schrijf de datum, dat wil zeggen dag/maand/jaar, waarop dit geneesmiddel uiterlijk kan worden gebruikt op de verpakking (tot maximaal 30 dagen na de datum waarop de verpakking uit de koelkast
is gehaald). De injectieflacon(s) moet(en) worden beschermd tegen licht. Plaats dit geneesmiddel niet
terug in de koelkast.
Gooi dit geneesmiddel weg als het niet wordt gebruikt vóór de nieuwe datum waarop het uiterlijk kan worden gebruikt of vóór de uiterste houdbaarheidsdatum die op de verpakking staat gedrukt, afhankelijk van wat eerder is.
De voorgevulde spuit met oplosmiddel kan bij kamertemperatuur bewaard worden. Buiten het bereik van kinderen houden.
Eén SOMAVERT verpakking met:
Een injectieflacon met SOMAVERT poeder.
Een voorgevulde spuit met oplosmiddel.
Een veiligheidsnaald. U zult ook nodig hebben:
Een watje.
Een alcoholdoekje
Een geschikte naaldencontainer.
dop van de injectieflacon
stop van de injectieflacon
(met de dop van de injectieflacon verwijderd)
uiterste gebruiksdatum
opening van de stop
naaldbeschermer
dop van de
spuit
ring van de
cilinder
Spuit greep
zuiger
naalddop Veiligheidsnaald
spuit
Voordat u begint:
Meng SOMAVERT en het oplosmiddel pas als u klaar bent om uw dosis te injecteren.
Haal één SOMAVERT verpakking uit de koelkast en laat de verpakking op natuurlijke wijze en op een veilige plaats op kamertemperatuur komen.
Was uw handen met water en zeep, en droog ze zorgvuldig af.
Maak de verpakking van de spuit en de veiligheidsnaald alvast open om ze gemakkelijker te kunnen pakken tijdens de voorbereiding voor de injectie.
Gebruik de spuit of de injectieflacon niet als:
ze beschadigd of defect zijn;
de uiterste gebruiksdatum is verstreken;
de spuit bevroren is geweest, ook niet als de spuit daarna ontdooid is.
3 Injectiegebied kiezen
Op minstens 5 cm afstand van de navel blijven.
Kies voor elke injectie een andere plaats binnen een gebied.
Vermijd rode, pijnlijke of harde gebieden, gebieden waar de huid dicht op de botten en beenderen ligt en gebieden met blauwe plekken, littekens of huidaandoeningen.
Reinig de injectieplaats met het alcoholdoekje zoals u dat geleerd heeft van uw zorgverlener.
Laat de injectieplaats drogen.
Dop van de injectieflacon
4 verwijderen
Verwijder de dop van de injectieflacon.
Gooi de dop weg. U heeft hem niet meer nodig.
Dop van de spuit
verwijderen
knak
Breek de dop van de spuit af. Dit kan misschien meer kracht kosten dan u verwacht.
Gooi de dop van de spuit weg. U heeft hem niet meer nodig.
Houd de spuit rechtop om lekken te voorkomen.
Veiligheidsnaald
bevestigen
Draai de veiligheidsnaald stevig en zo ver mogelijk op de spuit.
Naalddop verwijderen
Vouw de naaldbeschermer weg van de naalddop.
Trek de naalddop voorzichtig recht van de naald af.
Gooi de naalddop weg. U heeft hem niet meer nodig.
Naald insteken
Druk de naald door het midden van de stop van de injectieflacon, zoals op de afbeelding.
Ondersteun de spuit als de naald in de stop van de injectieflacon zit, om te voorkomen dat de naald buigt.
Vloeistof toevoegen
Kantel de injectieflacon en de spuit onder de juiste hoek zoals op de afbeelding te zien is.
Duw de zuiger langzaam naar beneden totdat alle vloeistof in de injectieflacon zit.
Schuim maakt het geneesmiddel onbruikbaar.
Draaibewegingen met de
injectieflacon maken
Houd de spuit en de injectieflacon samen vast met één hand zoals op de afbeelding te zien is.
Draai de vloeistof zachtjes, door met de injectieflacon al schuivend cirkelvormige bewegingen over een plat oppervlak te maken.
Blijf de vloeistof draaien totdat al het poeder volledig opgelost is.
Geneesmiddel
controleren
Bekijk het geneesmiddel aandachtig terwijl de naald nog in de injectieflacon zit. Het moet helder en vrij van deeltjes zijn.
Niet gebruiken als:
het geneesmiddel troebel of wazig is;
het geneesmiddel een kleur heeft;
er een laag schuim of deeltjes in de injectieflacon zitten.
Naald verplaatsen
Draai de injectieflacon zodanig dat u de opening in de stop kunt zien, zoals op de afbeelding te zien is.
Trek de naald naar beneden zodat de punt van de naald zich op het laagste punt in de vloeistof bevindt. Op die manier kunt u zoveel mogelijk vloeistof opzuigen.
Controleer of de zuiger niet verplaatst is. Als dat wel het geval is, duw hem dan helemaal terug in de spuit. Zo wordt alle lucht uit de spuit verwijderd voordat u de dosis opzuigt.
Dosis opzuigen
Trek de zuiger langzaam terug om zoveel mogelijk geneesmiddel uit de injectieflacon op te zuigen.
Trek de naald uit de injectieflacon.
Naald inbrengen
Knijp de huid op de injectieplaats voorzichtig samen.
Steek de gehele naald in de huidplooi.
Geneesmiddel
injecteren
Druk de zuiger langzaam in tot de cilinder leeg is.
Laat de huidplooi los en trek de naald er recht uit.
Naald afschermen
Vouw de naaldbeschermer over de naald.
Druk zachtjes op een hard oppervlak om de naaldbeschermer op zijn plaats te klikken.
Weggooien
De spuit en de naald mogen NOOIT hergebruikt worden. Gooi de naald en de spuit weg volgens de instructies van uw arts, verpleegkundige of apotheker en in overeenstemming met de lokale wetgeving inzake gezondheid en veiligheid.
Na de injectie
Gebruik indien nodig een schoon watje en druk lichtjes op de injectieplaats.
Reinig de stop van de injectieflacon met een nieuw alcoholdoekje en laat de stop volledig drogen. Als u de stop niet kunt reinigen, mag u de injectieflacon niet gebruiken.
Gebruik de spuit niet, ook niet als hij er onbeschadigd uitziet. Gooi de spuit weg op dezelfde manier als een gebruikte spuit. U moet een nieuwe spuit gebruiken.
Slechts één keer. Het terugtrekken en opnieuw insteken verhoogt de kans op beschadiging van de naald aanzienlijk en zal de naald bot maken. Dit kan ongemak veroorzaken en verhoogt de kans op beschadiging en infectie van de huid. Er bestaat ook een kans dat u wat van het geneesmiddel verliest.
Nee, de injectieflacon mag nooit geschud worden. Schudden kan het geneesmiddel vernietigen en schuimvorming veroorzaken. Het kan een paar minuten duren voordat het poeder volledig is opgelost, dus blijf zachtjes met de injectieflacon draaien totdat de vloeistof volledig helder is.
Schuim ziet eruit als een grote hoeveelheid kleine belletjes die als een laag boven op de vloeistof drijft. Injecteer SOMAVERT niet als er schuim is ontstaan.
Kleine luchtbelletjes zijn toegestaan
Een laag schuim is niet
toegestaan
Druk de zuiger zeer langzaam in zodat de vloeistof zachtjes langs de binnenkant in de injectieflacon stroomt. Spuit de vloeistof niet rechtstreeks op het poeder, want daardoor ontstaat schuim. Deze methode zorgt er ook voor dat u minder lang draaibewegingen met de injectieflacon hoeft te maken en dat er meer geneesmiddel opgezogen kan worden.
Kleine luchtbelletjes in de vloeistof zijn normaal en veilig om te injecteren. Het is echter mogelijk dat er per ongeluk lucht in de spuit wordt opgezogen. Die lucht moet vóór het injecteren wel worden verwijderd. Belletjes of luchtlagen die boven op de vloeistof drijven moeten terug in de injectieflacon gedrukt worden.
Door de vorm van de injectieflacon blijft er een hele kleine hoeveelheid geneesmiddel in de injectieflacon achter. Dat is normaal. Om ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk geneesmiddel achterblijft, moet u de punt van de naald zo laag mogelijk in de injectieflacon plaatsen als u uw dosis opzuigt.
Alle vragen moeten worden beantwoord door een arts, verpleegkundige of apotheker die vertrouwd is met SOMAVERT.