Arzerra
ofatumumab
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Wat is Arzerra en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe wordt dit middel gegeven?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
Arzerra bevat ofatumumab, dat tot een groep geneesmiddelen behoort die monoklonale antilichamen genoemd wordt.
U bent allergisch (overgevoelig) voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Neem contact op met uw arts als u denkt dat dit op u van toepassing is.
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit geneesmiddel krijgt:
als u hartproble me n heeft gehad
als u een longzie kte heeft
Neem contact op met uw arts als u denkt dat dit op u van toepassing is. Het kan nodig zijn om extra onderzoeken bij u uit te voeren terwijl u met Arzerra wordt behandeld.
Uw arts kan de hoeveelheid elektrolyten (zouten), zoals magnesium en kalium in uw bloed onderzoeken voor en tijdens uw behandeling met Arzerra. Uw arts kan u behandelen als er ontdekt wordt dat de elektrolyten niet in balans zijn.
Als u gevaccineerd wordt, vertel dan aan uw arts of aan de persoon die u het vaccin toedient, dat u met Arzerra wordt behandeld. Het kan zijn dat uw reactie op het vaccin verminderd is en dat u niet volledig beschermd bent.
Er zal bij u een test op hepatitis B (een leverziekte) worden uitgevoerd voordat de behandeling met Arzerra wordt gestart. Als u eerder hepatitis B heeft gehad, kan Arzerra ervoor zorgen dat het opnieuw actief wordt. Uw arts kan u behandelen met een geschikt antiviraal geneesmiddel om dit te voorkomen.
Als u hepatitis B heeft of heeft gehad, vertel dit dan aan uw arts voordat u Arzerra krijgt.
Dit type geneesmiddelen (monoklonale antilichamen) kan infusiereacties veroorzaken als ze in het lichaam geïnjecteerd worden. U zult geneesmiddelen krijgen zoals antihistaminica, steroïden of pijnstillers om reacties te verminderen. Zie ook rubriek 4, ‘Mogelijke bijwerkingen’.
Als u denkt dat u eerder een dergelijke reactie heeft gehad, vertel dit dan aan uw arts voordat Arzerra aan u wordt toegediend.
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
Progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML), een ernstige en levensbedreigende hersenaandoening, is gemeld met geneesmiddelen zoals Arzerra. Ve rte l he t onmidde llijk aan uw arts als u geheugenverlies, moeite met denken, moeite met wandelen of verlies van gezichtsvermogen heeft. Als u deze symptomen had voordat u met Arzerra werd behandeld, ve rte l he t dan onmidde llijk aan uw arts als een van deze symptomen verandert.
Het is niet bekend of Arzerra werkt bij kinderen en jongeren tot 18 jaar. Daarom wordt Arzerra niet aanbevolen bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Gebruikt u naast Arzerra nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor kruidengeneesmiddelen en andere geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Arzerra wordt normaal gesproken niet aanbevolen voor gebruik tijdens de zwangerschap.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Vertel dit dan aan uw arts voordat dit geneesmiddel aan u wordt gegeven. Uw arts zal het voordeel van de behandeling voor u afwegen tegen het risico voor uw baby van het gebruik van Arzerra tijdens uw zwangerschap.
Gebruik een betrouwbare middel om zwangerschap te voorkomen (voorbehoedsmiddel) tijdens de behandeling met Arzerra en gedurende 12 maanden na uw laatste dosis Arzerra. Vraag uw arts om advies als u zwanger wilt worden na deze periode.
Als u zwanger wordt tijdens de behandeling met Arzerra, vertel dit dan aan uw arts.
Het is niet bekend of de bestanddelen van Arzerra overgaan in moedermelk. Het geven van borstvoeding wordt niet aanbevolen tijdens de behandeling met Arzerra en gedurende 12 maanden na de laatste dosis Arzerra.
Het is niet waarschijnlijk dat Arzerra invloed heeft op uw vermogen om auto te rijden of machines te bedienen.
Arzerra bevat 34,8 mg natrium in elke 300 mg dosering, 116 mg natrium in elke 1000 mg dosering en 232 mg natrium in elke 2000 mg dosering. Als u een natriumarm dieet volgt, moet u hiermee rekening houden.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel, vraag het dan aan de arts of de verpleegkundige die de infusie toedient.
De gebruikelijke dosering Arzerra voor de eerste infusie is 300 mg. Deze dosering zal tijdens de volgende infusies worden verhoogd, meestal tot 1000 mg of 2000 mg.
Arzerra wordt toegediend in een ader (intraveneus) als een enkele uren durende infusie.
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
6 maanden.
Voor elk infuus met Arzerra krijgt u pre me dicatie – geneesmiddelen die zullen helpen om infusiereacties te verminderen. Dit kunnen antihistaminica, steroïden en pijnstillers zijn. U zult nauwlettend gecontroleerd worden en mochten er reacties optreden, dan zullen deze worden behandeld.
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
Dit type geneesmiddelen (monoklonale antilichamen) kan reacties veroorzaken die verband houden met de infusie en die in zeldzame gevallen ernstig zijn en overlijden kunnen veroorzaken. Ze kunnen vooral tijdens de eerste behandeling optreden.
misselijkheid
hoge temperatuur
huiduitslag
ademnood, hoesten
diarree
geen energie hebben
allergische reacties, soms ernstig met symptomen zoals jeukende huiduitslag met bultjes (galbulten), zwelling van het gezicht of de mond (angio-oedeem), die moeite met ademhalen en flauwvallen veroorzaakt
moeilijk ademhalen, kortademigheid, benauwdheid op de borst, hoesten
lage bloeddruk (kan een licht gevoel in het hoofd geven als u opstaat)
overmatig blozen
overmatig zweten
trillen of rillen
snelle hartslag
hoofdpijn
pijn in de rug
hoge bloeddruk
pijn of irritatie in de keel
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
verstopte neus
anafylactische reactie (ernstige allergische reactie), soms met anafylactische shock, waarvan de symptomen kunnen zijn: ademnood of moeilijk ademhalen, piepend ademhalen of hoesten, licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, veranderingen in bewustzijn, lage bloeddruk, met of zonder jeuk over het hele lichaam, rode huid, zwelling van het gezicht en/of de keel, blauwe verkleuring van de lippen, tong of de huid
vloeistof in de longen (pulmonaal oedeem) wat kortademigheid veroorzaakt
langzame hartslag
blauwe verkleuring van de lippen en de ledematen (mogelijke symptomen van een gebrek aan zuurstof (hypoxie))
Deze kunnen voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen:
vaak infecties krijgen, koorts, rillingen, keelpijn of mondzweren als gevolg van infecties
koorts, hoesten, moeilijk ademhalen, piepend ademhalen, mogelijke symptomen van infecties van de longen of de luchtwegen (ademhalingsstelsel), waaronder longontsteking
keelpijn, een gevoel van druk of pijn in de wangen en het voorhoofd, infectie van het oor, de neus of de keel
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen die in uw bloeduitslagen zichtbaar kunnen worden:
lage aantallen witte bloedcellen (neutropenie)
lage aantallen rode bloedcellen (anemie)
Deze kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen:
koorts of juist een erg lage lichaamstemperatuur, pijn op de borst, kortademigheid of snelle ademhaling, bibberen, rillingen, verwardheid, duizeligheid, minder plassen en snelle hartslag (mogelijke symptomen van een bloedinfectie)
moeite met plassen en pijn bij het plassen, heel sterk gevoel te moeten plassen, urineweginfecties
gordelroos, koortsblaasjes (mogelijke symptomen van een virale herpesinfectie die ernstig kan zijn)
Vaak voorkomende bijwerkingen die in uw bloeduitslagen zichtbaar kunnen worden:
lage aantallen bloedplaatjes in uw bloed (cellen die helpen bij de stolling van uw bloed)
Deze kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen:
verstopping in de darmen. Dit kan aanvoelen als maagpijn
Als u aanhoudende maagpijn heeft, ga dan zo sne l moge lijk naar uw arts .
gele huid en ogen, misselijkheid, verlies van eetlust, donkere urine (mogelijke symptomen van een infectie of re-activatie van het hepatitis B-virus)
geheugenverlies, moeite met denken, moeite met wandelen of verlies van gezichtsvermogen (mogelijke symptomen van een ernstige en levensbedreigende hersenaandoening (progressieve multifocale leuko-encefalopathie))
stijging van kalium, fosfaat en urinezuur in het bloed; dit kan nierproblemen veroorzaken (tumorlysissyndroom)
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
De symptomen van deze toestand zijn onder meer:
minder urine produceren dan normaal
spierspasmen
Als u deze symptomen opmerkt, ne e m dan zo sne l moge lijk contact op me t uw arts .
Soms voorkomende bijwerkingen die in uw bloeduitslagen zichtbaar kunnen worden:
problemen met de bloedstolling
het beenmerg produceert te weinig rode of witte bloedcellen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en het etiket van de injectieflacon na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Gekoeld bewaren en transporteren (2°C-8°C). Niet in de vriezer bewaren.
De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Bewaar de verdunde infusie-oplossing tussen 2°C en 8°C en gebruik de oplossing binnen 24 uur. Alle ongebruikte oplossing moet worden weggegooid 24 uur na de bereiding.
De werkzame stof in dit middel is ofatumumab. Een ml concentraat bevat 20 mg ofatumumab.
De andere stoffen in dit middel zijn arginine, natriumacetaat (E262), natriumchloride, polysorbaat 80 (E433), dinatrium EDTA (E386), zoutzuur (E507) (voor pH-aanpassing), water voor injectie (zie “Arzerra bevat natrium” in rubriek 2).
Arzerra is een kleurloos tot lichtgeel concentraat voor oplossing voor infusie.
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
Novartis Europharm Limited Frimley Business Park Camberley GU16 7SR Verenigd Koninkrijk
Glaxo Operations UK Limited (handelend als Glaxo Wellcome Operations), Harmire Road, Barnard Castle, County Durham DL12 8DT, Verenigd Koninkrijk.
Novartis Pharmaceuticals UK Limited, Frimley Business Park, Frimley, Camberley, Surrey GU16 7SR, Verenigd Koninkrijk
Novartis Pharma GmbH, Roonstrasse 25, 90429 Nürnberg, Duitsland
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Novartis Pharma Services Inc. Tel: +370 5 269 16 50
Novartis Bulgaria EOOD Тел: +359 2 489 98 28
Novartis s.r.o.
Tel: +420 225 775 111
Novartis Healthcare A/S Tlf: +45 39 16 84 00
Novartis Pharma Services Inc. Tel: +356 2122 2872
Novartis Pharma GmbH Tel: +49 911 273 0
Novartis Pharma B.V. Tel: +31 26 37 82 555
Novartis Pharma Services Inc. Tel: +372 66 30 810
Novartis Norge AS Tlf: +47 23 05 20 00
Novartis (Hellas) A.E.B.E. Τηλ: +30 210 281 17 12
Novartis Pharma GmbH Tel: +43 1 86 6570
Novartis Farmacéutica, S.A. Tel: +34 93 306 42 00
Novartis Poland Sp. z o.o. Tel.: +48 22 375 4888
Novartis Pharma S.A.S. Tél: +33 1 55 47 66 00
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A. Tel: +351 21 000 8600
Novartis Hrvatska d.o.o. Tel. +385 1 6274 220
Novartis Pharma Services Romania SRL Tel: +40 21 31299 01
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
Novartis Ireland Limited Tel: +353 1 260 12 55
Novartis Pharma Services Inc. Tel: +386 1 300 75 50
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Novartis Farma S.p.A. Tel: +39 02 96 54 1
Novartis Finland Oy
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200
Novartis Pharma Services Inc. Τηλ: +357 22 690 690
Novartis Sverige AB Tel: +46 8 732 32 00
SIA “Novartis Baltics” Tel: +371 67 887 070
Novartis Pharmaceuticals UK Ltd. Tel: +44 1276 698370
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Controleer voor verdunning of het Arzerra concentraat geen vreemde deeltjes en geen verkleuring bevat. Ofatumumab dient een kleurloze tot lichtgele oplossing te zijn. Gebruik het Arzerra concentraat niet indien er een verkleuring is opgetreden.
Schud de ofatumumab injectieflacon niet voordat u de controle uitvoert.
Het Arzerra concentraat moet voor gebruik onder aseptische omstandigheden worden verdund met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie.
Trek 15 ml op uit een 1000 ml infuuszak met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie en gooi dit weg
Trek 5 ml ofatumumab op uit elk van de drie 100 mg injectieflacons en injecteer dit in de 1000 ml infuuszak
Niet schudden, maar de oplossing mengen door voorzichtig omkeren
Trek 50 ml op uit een 1000 ml infuuszak met natriumchloride 9 mg/ml (0,9% oplossing voor injectie en gooi dit weg
Trek 50 ml ofatumumab op uit de 1000 mg injectieflacon en injecteer dit in de 1000 ml infuuszak
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
Niet schudden, maar de oplossing mengen door voorzichtig omkeren
Trek 100 ml op uit een 1000 ml infuuszak met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie en gooi dit weg
Trek 50 ml ofatumumab op uit elk van de twee 1000 mg injectieflacons en injecteer dit in de 1000 ml infuuszak
Niet schudden, maar de oplossing mengen door voorzichtig omkeren
Arzerra mag niet worden toegediend als een intraveneuze stoot- of bolusdosering. Het moet worden toegediend via een intraveneuze infusiepomp.
De infusie moet binnen 24 uur na bereiding worden beëindigd. Alle ongebruikte oplossing die na deze periode overgebleven is, moet worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
Arzerra mag niet worden gemengd met of toegediend worden als een infusie met andere geneesmiddelen of intraveneuze oplossingen. Spoel de lijn voor en na ofatumumab toediening met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie om menging te voorkomen.
Eerder onbehandelde CLL en recidief CLL:
De eerste infusie dient in 4,5 uur toegediend te worden (zie rubriek 4.2 van de SmPC) via een perifere lijn of een inwendige katheter, volgens het onderstaande schema:
Als de eerste infusie volledig werd toegediend zonder ernstige bijwerkingen, dan moeten de resterende infusies met 1000 mg worden toegediend in 4 uur (zie rubriek 4.2 van de SmPC) via een perifere lijn of een inwendige katheter, volgens het onderstaande schema. Als er enige infusiegerelateerde bijwerking wordt waargenomen, dan moet de infusie worden onderbroken en opnieuw worden gestart wanneer de toestand van de patiënt stabiel is (zie rubriek 4.2 van de SmPC).
Inf usieschema
Tijd na het starten van de infusie (minuten) | Infusie 1 | Volgende infusies* |
Infusiesnelheid (ml/uur) | Infusiesnelheid (ml/uur) | |
0-30 | 12 | 25 |
31-60 | 25 | 50 |
61-90 | 50 | 100 |
91-120 | 100 | 200 |
121-150 | 200 | 400 |
151-180 | 300 | 400 |
180+ | 400 | 400 |
* Als de voorgaande infusie volledig werd toegediend zonder ernstige infusiegerelateerde bijwerkingen. Als infusiegerelateerde bijwerkingen worden waargenomen, moet de infusie onderbroken worden en opnieuw worden opgestart zodra de toestand van de patiënt stabiel is (zie rubriek 4.2 van de SmPC). |
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
Refractaire CLL:
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
De eerste en tweede infusie moeten in 6,5 uur toegediend worden (zie rubriek 4.2 van de SmPC) via een perifere lijn of een inwendige katheter volgens het onderstaande schema:
Als de tweede infusie volledig werd toegediend zonder ernstige bijwerkingen, dan kunnen de resterende infusies (3 tot en met 12) toegediend worden binnen 4 uur (zie rubriek 4.2 van de SmPC) via een perifere lijn of een inwendige katheter, volgens het onderstaande schema. Als er enige infusiegerelateerde bijwerking wordt waargenomen, dan moet de infusie worden onderbroken en opnieuw worden gestart wanneer de toestand van de patiënt stabiel is (zie rubriek 4.2 van de SmPC).
Inf usieschema
Tijd na het starten van de infusie (minuten) | Infusies 1 en 2 | Infusies 3* tot 12 |
Infusiesnelheid (ml/uur) | Infusiesnelheid (ml/uur) | |
0-30 | 12 | 25 |
31- 60 | 25 | 50 |
61-90 | 50 | 100 |
91-120 | 100 | 200 |
121+ | 200 | 400 |
*Als de tweede infusie volledig werd toegediend zonder ernstige infusiegerelateerde bijwerkingen. Als infusiegerelateerde bijwerkingen worden waargenomen, moet de infusie onderbroken worden en opnieuw worden opgestart zodra de toestand van de patiënt stabiel is (zie rubriek 4.2 van de SmPC). |
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.