PegIntron
peginterferon alfa-2b
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Wat is PegIntron en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
De werkzame stof in dit geneesmiddel is een eiwit met de naam peginterferon-alfa-2b, dat behoort tot de geneesmiddelengroep van de interferonen. Interferonen worden door het immuunsysteem van uw lichaam aangemaakt om te helpen infecties en ernstige ziekten te bestrijden. Dit geneesmiddel wordt in uw lichaam geïnjecteerd om met uw immuunsysteem samen te werken. Dit geneesmiddel wordt gebruikt voor de behandeling van chronische hepatitis C, een virale infectie van de lever.
Volwassenen
De combinatie van dit geneesmiddel met ribavirine en boceprevir wordt aanbevolen bij bepaalde vormen van chronische infectie met hepatitis C-virus (ook wel HCV-infectie genoemd) bij volwassenen van
18 jaar en ouder. Het kan worden gebruikt bij volwassenen die niet eerder voor HCV-infectie zijn
behandeld of die eerder geneesmiddelen hebben gebruikt die interferonen en gepegyleerde interferonen worden genoemd.
De combinatie van dit geneesmiddel en ribavirine wordt aangeraden voor volwassenen van 18 jaar en ouder die niet eerder met deze geneesmiddelen zijn behandeld. Hiertoe behoren ook volwassenen die gelijktijdig zijn besmet met klinisch stabiele hiv (humaan immunodeficiëntievirus). De combinatie kan ook worden gebruikt om volwassenen te behandelen bij wie behandeling met een interferon-alfa of peginterferon-alfa in combinatie met ribavirine of alleen interferon-alfa heeft gefaald.
Als u een medische aandoening heeft die het gebruik van ribavirine gevaarlijk maakt of als u hiermee reeds een probleem heeft gehad, zal uw arts waarschijnlijk alleen dit geneesmiddel voorschrijven.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel wordt gebruikt in combinatie met ribavirine bij kinderen van 3 jaar en ouder en jongeren tot 18 jaar die niet eerder zijn behandeld voor chronische hepatitis C.
ernstige hartproblemen heeft gehad.
een hartziekte heeft die niet goed onder controle werd gehouden tijdens de afgelopen 6 maanden.
in een ernstige medische toestand verkeert waardoor u/het erg zwak bent/is.
auto-immune hepatitis of andere problemen met het immuunsysteem heeft.
andere geneesmiddelen inneemt die het immuunsysteem onderdrukken (verzwakken).
een gevorderde, ongecontroleerde leveraandoening heeft (afgezien van hepatitis C).
een schildklieraandoening heeft die niet goed onder controle kan worden gehouden met geneesmiddelen.
met telbivudine behandeld wordt (zie rubriek ‘Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?’).
U mag PegIntron niet gebruiken als een van de bovenstaande situaties op u of op het kind waar u voor zorgt van toepassing is.
Daarnaast mogen kinderen en jongeren tot 18 jaar dit geneesmiddel niet gebruiken als ze ernstige zenuw- of mentale problemen hebben gehad, zoals ernstige depressie of zelfmoordgedachten.
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
N.B.: Lees de rubriek ‘Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?’ van de bijsluiters van ribavirine en boceprevir voordat u deze geneesmiddelen in combinatie met dit geneesmiddel gebruikt.
Zoek onmiddellijk medische hulp bij een ernstige allergische reactie (zoals ademhalingsmoeilijkheden, een piepende ademhaling of netelroos).
een ernstige zenuw- of mentale stoornis heeft gehad of als u verslaafd bent geweest (bijv. aan alcohol of drugs).
Het gebruik van dit geneesmiddel bij kinderen en jongeren tot 18 jaar met bestaande of een
voorgeschiedenis van ernstige psychiatrische stoornissen is niet toegestaan (zie bovenstaande rubriek ‘Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?’).
wordt behandeld voor een psychische aandoening of in het verleden behandeld bent voor een
andere zenuw- of psychische stoornis, waaronder depressie (zoals gevoelens van droevigheid, neerslachtigheid) of zelfmoordneigingen of moorddadig gedrag (zie rubriek 4 ‘Mogelijke bijwerkingen’).
ooit een hartaanval of een hartaandoening heeft gehad.
een nierziekte heeft. Uw arts kan dan een lagere dosis dan de gebruikelijke voorschrijven en de bloedwaarden in de nier regelmatig controleren tijdens de behandeling. Als dit geneesmiddel
wordt gebruikt in combinatie met ribavirine, moet uw arts u of het kind waarvoor u zorgt
zorgvuldiger controleren op een mogelijke daling van het aantal rode bloedcellen.
verschijnselen ontwikkelt die wijzen op een verkoudheid of een andere luchtweginfectie, zoals
een ernstige ziekte heeft gehad waardoor de ademhaling of het bloed afwijkingen vertoonde.
de huidaandoeningen psoriasis of sarcoïdose heeft, die kunnen verergeren terwijl u dit geneesmiddel gebruikt.
van plan bent/is zwanger te worden, bespreek dit dan met uw arts vóór het starten van de
behandeling met dit geneesmiddel.
een orgaantransplantatie van de lever of de nier heeft ondergaan. Interferonbehandeling kan het risico op afstoting verhogen. Bespreek dit zeker met uw arts.
ook behandeld wordt voor hiv (zie rubriek ‘Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?’).
een infectie met het hepatitis B-virus heeft of heeft gehad. Uw arts kan het dan nodig vinden om u nauwkeuriger te volgen.
N.B.: Lees de rubriek ‘Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?’ van de bijsluiter van
Tijdens de behandeling kunnen sommige patiënten last hebben van oogproblemen of in zeldzame gevallen van verlies van het gezichtsvermogen. Uw arts dient een oogonderzoek uit te voeren voordat uw behandeling begint. Bij veranderingen in het gezichtsvermogen moet u uw arts inlichten en direct een compleet oogonderzoek ondergaan. Als u een medische aandoening heeft die kan leiden tot toekomstige oogproblemen (bijv. diabetes of hoge bloeddruk) dient u tijdens de therapie regelmatig een oogonderzoek te ondergaan. Als uw oogaandoening ernstiger wordt of als u nieuwe oogaandoeningen krijgt, zal uw behandeling worden stopgezet.
Terwijl u wordt behandeld met PegIntron kan uw arts u adviseren meer te drinken om een lage bloeddruk te helpen voorkomen.
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
Uw arts zal voordat u met de therapie begint en gedurende de behandeling uw bloed testen om te controleren of de therapie die u krijgt veilig en doeltreffend is.
Dit geneesmiddel wordt niet aanbevolen voor gebruik bij patiënten jonger dan 3 jaar.
Vertel uw arts of apotheker als u of het kind waar u voor zorgt:
andere geneesmiddelen of vitaminen/voedingssupplementen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
besmet bent/is met zowel humaan immunodeficiëntievirus (hiv-positief) als Hepatitis C Virus (HCV) en wordt behandeld met (een) anti-hiv-geneesmiddel(en) – [nucleoside reverse- transcriptaseremmer (NRTI) en/of hoog-actieve antiretrovirale therapie (HAART)]. Uw arts zal
u controleren op tekenen en verschijnselen van deze aandoeningen.
Het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met ribavirine en (een) anti-hiv- geneesmiddel(en) kan het risico verhogen op lactaatacidose, leverfalen en bloedafwijkingen: afname van het aantal rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedstollingscellen, die plaatjes worden genoemd. Patiënten met een leverziekte in een gevorderd stadium, die hoogactieve antiretrovirale therapie (HAART) ondergaan, lopen mogelijk een verhoogde kans op een verslechtering van de leverfunctie. Behandeling met alleen dit geneesmiddel of in combinatie met ribavirine kan deze kans verhogen.
Bij zidovudine en stavudine is het niet zeker of ribavirine de werking van deze geneesmiddelen zal veranderen. Daarom zal uw bloed regelmatig onderzocht worden om zeker te zijn dat de hiv-infectie niet erger wordt. Als de infectie erger wordt, zal uw arts beslissen of uw behandeling met ribavirine wel of niet moet worden aangepast. Bovendien zouden patiënten die zidovudine samen met de combinatietherapie van dit geneesmiddel en ribavirine krijgen, een verhoogd risico kunnen lopen om bloedarmoede (laag aantal rode bloedcellen) te ontwikkelen. Daarom wordt het gebruik van zidovudine samen met combinatietherapie van dit geneesmiddel en ribavirine niet aangeraden.
N.B.: Lees de rubriek ‘Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?’ van de bijsluiter van ribavirine
voordat u ribavirine in combinatie met dit geneesmiddel gebruikt.
tintelend en/of brandend gevoel in de armen en/of benen). Ook kunnen deze voorvallen
ernstiger zijn. Daarom mag u dit geneesmiddel niet gelijktijdig met telbivudine gebruiken.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
In onderzoek bij drachtige dieren hebben interferonen soms miskramen veroorzaakt. Het effect van dit geneesmiddel op de zwangerschap bij de mens is niet bekend. Meisjes of vrouwen in de vruchtbare
leeftijd moeten gebruikmaken van doeltreffende anticonceptie tijdens de behandeling met dit
geneesmiddel.
Ribavirine kan grote schade aan de ongeboren baby toebrengen. Daarom moeten u en uw partner
als u een meisje of een vrouw in de vruchtbare leeftijd bent die ribavirine inneemt: moet u een negatieve zwangerschapstest hebben vóór de behandeling, evenals een negatieve
zwangerschapstest iedere maand gedurende de behandeling en gedurende 4 maanden nadat de
behandeling is gestopt. U moet een doeltreffend voorbehoedmiddel gebruiken tijdens uw behandeling met ribavirine en gedurende de 4 maanden nadat de behandeling is gestopt. Dit dient te worden
besproken met uw arts.
als u een man bent die ribavirine inneemt:
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
mag u geen seks hebben met een zwangere vrouw tenzij u een condoom gebruikt. Als uw vrouwelijke partner niet zwanger is maar in de vruchtbare leeftijd is, moet ze tijdens de behandeling
iedere maand een zwangerschapstest ondergaan en gedurende 7 maanden nadat de behandeling is
gestopt. U of uw partner moet een doeltreffend voorbehoedmiddel gebruiken tijdens uw behandeling met ribavirine en gedurende 7 maanden na het einde van de behandeling. Dit dient te worden
besproken met uw arts.
Borstvoeding
Het is niet bekend of dit geneesmiddel in de moedermelk terechtkomt. Daarom mag u geen borstvoeding geven terwijl u behandeld wordt met dit geneesmiddel. Raadpleeg hierover uw arts.
N.B.: Lees de rubriek ‘Zwangerschap en borstvoeding’ van de bijsluiter van ribavirine voordat u ribavirine in combinatie met dit geneesmiddel gebruikt.
Bestuur geen auto of ander voertuig en gebruik geen machines als u zich vermoeid, slaperig of
verward voelt tijdens het gebruik van dit geneesmiddel.
Dit geneesmiddel bevat sucrose. Als u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per 0,7 ml, d.w.z. in wezen 'natriumvrij'.
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Algemene informatie over het gebruik van dit geneesmiddel
Uw arts heeft de juiste dosis van dit geneesmiddel bepaald op basis van uw gewicht of het gewicht van het kind waar u voor zorgt. Als het noodzakelijk is, kan de dosis veranderd worden gedurende de behandeling.
Dit geneesmiddel is bedoeld voor subcutaan gebruik. Dit betekent dat het via een korte injectienaald in het vetweefsel net onder de huid wordt geïnjecteerd. Als u dit geneesmiddel zelf injecteert, zal u worden uitgelegd hoe de injectie moet worden bereid en gegeven. Gedetailleerde instructies voor subcutane toediening worden aan het einde van deze bijsluiter gegeven (zie rubriek ‘Hoe PegIntron zelf toe te dienen’).
Water voor injecties en PegIntron poeder worden in aparte ampullen geleverd. Bereid de dosis door net voordat u wilt gaan injecteren water voor injecties aan PegIntron poeder toe te voegen en gebruik het onmiddellijk. Kijk goed naar de bereide oplossing voordat u deze gebruikt. De oplossing moet helder en kleurloos zijn. Gebruik de oplossing niet als deze is verkleurd (van kleur is veranderd) of als er deeltjes in de oplossing zitten. Gooi eventuele oplossing die in de injectieflacon achterblijft weg nadat u uzelf de injectie heeft toegediend. Raadpleeg voor instructies over het afvoeren rubriek 5 ‘Hoe bewaart u PegIntron?’.
Injecteer dit geneesmiddel eenmaal per week op dezelfde dag. Het wordt aangeraden om de dosis elke week op hetzelfde moment van de dag te injecteren om u te helpen het niet te vergeten.
Gebruik dit middel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Gebruik niet meer dan de aanbevolen dosering en gebruik het middel zolang het is voorgeschreven. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
Als uw arts dit geneesmiddel met ribavirine of met ribavirine en boceprevir voorschrijft, lees dan de bijsluiters van ribavirine en boceprevir voordat u met de combinatietherapie begint.
Gebruik bij volwassenen – PegIntron bij combinatietherapie
De dosis van dit geneesmiddel, in combinatie met ribavirine-capsules, bedraagt in het algemeen
1,5 microgram per kilogram lichaamsgewicht eenmaal per week. Als u een nierziekte heeft, kan uw dosis (afhankelijk van uw nierfunctie) lager zijn.
Gebruik bij volwassenen - PegIntron alleen
De gebruikelijke dosis van dit geneesmiddel, als het niet in combinatie met ribavirine gegeven wordt, bedraagt 0,5 of 1,0 microgram per kilogram lichaamsgewicht eenmaal per week, gedurende
6 maanden tot 1 jaar. Als u een nierziekte heeft, kan uw dosis lager zijn, afhankelijk van uw
nierfunctie. Uw arts bepaalt wat voor u de juiste dosis is.
Gebruik bij kinderen van 3 jaar en ouder en jongeren tot 18 jaar
PegIntron wordt gegeven in combinatie met ribavirine. De dosis PegIntron wordt bepaald via een berekening waarbij wordt gekeken naar zowel lengte als gewicht. Uw arts bepaalt wat voor u of voor het kind waar u voor zorgt de juiste dosis is. De behandeling kan maximaal 1 jaar duren, afhankelijk van het oordeel van de arts over u of het kind waar u voor zorgt.
Alle patiënten
Als u zich dit geneesmiddel zelf toedient, zorg er dan voor dat de dosis die voorgeschreven werd duidelijk vermeld staat op de verpakking van het geneesmiddel dat u ontvangt.
Raadpleeg zo snel mogelijk uw arts of ander verplegend personeel of de arts of verplegend personeel van het kind waar u voor zorgt.
Gebruik of dien de overgeslagen dosis van dit geneesmiddel toe zodra u het zich herinnert, maar alleen binnen 1 – 2 dagen na de vergeten dosis. Als het bijna tijd is voor uw volgende injectie mag u de
vergeten dosis niet inhalen en moet u de behandeling zoals gewoonlijk voortzetten.
Als u hier niet zeker over bent, neem dan contact op met uw arts of apotheker of de arts of apotheker van het kind waar u voor zorgt.
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. Alhoewel niet alle bijwerkingen zullen voorkomen, kan medische hulp nodig zijn. Wanneer dit geneesmiddel alleen wordt gebruikt, zijn een aantal van deze bijwerkingen minder waarschijnlijk, en een aantal is helemaal niet voorgekomen.
Een aantal patiënten wordt depressief wanneer ze met dit geneesmiddel alleen of in combinatie met ribavirine worden behandeld, en in sommige gevallen hebben ze gedachten gehad over het bedreigen van het leven van anderen, zelfmoordgedachten of vertoonden ze agressief gedrag (soms gericht op
anderen). Een aantal patiënten heeft daadwerkelijk zelfmoord gepleegd. Zoek met spoed hulp als u merkt dat u depressief wordt, zelfmoordgedachten heeft of veranderingen in uw gedrag vertoont.
Spreek een familielid of een goede vriend(in) aan die u kan helpen alert te blijven op tekenen van depressie of veranderingen in uw gedrag.
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
Kinderen en jongeren tot 18 jaar zijn in het bijzonder vatbaar om depressies te ontwikkelen wanneer ze een behandeling met dit geneesmiddel en ribavirine krijgen. Raadpleeg onmiddellijk uw arts of zoek dringende behandeling als ze ongebruikelijke gedragsverschijnselen vertonen, zich depressief voelen of het gevoel hebben dat ze zichzelf of anderen willen verwonden.
Tijdens de 1 jaar durende behandeling met dit geneesmiddel in combinatie met ribavirine, waren er
kinderen en jongeren tot 18 jaar die minder groeiden of in gewicht toenamen dan verwacht. Een aantal kinderen bereikte niet hun geraamde lengte binnen 1-5½ jaar na het beëindigen van de behandeling.
ademhalingsproblemen (waaronder kortademigheid),
zich depressief voelen,
slaap-, denk- of concentratiestoornissen, duizeligheid,
ernstige maagpijn of maagkrampen,
koorts of rillingen na een paar weken behandeling,
pijnlijke of ontstoken spieren (soms ernstig).
pijn op de borst; veranderingen in uw hartslag,
verwardheid,
moeilijkheden om alert te blijven, gevoelloosheid of tintelend gevoel,
pijn in de onderrug of in de zij, moeilijk of niet kunnen urineren,
oogproblemen of stoornissen bij het zien of horen,
ernstig of pijnlijk rood worden van uw huid of het slijmvlies,
ernstige bloedingen vanuit uw neus, tandvlees of een ander deel van uw lichaam.
zichzelf willen verwonden,
hallucinaties.
convulsie (‘stuip’),
bloed of klonters in de ontlasting (of zwarte, teerachtige ontlasting).
anderen willen verwonden.
Andere bijwerkingen die bij volwassenen zijn gemeld omvatten:
zich depressief voelen, prikkelbaarheid, moeite hebben om in slaap te vallen of door te slapen,
zich angstig of nerveus voelen, concentratieproblemen, stemmingswisselingen,
hoofdpijn, duizeligheid, gevoel van vermoeidheid, koude rillingen, koorts, griepachtige verschijnselen, virusinfectie, zwakte,
ademhalingsmoeilijkheden, keelontsteking (pijnlijke keel), hoesten,
maagpijn, overgeven, misselijkheid, diarree, verminderde eetlust, gewichtsverlies, droge mond,
haaruitval, jeuk, droge huid, huiduitslag, irritatie of roodheid (en in zeldzame gevallen huidbeschadiging) op de injectieplaats,
afname van het aantal rode bloedcellen (wat kan leiden tot vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid), afname van bepaalde witte bloedcellen (wat u vatbaarder maakt voor verschillende infecties),
pijn in gewrichten en spieren, spier- en botpijn.
daling van bloedstollende cellen die plaatjes worden genoemd, waardoor u eerder last kunt
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
krijgen van blauwe plekken en spontane bloedingen, overmaat aan urinezuur in het bloed (zoals bij jicht), lage calciumconcentratie in het bloed,
afname van de schildklieractiviteit (waardoor u zich vermoeid en depressief kunt voelen en uw
gevoeligheid voor kou en andere verschijnselen kan toenemen), toename van de schildklieractiviteit (wat kan leiden tot nervositeit, warmte-intolerantie en overmatig zweten, gewichtsverlies, hartkloppingen, trillingen), opgezwollen klieren (opgezwollen lymfeklieren), dorst,
veranderd gedrag of agressief gedrag (soms tegen anderen gericht), opgewondenheid, nervositeit, slaperigheid, slaapproblemen, ongebruikelijke dromen, minder zin in activiteiten,
minder zin in seks, erectieproblemen, toegenomen eetlust, verwardheid, trillende handen,
slechte coördinatie, vertigo (een draaierig gevoel), gevoelloosheid, pijn of tintelend gevoel, verhoogde of verlaagde gevoeligheid voor aanraking, gespannen spieren, pijn in armen of benen, artritis, migraine, toegenomen zweten,
oogpijn of -infectie, wazig zien, droge of tranende ogen, verandering in het gehoor/gehoorverlies, oorsuizen,
bijholteontsteking, luchtweginfecties, verstopte neus of loopneus, spraakproblemen, bloedneus, koortsblaasjes (herpes simplex), schimmel- of bacteriële infecties, oorinfectie/oorpijn,
indigestie (last van de maag), brandend maagzuur, roodheid of zweertjes in de mond, brandend
gevoel op de tong, rood of bloedend tandvlees, verstopping, winderigheid, opgeblazen gevoel, aambeien, pijnlijke tong, smaakverandering, tandproblemen, overmatig verlies van lichaamsvocht, vergrote lever,
psoriasis, overgevoeligheid voor zonlicht, huiduitslag met uitstekende gevlekte wondjes, roodheid van de huid of huidaandoeningen, opgezwollen gezicht, opgezwollen handen of
voeten, eczeem (ontstoken, rode, jeukende en droge huid met mogelijk vochtafscheidende wondjes), acne, netelroos, abnormale haarstructuur, nagelafwijking, pijn op de injectieplaats,
moeizame, onregelmatige of geen menstruatie, abnormaal hevige en langdurige menstruatie, problemen met de eierstokken of vagina, pijn in de borst, seksueel probleem, irritatie van de
prostaat, toegenomen behoefte om te urineren,
pijn op de borst, pijn aan de rechterzijde in de ribstreek, zich onwel voelen, lage of hoge bloeddruk, zich zwak voelen, plotselinge roodheid van gezicht en hals, hartkloppingen (bonzende hartslag), snelle hartslag.
zelfmoord, poging tot zelfmoord, gedachten over het in gevaar brengen van uw leven, paniekaanval, waanvoorstellingen, hallucinaties,
overgevoeligheidsreactie op de medicatie, hartaanval, ontsteking van de alvleesklier, botpijn en
diabetes mellitus,
witte afzettingen op het netvlies.
diabetische ketoacidose (medisch noodgeval veroorzaakt door ophoping van ketonlichamen in
het bloed ten gevolge van diabetes die niet onder controle is),
aanvallen (stuipen) en bipolaire stoornissen (stemmingsstoornissen die worden gekenmerkt door afwisselende periodes van droefheid en opgewondenheid),
oogproblemen, waaronder veranderingen in het gezichtsvermogen, beschadiging van het
netvlies, obstructie van de netvliesslagader, ontsteking van de oogzenuw, zwelling van het oog,
congestief hartfalen, abnormaal hartritme, pericarditis (ontsteking van het hartzakje), ontsteking en aantasting van spierweefsel en perifere zenuwen, nierproblemen,
sarcoïdose (een ziekte die gekenmerkt wordt door aanhoudende koorts, gewichtsverlies, pijnlijke en gezwollen gewrichten, huidwonden en opgezette klieren).
aplastische anemie, beroerte (cerebrovasculaire voorvallen), toxische epiderrmale
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
necrolyse/Stevens-Johnsonsyndroom/erythema multiforme (verschillende types huiduitslag met een wisselende graad van ernst (tot aan overlijden), die gepaard kunnen gaan met blaasjes in de mond, neus, ogen en andere slijmvliezen en het vervellen van het aangetaste huidoppervlak).
bewustzijnsverlies kwam zeer zelden voor met alfa-interferonen, voornamelijk bij oudere patiënten die met hoge doses werden behandeld.
pure red cell aplasia (een aandoening waarbij het lichaam de aanmaak van rode bloedcellen
heeft stopgezet of verminderd). Dit veroorzaakt ernstige bloedarmoede, waarvan de verschijnselen ongewone vermoeidheid en een gebrek aan energie zijn.
aangezichtsverlamming (het verslappen en doorzakken van één zijde van het gezicht), ernstige
allergische reacties zoals angio-oedeem (een allergische huidziekte die wordt gekenmerkt door plaatselijke zwellingen van de huid en onderhuid, de slijmvliezen en soms de inwendige organen), manie (overdreven of buitensporige opgewektheid), pericardeffusie (vochtophoping tussen het pericard (het hartzakje) en het hart zelf), Vogt-Koyanagi-Harada-syndroom (een auto- immuunontsteking die de ogen, huid en de membranen van oren, hersenen en ruggenmerg aantast), verkleuring van de tong.
gedachten over het in gevaar brengen van het leven van anderen.
longfibrose (vorming van littekenweefsel in de longen).
pulmonale arteriële hypertensie – een aandoening waarbij de bloedvaten in de longen ernstig zijn vernauwd, wat leidt tot een hoge bloeddruk in de bloedvaten die bloed van het hart naar de longen voeren. Dit kan zich met name voordoen bij patiënten met risicofactoren zoals hiv- infectie of ernstige leverproblemen (cirrose). De bijwerking kan op verscheidene tijdstippen tijdens de behandeling ontstaan, doorgaans enkele maanden na aanvang van de behandeling met PegIntron.
reactivering van hepatitis B bij patiënten met een gelijktijdige HCV/HBV-infectie (opnieuw optreden van hepatitis B-infectie).
Als u een volwassen patiënt bent die gelijktijdig met HCV/hiv besmet is en HAART krijgt, kan de toevoeging van dit geneesmiddel en ribavirine uw risico op lactaatacidose, leverfalen en
bloedafwijkingen (afname van het aantal rode bloedcellen die zuurstof vervoeren, bepaalde witte bloedcellen die infectie bestrijden en bloedplaatjes die het bloed laten stollen) verhogen.
De volgende andere bijwerkingen (niet hierboven genoemd) zijn voorgekomen bij de combinatie van dit geneesmiddel en ribavirine-capsules (volwassenen) bij patiënten die gelijktijdig met HCV/hiv besmet waren en HAART kregen:
orale candidiase (spruw),
verstoorde vetstofwisseling,
verlaagde CD4-lymfocyten,
verminderde eetlust,
rugpijn,
leverontstekingsziekte (hepatitis),
pijn in armen of benen,
en verschillende afwijkingen van de laboratoriumwaarden in het bloed.
De volgende bijwerkingen zijn voorgekomen bij kinderen en jongeren tot 18 jaar:
verminderde eetlust, duizeligheid, hoofdpijn, overgeven, misselijkheid, maagpijn,
haaruitval, droge huid, pijn in gewrichten en spieren, roodheid op de injectieplaats,
prikkelbaarheid, zich moe voelen, zich onwel voelen, pijn, koude rillingen, koorts, griepachtige verschijnselen, zwakte, groeivertraging (lengte en gewicht naar leeftijd),
afname van het aantal rode bloedcellen, wat kan leiden tot vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid.
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
schimmelinfectie, verkoudheid, koortsuitslag, keelontsteking (pijnlijke keel), bijholteontsteking, oorinfectie, hoesten, keelpijn, het koud hebben, oogpijn,
daling van bloedstollende cellen (plaatjes), waardoor u eerder last kunt krijgen van blauwe
plekken en spontane bloedingen, opgezwollen klieren (opgezwollen lymfeklieren), afwijkende schildkliertesten, verlaagde schildklieractiviteit, waardoor u zich moe of depressief kunt voelen, en wat uw gevoeligheid voor kou en andere verschijnselen kan verhogen,
gedachten of pogingen om jezelf te beschadigen, agressief gedrag, opgewondenheid, woede, stemmingswisselingen, nervositeit of rusteloosheid, depressie, zich angstig voelen, moeite
hebben om in slaap te vallen of door te slapen, emotionele instabiliteit, slaap van slechte kwaliteit, slaperigheid, aandachtsstoornis,
smaakveranderingen, diarree, last van de maag, mondpijn,
flauwvallen, hartkloppingen (bonzende hartslag), snelle hartslag, plotselinge roodheid van gezicht en hals, bloedneus,
zweertjes in de mond, scheurtjes in de lippen en kloofjes in de mondhoeken, huiduitslag, roodheid van de huid, jeuk, eczeem (ontstoken, rode, jeukende en droge huid met mogelijk
vochtafscheidende wondjes), acne,
rugpijn, spier- en botpijn, pijn in armen of benen, droogheid, pijn, huiduitslag, irritatie of jeuk op de injectieplaats.
pijn of moeilijkheden bij het plassen, plasfrequentie, overmaat aan eiwit in de urine, pijnlijke menstruatie,
jeuk rond de anus (draad- of spoelwormen), ontsteking van het maag- of darmslijmvlies,
ontstoken tandvlees, vergrote lever,
abnormaal gedrag, emotionele stoornis, angst, nachtmerries, trillingen, verminderde gevoeligheid voor aanraking, gevoelloosheid of tintelend gevoel, uitstralende pijn in het verloop
van één of meer zenuwbanen, sufheid,
bloeding van het slijmvlies waarmee de binnenkant van de oogleden is bekleed, jeukende ogen, oogpijn, wazig zien, lichtintolerantie,
lage bloeddruk, bleekheid, onaangenaam gevoel in de neus, loopneus, piepende ademhaling, ademhalingsmoeilijkheden, pijn of onaangenaam gevoel op de borst,
roodheid, zwelling, pijn van de huid, gordelroos, overgevoeligheid van de huid voor zonlicht,
huiduitslag met uitstekende gevlekte wondjes, huidverkleuring, schilfering van de huid, verkorting van spierweefsel, spiertrekkingen, aangezichtspijn, blauwe plekken.
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Herinnering voor volwassen patiënten die een combinatietherapie van dit geneesmiddel, boceprevir en ribavirine voorgeschreven krijgen: lees de rubriek ‘Mogelijke bijwerkingen’ van deze bijsluiters.
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C).
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
Gebruik de bereide oplossing (de oplossing die u heeft bereid door water voor injecties aan het PegIntron poeder toe te voegen) onmiddellijk of binnen 24 uur wanneer bewaard in de koelkast bij 2 °C – 8 °C.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u verkleuring constateert van het poeder, dat wit moet zijn.
De bereide oplossing moet helder en kleurloos zijn. Gebruik de oplossing niet als die verkleurd is of deeltjes bevat. PegIntron-injectieflacons zijn uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik. Gooi het
ongebruikte materiaal weg.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
De werkzame stof in dit middel is peginterferon-alfa-2b.
PegIntron 50 microgram poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Elke injectieflacon bevat 50 microgram peginterferon-alfa-2b, gemeten op eiwitbasis.
Elke injectieflacon levert 50 microgram/0,5 ml oplossing, indien opgelost zoals aanbevolen.
PegIntron 80 microgram poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Elke injectieflacon bevat 80 microgram peginterferon-alfa-2b, gemeten op eiwitbasis.
Elke injectieflacon levert 80 microgram/0,5 ml oplossing, indien opgelost zoals aanbevolen.
PegIntron 100 microgram poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Elke injectieflacon bevat 100 microgram peginterferon-alfa-2b, gemeten op eiwitbasis.
Elke injectieflacon levert 100 microgram/0,5 ml oplossing, indien opgelost zoals aanbevolen.
PegIntron 120 microgram poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Elke injectieflacon bevat 120 microgram peginterferon-alfa-2b, gemeten op eiwitbasis.
Elke injectieflacon levert 120 microgram/0,5 ml oplossing, indien opgelost zoals aanbevolen.
PegIntron 150 microgram poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Elke injectieflacon bevat 150 microgram peginterferon-alfa-2b, gemeten op eiwitbasis.
Elke injectieflacon levert 150 microgram/0,5 ml oplossing, indien opgelost zoals aanbevolen.
De andere stoffen in dit middel zijn:
Poeder: watervrij dinatriumfosfaat; natriumdiwaterstoffosfaatdihydraat; sucrose en polysorbaat 80.
Oplosmiddel: water voor injecties.
Dit geneesmiddel is een poeder en oplosmiddel (vloeistof) voor oplossing voor injectie.
Het witte poeder is verpakt in een 2 ml glazen injectieflacon en het heldere en kleurloze oplosmiddel bevindt zich in een 2 ml glazen ampul.
PegIntron is verkrijgbaar in verschillende verpakkingsgrootten:
1 injectieflacon met poeder voor oplossing voor injectie en 1 ampul met oplosmiddel voor injectie;
1 injectieflacon met poeder voor oplossing voor injectie, 1 ampul met oplosmiddel voor injectie, 1 injectiespuit, 2 injectienaalden en 1 reinigingsdoekje;
4 injectieflacons met poeder voor oplossing voor injectie en 4 ampullen met oplosmiddel voor
injectie;
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
4 injectieflacons met poeder voor oplossing voor injectie, 4 ampullen met oplosmiddel voor injectie, 4 injectiespuiten, 8 injectienaalden en 4 reinigingsdoekjes;
6 injectieflacons met poeder voor oplossing voor injectie en 6 ampullen met oplosmiddel voor
injectie;
12 injectieflacons met poeder voor oplossing voor injectie, 12 ampullen met oplosmiddel voor injectie, 12 injectiespuiten, 24 injectienaalden en 12 reinigingsdoekjes.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Merck Sharp & Dohme B.V.
Waarderweg 39
2031 BN Haarlem Nederland
SP Labo N.V. Industriepark 30
B-2220 Heist-op-den-Berg
België
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
MSD Belgium BVBA/SPRL
Tel: 0800 38 693 (+32(0)27766211)
UAB Merck Sharp & Dohme
Tel. +370 5 278 02 47
Мерк Шарп и Доум България ЕООД Тел.: +359 2 819 3737
Merck Sharp & Dohme s.r.o.
Tel: +420 233 010 111
MSD Pharma Hungary Kft.
Tel.: +36 1 888 5300
MSD Danmark ApS
Tlf: + 45 4482 4000
Merck Sharp & Dohme Cyprus Limited
Tel: 8007 4433 (+356 99917558)
MSD SHARP & DOHME GMBH
Tel: 0800 673 673 673 (+49 (0) 89 4561 2612)
Merck Sharp & Dohme BV
Tel.: 0800 9999000 (+31 23 5153153)
Merck Sharp & Dohme OÜ
Tel.: +372 6144 200
MSD (Norge) AS
Tlf: +47 32 20 73 00
MSD Α.Φ.Β.Ε.Ε.
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
Τηλ: +30 210 98 97 300
Merck Sharp & Dohme Ges.m.b.H.
Tel: +43 (0) 1 26 044
Merck Sharp & Dohme de España, S.A.
Tel: +34 91 321 06 00
MSD Polska Sp. z o.o.
Tel: +48 22 549 51 00
MSD France
Tél: + 33-(0)1 80 46 40 40
Merck Sharp & Dohme, Lda
Tel: +351 21 4465700
Merck Sharp & Dohme d.o.o.
Tel: + 385 1 6611 333
Merck Sharp & Dohme Romania S.R.L.
Tel: +40 21 529 2900
Merck Sharp & Dohme Ireland (Human Health)
Limited
Tel: +353 (0)1 2998700
Merck Sharp & Dohme, inovativna zdravila d.o.o.
Tel: +386 1 5204 201
Vistor hf.
Sími: + 354 535 7000
Merck Sharp & Dohme, s. r. o. Tel: +421 2 58282010
MSD Italia S.r.l.
Tel: +39 06 361911
medicalinformation.it@merck.com
MSD Finland Oy
Puh/Tel: +358 (0)9 804 650
Merck Sharp & Dohme Cyprus Limited
Τηλ.: 800 00 673 (+357 22866700)
Merck Sharp & Dohme (Sweden) AB
Tel: +46 77 5700488
SIA Merck Sharp & Dohme Latvija
Tel: +371 67364224
Merck Sharp & Dohme Limited
Tel: +44 (0) 1992 467272
medicalinformationuk@merck.com
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
Voorbereiding
een injectieflacon met PegIntron poeder voor injectie;
een ampul met water voor injecties (oplosmiddel) om de PegIntron-injectie te bereiden;
een 1 ml spuit;
een lange naald (bijvoorbeeld 0,8 x 40 mm [21 gauge 1,5 inch]) die moet worden gebruikt om water voor injecties toe te voegen aan de injectieflacon met PegIntron poeder;
een korte naald (bijvoorbeeld 0,3 x 13 mm [30 gauge 0,5 inch]) voor subcutane injectie;
een reinigingsdoekje. Was uw handen zorgvuldig.
Oplossen van PegIntron poeder voor injectie
Vóór oplossing kan dit geneesmiddel eruitzien als een witte klont (tabletvormig, eventueel in stukjes) of als een wit poeder.
Wanneer de volledige hoeveelheid oplosmiddel toegevoegd is aan al het PegIntron poeder, heeft de
oplossing de juiste concentratie om uw dosis af te meten (d.w.z. 0,5 ml bevat de aangeduide hoeveelheid).
Een klein volume gaat verloren tijdens de bereiding van dit geneesmiddel voor injectie wanneer de dosis
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
afgemeten en geïnjecteerd wordt. Daarom bevat elke injectieflacon iets meer oplosmiddel en PegIntron poeder om een afgifte van de aangeduide dosis in 0,5 ml PegIntron, oplossing voor injectie, te garanderen.
Haal het beschermkapje van de injectieflacon met PegIntron af.
Maak het rubberen dopje aan de bovenzijde van de injectieflacon schoon met een reinigingsdoekje. U kunt het doekje bewaren om de huid waar u de injectie zult geven, schoon
te maken.
Haal de spuit uit de verpakking en raak de bovenzijde van de spuit niet aan.
Neem de lange naald en zet deze stevig vast op de bovenzijde van de spuit.
Haal de naald uit de beschermdop zonder de naald aan te raken en houd de spuit met de naald in uw hand.
Tik zachtjes tegen de bovenkant van de ampul met oplosmiddel om zeker te zijn dat al de
vloeistof zich aan de onderkant van de ampul bevindt.
Breek het bovenste stuk van de ampul met oplosmiddel af.
Plaats de naald in de ampul met oplosmiddel en zuig het oplosmiddel volledig op.
Steek daarna de naald door het rubberen dopje van de injectieflacon met PegIntron. Plaats de punt van de naald voorzichtig tegen de glazen wand van de injectieflacon zonder het schoongemaakte dopje van de injectieflacon met uw handen aan te raken.
Injecteer het oplosmiddel LANGZAAM en zorg ervoor dat het vloeistofstroompje tegen de glazen wand van de injectieflacon komt. Het is het beste de vloeistofstroom niet direct op de
witte klont of het poeder te richten en de vloeistof niet te snel toe te voegen aangezien er dan meer luchtbelletjes ontstaan. Het kan zijn dat de oplossing er hierdoor gedurende enkele minuten troebel en bruisend uitziet, maar dit is normaal en u hoeft zich hier geen zorgen over te
maken.
Los de hele inhoud op door de injectieflacon met PegIntron met een zachte roterende beweging rond te draaien, waarbij de naald met daaraan de bijhorende spuit in de injectieflacon blijft.
bovenkant van de injectieflacon is opgelost.
De inhoud moet nu in zijn geheel zijn opgelost.
Zet de injectieflacon rechtop en laat alle luchtbelletjes in de oplossing naar de oppervlakte van de oplossing stijgen. Wanneer alle luchtbelletjes naar de oppervlakte van de oplossing gestegen
zijn, moet u een heldere oplossing hebben met een kleine kring minibelletjes aan de bovenzijde. Gebruik deze oplossing onmiddellijk. Indien de oplossing niet onmiddellijk gebruikt kan worden, kan deze nog maximaal 24 uur in de koelkast bewaard worden.
Afmeten van de dosis PegIntron uit het opgeloste poeder voor injectie
Draai de injectieflacon en de spuit om met één hand. Zorg ervoor dat de punt van de naald in de opgeloste PegIntron oplossing zit. Uw andere hand is vrij om de zuiger van de spuit te bewegen. Trek met de zuiger van de spuit langzaam iets meer dan de juiste dosis, zoals voorgeschreven door uw arts, op in de spuit.
Houd de spuit met de naald in de injectieflacon naar boven gericht. Haal de spuit van de lange naald af zonder de naald uit de injectieflacon te halen of de bovenzijde van de spuit aan te raken. Pak de korte
naald en zet die stevig vast op de bovenzijde van de spuit. Haal de beschermdop van de injectienaald
af en kijk of er geen luchtbelletjes in de spuit aanwezig zijn. Als u luchtbelletjes opmerkt, trek de zuiger van de spuit dan voorzichtig terug; tik zachtjes op de spuit, met de naald naar boven gericht,
totdat de luchtbelletjes verdwijnen. Druk de zuiger van de spuit langzaam terug in tot aan de juiste
dosis. Plaats de beschermdop weer op de injectienaald en leg de spuit met de naald op een vlak oppervlak.
Zorg ervoor dat de oplossing op kamertemperatuur is, maximaal 25 °C. Als de oplossing koud is, verwarm de spuit dan in uw handpalmen. Bekijk de bereide oplossing vóór de toediening: gebruik deze niet als u een verkleuring (verandering in de oorspronkelijke kleur van de oplossing) of deeltjes vaststelt. U bent nu klaar om uw dosis te injecteren.
Injecteren van de oplossing
Kies de injectieplaats. De beste injectieplaatsen zijn weefsels met een laag vet tussen huid en spier. Dit zijn de dij, de buitenkant van de bovenarm (u heeft misschien de hulp nodig van een andere persoon
om deze plaats te gebruiken) en de onderbuik (behalve de navel en het middel). Als u uitzonderlijk
Geneesmiddel niet langer geregistreerd
mager bent, gebruik dan alleen de dij of de buitenkant van de bovenarm voor de injectie.
Maak de huid schoon en ontsmet de huid op de plaats waar u zich gaat injecteren. Wacht tot uw huid weer droog is. Haal de beschermdop van de naald af. Neem met één hand een huidplooi vast. Houd met uw andere hand de spuit vast zoals een potlood. Plaats de naald in een hoek van ongeveer 45° in de huidplooi, die u vasthoudt. Na de naald ingebracht te hebben, neemt u met de hand die de huidplooi vasthield het middenstuk van de spuit vast. Trek de zuiger van de spuit een heel klein beetje terug met de andere hand. Als er bloed in de spuit komt, is de naald in een bloedvat geplaatst. Injecteer dan niet; trek de naald uit de huid en herhaal de procedure. Injecteer de oplossing door de zuiger van de spuit langzaam helemaal naar beneden te duwen.
Trek de naald recht uit de huid. Druk indien nodig gedurende enkele seconden met een klein verbandje of een steriel gaasje op de plaats van injectie. Masseer de injectieplaats niet. Als u bloedt, breng dan
een pleister aan.
De injectieflacon, de ampul en de injectiematerialen voor eenmalig gebruik moeten worden weggegooid. Gooi de spuit en de naalden veilig weg in een gesloten naaldencontainer.