Startpagina Startpagina

Truvada
emtricitabine, tenofovir disoproxil

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker


Truvada 200 mg/245 mg filmomhulde tabletten

emtricitabine/tenofovirdisoproxil


Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u.

niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.


Inhoud van deze bijsluiter

  1. Wat is Truvada en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

  2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

  3. Hoe neemt u dit middel in?

  4. Mogelijke bijwerkingen

  5. Hoe bewaart u dit middel?

  6. Inhoud van de verpakking en overige informatie


  1. Wat is Truvada en waarvoor wordt dit middel gebruikt?


    Truvada bevat twee werkzame stoffen, emtricitabine en tenofovirdisoproxil. Beide werkzame stoffen zijn antiretrovirale geneesmiddelen die gebruikt worden voor de behandeling van HIV-infectie. Emtricitabine is een nucleoside reverse-transcriptaseremmer en tenofovir is een nucleotide reverse- transcriptaseremmer. Beiden zijn echter over het algemeen bekend als NRTIs en zij werken door het belemmeren van de normale werking van een enzym (reverse transcriptase) dat voor het virus noodzakelijk is om zich te vermenigvuldigen.


    • Truvada wordt gebruikt voor de behandeling van een infectie met het humaan immunodeficiëntievirus 1 (HIV-1) bij volwassenen

    • Het wordt ook gebruikt voor de behandeling van HIV bij jongeren in de leeftijd van 12 tot minder dan 18 jaar die minstens 35 kg wegen en die eerder zijn behandeld met andere HIV- geneesmiddelen die niet meer werkzaam zijn of bijwerkingen hebben veroorzaakt.


      • Truvada moet altijd gebruikt worden in combinatie met andere geneesmiddelen voor de behandeling van HIV-infectie.

      • Truvada kan toegediend worden in plaats van emtricitabine en tenofovirdisoproxil die afzonderlijk worden gebruikt in dezelfde doses.


        Mensen die HIV-positief zijn kunnen nog steeds HIV doorgeven wanneer ze dit geneesmiddel gebruiken, hoewel het risico wordt verminderd met effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw arts over de voorzorgsmaatregelen die nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.


        Dit geneesmiddel biedt geen genezing van HIV-infectie. Het is mogelijk dat u in de tijd dat u Truvada gebruikt toch infecties of andere ziektes oploopt die samenhangen met een HIV-infectie.


    • Truvada wordt ook gebruikt om bij volwassenen en bij jongeren vanaf 12 jaar tot 18 jaar die minstens 35 kg wegen, het risico op het oplopen van een HIV-1-infectie te verlagen wanneer het dagelijks wordt ingenomen in combinatie met maatregelen voor veiligere seks.

      Zie rubriek 2 voor een lijst van voorzorgsmaatregelen die tegen een HIV-infectie kunnen worden genomen.

  2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?


    Als u allergisch bent voor een van de stoffen in dit geneesmiddel mag u het niet gebruiken voor de behandeling van HIV of voor vermindering van het risico om HIV op te lopen. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.


    Als dit voor u geldt, licht dan uw arts onmiddellijk in.


    Voordat u Truvada gebruikt om het risico op besmetting met HIV te verlagen:


    Truvada kan uw risico op een besmetting met HIV alleen helpen verlagen voordat u geïnfecteerd bent.


    • U moet HIV-negatief zijn voordat u Truvada gaat gebruiken om het risico op het oplopen van HIV te verlagen. U moet onderzoek ondergaan om zeker te weten dat u nog geen

      HIV-infectie heeft. U mag Truvada niet gebruiken om uw risico te verminderen tenzij is vastgesteld dat u HIV-negatief bent. Mensen die HIV hebben, moeten Truvada gebruiken in

      combinatie met andere geneesmiddelen.


    • Veel HIV-onderzoeken kunnen een recente infectie over het hoofd zien. Als u een griepachtige ziekte krijgt, kan dat betekenen dat u onlangs met HIV geïnfecteerd bent. Dit kunnen tekenen van een HIV-infectie zijn:

      • vermoeidheid

      • koorts

      • gewrichts- of spierpijn

      • hoofdpijn

      • braken of diarree

      • huiduitslag

      • zweetaanvallen in de nacht

      • gezwollen lymfeklieren in de hals of de liesstreek

      Laat het aan uw arts weten als u een griepachtige ziekte heeft – hetzij in de maand voordat u met Truvada begint of op enig moment terwijl u Truvada gebruikt.


      Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?


      Wanneer u Truvada gebruikt om het risico op een besmetting met HIV te verlagen:


    • Neem Truvada dagelijks in om uw risico te verminderen, niet alleen als u denkt dat u risico op een HIV-infectie heeft gelopen. Zorg dat u geen doses Truvada overslaat en stop niet met het innemen ervan. Door het overslaan van doses neemt uw risico op het oplopen van een

      HIV-infectie toe.


    • Laat u regelmatig op HIV onderzoeken.


    • Laat het meteen aan uw arts weten als u denkt dat u met HIV besmet bent. De arts zal misschien meer onderzoek willen laten doen om zeker te weten dat u nog steeds HIV-negatief bent.


    • Gebruik van Truvada alleen zal niet noodzakelijkerwijs voorkomen dat u HIV krijgt.

      • Zorg altijd voor veiligere seks. Gebruik condooms om het contact met sperma, vaginaal vocht of bloed te beperken.

      • Deel geen persoonlijke artikelen waar bloed of lichaamsvloeistoffen op kunnen zitten, zoals tandenborstels of scheermesjes.

      • Deel en hergebruik geen naalden of andere benodigdheden voor injecties of drugsgebruik.

      • Laat u onderzoeken op andere seksueel overdraagbare infecties zoals syfilis en gonorroe.

      Deze infecties maken het voor HIV makkelijker om u te infecteren.

      Praat met uw arts als u nog andere vragen heeft over hoe besmetting met HIV of het overdragen van HIV op anderen kan worden voorkomen.


      Als u Truvada gebruikt voor de behandeling van HIV of voor vermindering van het risico op een besmetting met HIV:


    • Truvada kan uw nieren aantasten. Voor en tijdens de behandeling kan uw arts bloedonderzoeken laten doen om de werking van uw nieren te meten. Licht uw arts in als u een nierziekte heeft gehad of als onderzoeken nierproblemen aan het licht hebben gebracht. Truvada mag niet worden gegeven aan jongeren die al nierproblemen hebben. Als u nierproblemen heeft, kan uw arts u adviseren om Truvada niet meer in te nemen of, als u al HIV heeft, om de tabletten minder vaak te nemen. Het gebruik van Truvada wordt niet aanbevolen als u een ernstige nierziekte heeft of als u dialyse ondergaat.


    • Botproblemen (die zich manifesteren als aanhoudende of erger wordende botpijn, en die soms tot botbreuken leiden) kunnen ook optreden als gevolg van beschadiging van de tubuluscellen van de nieren (zie rubriek 4, Mogelijke bijwerkingen). Vertel het uw arts als u botpijn of -breuken heeft.


      Tenofovirdisoproxil kan ook verlies van botmassa veroorzaken. Het meest uitgesproken botverlies werd waargenomen in klinische onderzoeken wanneer patiënten voor HIV werden behandeld met tenofovirdisoproxil in combinatie met een gebooste proteaseremmer.


      Over het algemeen geldt dat het effect van tenofovirdisoproxil op de botgezondheid op lange termijn en het toekomstige risico op breuken bij volwassenen en kinderen onzeker zijn.


      Vertel het uw arts als u weet dat u aan osteoporose lijdt. Patiënten met osteoporose hebben een hoger risico op breuken.


    • Overleg met uw arts als u een leverziekte, waaronder hepatitis (leverontsteking), heeft of vroeger gehad heeft. Met HIV geïnfecteerde patiënten die ook een leverziekte hebben (waaronder chronische hepatitis B of C) die behandeld worden met antiretrovirale middelen, lopen een verhoogd risico op ernstige en potentieel fatale levercomplicaties. Als u hepatitis B of C heeft, zal uw arts zorgvuldig overwegen wat de beste behandeling voor u is.


    • Zorg dat u weet of u al dan niet met het hepatitis B-virus (HBV) bent geïnfecteerd voordat u Truvada gaat gebruiken. Als u HBV heeft, is er een ernstig risico op leverproblemen als u stopt met het gebruik van Truvada, onafhankelijk van of u wel of geen HIV heeft. Het is belangrijk om niet te stoppen met het gebruik van Truvada zonder hierover contact op te nemen met uw arts: zie rubriek 3, Stop niet met het innemen van dit middel.


    • Overleg met uw arts als u ouder bent dan 65 jaar. Truvada is niet onderzocht bij patiënten die ouder zijn dan 65 jaar.


    • Neem contact op met uw arts als u geen lactose verdraagt (zie Truvada bevat lactose verderop in deze rubriek).


      Kinderen en jongeren tot 18 jaar


      Truvada is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen jonger dan 12 jaar.


      Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?


      Neem geen Truvada in als u reeds andere geneesmiddelen gebruikt die de werkzame stoffen van Truvada (emtricitabine en tenofovirdisoproxil) bevatten of als u een ander antiviraal geneesmiddel gebruikt dat tenofoviralafenamide, lamivudine of adefovirdipivoxil bevat.

      Gebruik van Truvada met andere geneesmiddelen die uw nieren kunnen beschadigen: het is vooral belangrijk om uw arts in te lichten als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:

      • aminoglycosiden (voor bacteriële infecties)

      • amfotericine B (voor schimmelinfecties)

      • foscarnet (voor virusinfecties)

      • ganciclovir (voor virusinfecties)

      • pentamidine (voor infecties)

      • vancomycine (voor bacteriële infecties)

      • interleukine-2 (voor behandeling van kanker)

      • cidofovir (voor virusinfecties)

      • niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID’s, voor het verlichten van bot- of spierpijn)


      Als u een ander antiviraal geneesmiddel dat een proteaseremmer wordt genoemd voor de behandeling van HIV gebruikt, kan uw arts bloedtesten laten doen om uw nierfunctie zorgvuldig te controleren.


      Het is ook belangrijk om uw arts in te lichten als u ledipasvir/sofosbuvir, sofosbuvir/velpatasvir of sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir inneemt voor de behandeling van een hepatitis C-infectie.


      Gebruik van Truvada met andere geneesmiddelen die didanosine bevatten (voor de behandeling van een HIV-infectie): Het gebruik van Truvada met andere antivirale geneesmiddelen die didanosine bevatten, kan de bloedspiegels van didanosine doen stijgen en het aantal CD4-cellen doen afnemen. Zelden is melding gemaakt van ontsteking van de alvleesklier en van melkzuuracidose (te veel melkzuur in het bloed), die soms overlijden veroorzaakt, wanneer geneesmiddelen met tenofovirdisoproxil en didanosine samen werden ingenomen. Uw arts zal zorgvuldig overwegen of u met combinaties van tenofovir en didanosine behandeld zult worden.


      Gebruikt u een of meer van deze geneesmiddelen? Vertel dat dan aan uw arts. Gebruikt u naast Truvada nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.


      Waarop moet u letten met eten en drinken?


    • Truvada moet indien mogelijk worden ingenomen met voedsel.


      Zwangerschap en borstvoeding


      Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.


      Indien u tijdens uw zwangerschap Truvada heeft gebruikt, zal uw arts regelmatige bloedonderzoeken en andere diagnostische onderzoeken willen doen om de ontwikkeling van uw kind te controleren. Bij kinderen van wie de moeder NRTI’s heeft gebruikt tijdens de zwangerschap, woog het voordeel van de bescherming tegen HIV op tegen het risico op bijwerkingen.


    • Geef geen borstvoeding tijdens behandeling met Truvada. De reden hiervoor is dat de werkzame stoffen in dit geneesmiddel worden uitgescheiden in de moedermelk.


    • Als u een vrouw met HIV bent, wordt aangeraden om geen borstvoeding te geven om te voorkomen dat het virus via de moedermelk op de baby overgebracht wordt.


      Rijvaardigheid en het gebruik van machines


      Truvada kan duizeligheid veroorzaken. Als u zich duizelig voelt wanneer u Truvada neemt, bestuur geen auto of ander voertuig en gebruik geen machines of gereedschap.

      Truvada bevat lactose


      Als uw arts u heeft verteld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.


      Truvada bevat natrium


      Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.


  3. Hoe neemt u dit middel in?


    • Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.


      De aanbevolen dosering van Truvada voor de behandeling van HIV is:


    • Volwassenen: één tablet per dag, waar mogelijk met voedsel ingenomen.

    • Jongeren in de leeftijd van 12 tot minder dan 18 jaar die minstens 35 kg wegen: één tablet per dag, waar mogelijk met voedsel ingenomen.


      De aanbevolen dosering van Truvada voor vermindering van het risico op een besmetting met HIV is:


    • Volwassenen: één tablet per dag, waar mogelijk met voedsel ingenomen.

    • Jongeren vanaf 12 jaar tot 18 jaar die minstens 35 kg wegen: één tablet per dag, waar mogelijk met voedsel ingenomen.


      Als u moeilijk kunt slikken, kunt u de tablet fijnmaken met behulp van de punt van een lepel. Daarna mengt u het poeder met ongeveer 100 ml (een half glas) water, sinaasappelsap of druivensap, en drinkt u dit onmiddellijk op.


    • Neem altijd de door uw arts aanbevolen dosis in. Dit is om ervoor te zorgen dat uw geneesmiddel volledig effectief is en om het risico op de ontwikkeling van resistentie tegen de behandeling te verminderen. U mag de dosis alleen veranderen wanneer uw arts dat zegt.


    • Als u voor een HIV-infectie behandeld wordt, zal uw arts Truvada voorschrijven met andere antiretrovirale geneesmiddelen. Raadpleeg de bijsluiters van de andere antiretrovirale middelen voor aanwijzingen hoe deze geneesmiddelen moeten worden ingenomen.


    • Als u Truvada inneemt om het risico op besmetting met HIV te verlagen, neem Truvada dan dagelijks in en niet alleen wanneer u denkt dat u risico op het krijgen van HIV heeft gelopen.


      Praat met uw arts als u nog meer vragen heeft over hoe besmetting met HIV of overdragen van HIV op anderen kan worden voorkomen.


      Heeft u te veel van dit middel ingenomen?


      Als u per ongeluk meer dan de aanbevolen dosis Truvada heeft ingenomen, raadpleeg dan uw arts of de dichtstbijzijnde ziekenhuisafdeling Spoedeisende Hulp. Houd de fles met de tabletten bij u, zodat u eenvoudig kunt beschrijven wat u heeft ingenomen.

      Heeft u een dosis van dit middel overgeslagen?


      Het is belangrijk dat u geen dosis van Truvada overslaat.


    • Als u dit opmerkt binnen 12 uur na het tijdstip waarop u Truvada gewoonlijk inneemt, neem de tablet dan zo snel mogelijk en bij voorkeur met voedsel in. Neem de volgende dosis vervolgens op het gebruikelijke tijdstip.

    • Als u dit 12 uur of langer na het gebruikelijke tijdstip voor het innemen van Truvada opmerkt, sla de gemiste dosis dan gewoon over. Wacht en neem de volgende dosis bij voorkeur met voedsel op het gebruikelijke tijdstip in.


      Als u minder dan 1 uur na het innemen van Truvada overgeeft, neem dan een nieuwe tablet in. U hoeft geen nieuwe tablet in te nemen, als u meer dan 1 uur na het innemen van Truvada heeft overgegeven.


      Stop niet met het innemen van dit middel


    • Als u Truvada inneemt voor de behandeling van een HIV-infectie, kan stoppen met de tabletten de werkzaamheid verminderen van de anti-HIV-therapie die de arts heeft aanbevolen.


    • Als u Truvada inneemt om het risico op besmetting met HIV te verlagen, stop dan niet met het innemen van Truvada en sla geen doses over. Als u stopt met het gebruik van Truvada of doses overslaat, kan dat uw kans op het oplopen van een HIV-infectie vergroten.


      Stop niet met het gebruik van Truvada zonder contact op te nemen met uw arts.


    • Als u hepatitis B heeft, is het bijzonder belangrijk om niet te stoppen met uw behandeling met Truvada zonder eerst uw arts geraadpleegd te hebben. Eventueel moeten er gedurende een aantal maanden na het stoppen met de behandeling bloedonderzoeken bij u uitgevoerd worden. Bij sommige patiënten met gevorderde leverziekte of cirrose wordt stoppen van de behandeling afgeraden omdat dit tot een verslechtering van uw hepatitis kan leiden, wat levensbedreigend kan zijn.


      Licht uw arts onmiddellijk in over nieuwe of ongebruikelijke verschijnselen na het stoppen met de behandeling, in het bijzonder verschijnselen die u met uw hepatitis B-infectie in verband brengt.


      Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.


  4. Mogelijke bijwerkingen


    Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.


    Mogelijke ernstige bijwerkingen:


    • Melkzuuracidose (te veel melkzuur in het bloed) is een zeldzame maar mogelijk levensbedreigende bijwerking. Melkzuuracidose komt vaker voor bij vrouwen, met name bij vrouwen met overgewicht, en bij personen met een leverziekte. De volgende verschijnselen kunnen wijzen op melkzuuracidose:

      • diep, snel ademhalen

      • slaperigheid

      • misselijkheid, braken

      • buikpijn


      Als u vermoedt dat u melkzuuracidose heeft, roep dan onmiddellijk medische hulp in.


    • Tekenen van een ontsteking of infectie. Bij sommige patiënten met een gevorderde

      HIV-infectie (AIDS) en een voorgeschiedenis van opportunistische infecties (infecties die optreden bij mensen met een zwak afweersysteem) kunnen tekenen en symptomen van ontsteking van vorige infecties al snel na het begin van de anti-HIV-behandeling optreden. Men denkt dat

      deze symptomen het gevolg zijn van een verbetering in de afweerreactie van het lichaam, waarmee het lichaam infecties kan bestrijden die zonder duidelijke symptomen mogelijk al

      aanwezig waren.


    • Auto-immuunziekten, waarbij het afweersysteem gezond lichaamsweefsel aanvalt, kunnen ook optreden nadat u bent begonnen met het innemen van geneesmiddelen voor de behandeling van een HIV-infectie. Auto-immuunziekten kunnen vele maanden na het begin van de behandeling optreden. Let op symptomen van infectie of andere symptomen zoals:

      • spierzwakte

      • zwakte die in de handen en voeten begint en zich in de richting van de romp uitbreidt

      • hartkloppingen, beven of hyperactiviteit


      Roep onmiddellijk medische hulp in als u deze of andere symptomen van een ontsteking of infectie opmerkt.


      Mogelijke bijwerkingen:


      Zeer vaak voorkomende bijwerkingen

      (kunnen bij meer dan 1 op de 10 mensen optreden)

    • diarree, braken, misselijkheid

    • duizeligheid, hoofdpijn

    • uitslag

    • zich zwak voelen


      Onderzoeken kunnen ook aantonen:

    • daling van het fosfaatgehalte in het bloed

    • verhoogd creatinekinase


      Vaak voorkomende bijwerkingen

      (kunnen bij hoogstens 1 op de 10 mensen optreden)

    • pijn, buikpijn

    • slapeloosheid, abnormale dromen

    • problemen met spijsvertering die leiden tot klachten na maaltijden, opgeblazen gevoel, winderigheid

    • uitslag (waaronder rode vlekken of plekken soms met blaarvorming en opzwelling van de huid), die een allergische reactie kan zijn, jeuk, veranderingen van huidskleur waaronder vlekvormig donker worden van de huid

    • andere allergische reacties zoals piepende ademhaling, opzwelling of een licht gevoel in het hoofd


      Onderzoeken kunnen ook aantonen:

    • laag aantal witte bloedlichaampjes (door een verlaagd aantal witte bloedlichaampjes kunt u vatbaarder worden voor infecties)

    • verhoogd gehalte triglyceriden (vetzuren), verhoogde kleurstof van de gal in het bloed of verhoogde bloedsuiker

    • problemen met lever en alvleesklier


      Soms voorkomende bijwerkingen

      (kunnen bij hoogstens 1 op de 100 mensen optreden)

    • pijn in de onderbuik (buik) veroorzaakt door een ontsteking van de alvleesklier

    • zwelling van het gezicht, de lippen, tong of keel

    • bloedarmoede (verlaagd aantal rode bloedlichaampjes)

    • afbraak van spierweefsel, spierpijn of -zwakte, die het gevolg kunnen zijn van beschadiging van de tubuluscellen van de nieren


      Onderzoeken kunnen ook aantonen:

    • daling van het kaliumgehalte in het bloed

    • verhoogd creatinine in uw bloed

    • veranderingen in uw urine


      Zelden voorkomende bijwerkingen

      (kunnen bij hoogstens 1 op de 1.000 mensen optreden)

    • melkzuuracidose (zie Mogelijke ernstige bijwerkingen)

    • vervetting van de lever

    • gele huid of ogen, jeuk of pijn in de onderbuik (buik) veroorzaakt door een ontsteking van de lever

    • nierontsteking, veel moeten plassen en dorstgevoel, nierfalen, beschadiging van de tubuluscellen van de nieren

    • zachter worden van de botten (met botpijn en soms resulterend in botbreuken)

    • rugpijn veroorzaakt door nierproblemen


      Beschadiging van de tubuluscellen van de nieren kan de afbraak van spierweefsel, het zachter worden van de botten (met botpijn en soms resulterend in botbreuken), spierpijn, spierzwakte en een daling van het kalium- of fosfaatgehalte in het bloed tot gevolg hebben.


      Als u een van de hierboven vermelde bijwerkingen opmerkt of als u veel last krijgt van een bijwerking, neem dan contact op met uw arts of apotheker.


      De frequentie van de volgende bijwerkingen is niet bekend

    • Botproblemen. Sommige patiënten die gecombineerde antiretrovirale geneesmiddelen innemen zoals Truvada kunnen een botaandoening ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel veroorzaakt door verminderde bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans op ontwikkeling van deze aandoening vergroten, onder andere langdurig gebruik van dit type geneesmiddel, gebruik van corticosteroïden, alcoholgebruik, een zeer zwak afweersysteem en overgewicht. Verschijnselen van osteonecrose zijn:

      • stijfheid in de gewrichten

      • pijn in de gewrichten (in het bijzonder in de heupen, knieën en schouders)

      • moeilijk kunnen bewegen

      Laat het uw arts weten als u een of meer van deze symptomen opmerkt.


      Tijdens de HIV-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipiden- en bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw gezondheid en door uw levensstijl. Een stijging van de serumlipidenwaarden kan soms worden veroorzaakt door de HIV-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.


      Andere bijwerkingen bij kinderen

    • Kinderen die emtricitabine krijgen, ondervinden zeer vaak veranderingen in de huidskleur, waaronder

      • donkere vlekken op de huid

    • Kinderen vertonen vaak een laag aantal rode bloedcellen (anemie of bloedarmoede).

      • hierdoor kan het kind moe of kortademig zijn.

      Laat het uw arts weten als u een of meer van deze symptomen opmerkt.


      Het melden van bijwerkingen

      Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.


  5. Hoe bewaart u dit middel?


    Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.


    Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de fles en de doos na {EXP}. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.


    Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht. De fles zorgvuldig gesloten houden.


    Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.


  6. Inhoud van de verpakking en overige informatie Welke stoffen zitten er in dit middel?


Hoe ziet Truvada eruit en hoeveel zit er in een verpakking?


Truvada filmomhulde tabletten zijn blauwe, capsulevormige tabletten, met aan de ene kant gegraveerd de naam “GILEAD” en aan de andere kant het nummer “701”. Truvada wordt geleverd in flessen met 30 tabletten. Elke fles bevat een silicagel droogmiddel dat in de fles moet worden bewaard ter bescherming van uw tabletten. Het silicagel droogmiddel bevindt zich in een afzonderlijk zakje of busje en mag niet worden doorgeslikt.


De volgende verpakkingen zijn verkrijgbaar: dozen met 1 fles à 30 filmomhulde tabletten en dozen met 60 (2 flessen à 30) en 90 (3 flessen à 30) filmomhulde tabletten. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.


Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:

Gilead Sciences Ireland UC Carrigtohill

County Cork, T45 DP77 Ierland

Fabrikant:

Gilead Sciences Ireland UC

IDA Business & Technology Park Carrigtohill

County Cork

Ierland


Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:


België/Belgique/Belgien

Gilead Sciences Belgium SRL-BV Tél/Tel: + 32 (0) 24 01 35 50

Lietuva

Gilead Sciences Poland Sp. z o.o. Tel: + 48 22 262 8702


България

Gilead Sciences Ireland UC

Тел.: + 353 (0) 1 686 1888

Luxembourg/Luxemburg

Gilead Sciences Belgium SRL-BV Tél/Tel: + 32 (0) 24 01 35 50


Česká republika Gilead Sciences s.r.o. Tel: + 420 910 871 986

Magyarország

Gilead Sciences Ireland UC Tel.: + 353 (0) 1 686 1888


Danmark

Gilead Sciences Sweden AB Tlf: + 46 (0) 8 5057 1849

Malta

Gilead Sciences Ireland UC Tel: + 353 (0) 1 686 1888


Deutschland

Gilead Sciences GmbH Tel: + 49 (0) 89 899890-0

Nederland

Gilead Sciences Netherlands B.V. Tel: + 31 (0) 20 718 36 98


Eesti

Gilead Sciences Poland Sp. z o.o. Tel: + 48 22 262 8702

Norge

Gilead Sciences Sweden AB Tlf: + 46 (0) 8 5057 1849


Ελλάδα

Gilead Sciences Ελλάς Μ.ΕΠΕ. Τηλ: + 30 210 8930 100

Österreich

Gilead Sciences GesmbH Tel: + 43 1 260 830


España

Gilead Sciences, S.L. Tel: + 34 91 378 98 30

Polska

Gilead Sciences Poland Sp. z o.o. Tel.: + 48 22 262 8702


France

Gilead Sciences

Tél: + 33 (0) 1 46 09 41 00

Portugal

Gilead Sciences, Lda. Tel: + 351 21 7928790


Hrvatska

Gilead Sciences Ireland UC Tel: + 353 (0) 1 686 1888

România

Gilead Sciences Ireland UC Tel: + 353 (0) 1 686 1888


Ireland

Gilead Sciences Ireland UC Tel: + 353 (0) 214 825 999

Slovenija

Gilead Sciences Ireland UC Tel: + 353 (0) 1 686 1888

Ísland

Gilead Sciences Sweden AB Sími: + 46 (0) 8 5057 1849

Slovenská republika

Gilead Sciences Slovakia s.r.o. Tel: + 421 232 121 210


Italia

Gilead Sciences S.r.l. Tel: + 39 02 439201

Suomi/Finland

Gilead Sciences Sweden AB Puh/Tel: + 46 (0) 8 5057 1849


Κύπρος

Gilead Sciences Ελλάς Μ.ΕΠΕ. Τηλ: + 30 210 8930 100

Sverige

Gilead Sciences Sweden AB Tel: + 46 (0) 8 5057 1849


Latvija

Gilead Sciences Poland Sp. z o.o. Tel: + 48 22 262 8702

United Kingdom (Northern Ireland)

Gilead Sciences Ireland UC Tel: + 44 (0) 8000 113 700


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in.


eu.