Startpagina Startpagina

Unituxin
dinutuximab

Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker


Unituxin 3,5 mg/ml concentraat voor oplossing voor infusie

dinutuximab


imageDit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.


Het kan voorkomen dat een jong persoon die dit geneesmiddel toegediend krijgt de bijsluiter leest, maar gewoonlijk is dit een ouder/zorgverlener. De bijsluiter zal daarom steeds naar ‘u’ verwijzen.


Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u.


Hoe ziet Unituxin eruit en hoeveel zit er in een verpakking?


Unituxin is een heldere, kleurloze oplossing voor infusie, geleverd in een doorzichtig glazen flacon. Eén verpakking bevat één flacon.


Geneesmiddel niet langer geregistreerd

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant


United Therapeutics Europe, Ltd. Unither House

Curfew Bell Road

Chertsey Surrey KT16 9FG

Verenigd Koninkrijk Tel: +44 (0)1932 664884

Fax: +44 (0)1932 573800

E-mail: druginfo@unither.com


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in


Geneesmiddelenbureau (). Hier vindt u ook verwijzingen naar andere websites over zeldzame ziektes en hun behandelingen. Deze bijsluiter is beschikbaar in alle EU/EER-talen op de

website van het Europees Geneesmiddelenbureau.


<----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------->


Dosering en wijze van toediening


Unituxin is uitsluitend geschikt voor gebruik in het ziekenhuis en moet worden toegediend onder toezicht van een arts met ervaring in het gebruik van oncologische behandelingen. Het moet worden toegediend door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg die getraind is om ernstige allergische reacties, inclusief

anafylaxie, te behandelen in een omgeving waarin alle resuscitatie-voorzieningen onmiddellijk voorhanden zijn.


Dosering


Unituxin dient te worden toegediend door intraveneuze infusie over vijf kuren met een dagelijkse dosis van 17,5 mg/m2. Het wordt toegediend op Dag 4-7 tijdens kuur 1, 3 en 5 (elke kuur duurt ongeveer 24 dagen) en op Dag 8-11 tijdens kuur 2 en 4 (elke kuur duurt ongeveer 28 dagen).


Het behandelingsschema bestaat uit dinutuximab, GM-CSF, IL-2 en isotretinoïne, toegediend over zes opeenvolgende kuren. Het volledige doseerschema is weergegeven in Tabel 6 en Tabel 7.


Tabel 1: Doseerschema voor Unituxin, GM-CSF en isotretinoïne van kuur 1, 3 en 5


Dag

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15-

24

GM-CSF1

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Dinutuximab2

X

X

X

X

Isotretinoïne3

X

X

X

X

X

  1. Granulocyt-macrofaag koloniestimulerende factor (GM-CSF): 250 μg/m2/dag, toegediend door subcutane injectie (ten

    stelligste aanbevolen) of intraveneuze infusie gedurende 2 uur.

  2. Dinutuximab: 17,5 mg/m2/dag, toegediend door intraveneuze infusie gedurende 10-20 uur.

  3. Isotretinoïne: voor een lichaamsgewicht van meer dan 12 kg: 80 mg/m2 tweemaal daags oraal toegediend voor een totale dosis van 160 mg/m2/dag; voor een lichaamsgewicht tot 12 kg: 2,67 mg/kg tweemaal daags oraal toegediend voor

een totale dagelijkse dosis van 5,33 mg/kg/dag (dosis afronden naar de dichtstbijzijnde afleesbare decimale mg).


Geneesmiddel niet langer geregistreerd

Tabel 2: Doseerschema voor Unituxin en IL-2 van kuur 2 en 4 en doseerschema voor isotretinoïne van kuur 2, 4 en 6.


Dag

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12-14

15-28

IL-21

X

X

X

X

X

X

X

X

Dinutuximab2

X

X

X

X

Isotretinoïne3

X

  1. Interleukine-2 (IL-2): 3 MIE/m2/dag toegediend door continue intraveneuze infusie gedurende 96 uur op Dag 1-4 en

    4,5 MIE/m2/dag op Dag 8-11.

  2. Dinutuximab: 17,5 mg/m2/dag, toegediend door intraveneuze infusie gedurende 10-20 uur.

  3. Isotretinoïne: voor een lichaamsgewicht van meer dan 12 kg: 80 mg/m2 tweemaal daags oraal toegediend voor een totale dosis van 160 mg/m2/dag; voor een lichaamsgewicht tot 12 kg: 2,67 mg/kg tweemaal daags oraal toegediend voor een totale dagelijkse dosis van 5,33 mg/kg/dag (dosis afronden naar de dichtstbijzijnde afleesbare decimale mg).


Raadpleeg Tabel 8 voor een lijst met criteria die moeten worden geëvalueerd alvorens te beginnen met elke behandelingskuur.


Tabel 3: Klinische criteria die moeten worden geëvalueerd vóór aanvang van elke behandelingskuur met Unituxin.


Toxiciteit voor het centrale zenuwstelsel (CZS)

  • Stel de aanvang van de kuur uit tot de toxiciteit voor het CZS Graad 1 is of is verdwenen en/of de epilepsiestoornis onder controle is.

Leverfunctiestoornis

  • Stel de aanvang van de eerste kuur uit tot alanineaminotransferase (ALAT) lager is dan 5 keer de bovengrens van normaal (ULN). Stel de aanvang van kuur 2-6 uit tot ALAT lager is dan 10 keer ULN.

Trombocytopenie

  • Stel de aanvang van de kuur uit tot het aantal bloedplaatjes ten minste 20.000/μl bedraagt.

  • Als de patiënt CZS-metastasen heeft, stel dan de aanvang van de kuur uit en dien een


bloedplaatjestransfusie toe om het aantal bloedplaatjes op ten minste 50.000/μl te houden.

Ademhalingsfunctiestoornis

  • Stel de aanvang van de kuur uit tot de dyspneu in rust voorbij is en/of de perifere zuurstofsaturatie ten minste 94% bij omgevingslucht is.

Nierfunctiestoornis

  • Stel de aanvang van de kuur uit tot de creatinineklaring of glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) ten minste 70 ml/min/1,73 m2 is.

Systemische infectie of sepsis

  • Stel de aanvang van de kuur uit tot de systemische infectie of sepsis voorbij is.

Leukopenie

  • Stel de aanvang van de eerste kuur uit tot de absolute fagocytentelling (APC) ten minste 1.000/μl is.


Naast de bovenstaande criteria is het oordeel van de clinicus van doorslaggevend belang bij de evaluatie van de cardiovasculaire functies van de patiënt.


Dosisaanpassing


Tabel 9 verschaft richtlijnen voor dosisaanpassing voor dinutuximab, GM-CSF en IL-2. Als de patiënten aan de criteria voor stopzetting van deze geneesmiddelen voldoen, kan de behandeling worden voortgezet met isotretinoïne op geleide van de klinische respons.


Geneesmiddel niet langer geregistreerd

Tabel 4: Richtlijnen voor dosisaanpassing voor de behandeling van behandelingsgerelateerde bijwerkingen tijdens toediening van dinutuximab in combinatie met GM-CSF, IL-2 en isotretinoïne


Allergische reacties

Graad 1 of 2

Aanvang van de symptomen

  • Verminder de infusiesnelheid tot 0,875 mg/m2/u.

  • Pas ondersteunende maatregelen toe.

Na resolutie

  • Hervat de infusie met de oorspronkelijke snelheid. Verminder de snelheid tot 0,875 mg/m2/u indien dit niet wordt verdragen.

Graad 3 of 4

Aanvang van de symptomen

  • Stop onmiddellijk met dinutuximab en intraveneus GM-CSF of IL-2.

  • Pas ondersteunende maatregelen toe.

Na resolutie

  • Als klachten en verschijnselen met de bovenstaande maatregelen snel verdwijnen, kan infusie met dinutuximab worden hervat met een snelheid van 0,875 mg/m2/u.

  • Hervat GM-CSF of IL-2 niet vóór de volgende dag.

  • Dien, voor GM-CSF-kuren, vanaf de volgende dag 50% van de dosis GM-CSF toe; GM-CSF kan, indien goed verdragen, in volledige dosis worden toegediend na toediening van dinutuximab voor die kuur.

  • Dien, voor IL-2-kuren, vanaf de volgende dag 50% van de dosis IL-2

  • Als de symptomen terugkeren met de toevoeging van GM-CSF of IL-2, stop dan met het toedienen van GM-CSF of IL-2 en dinutuximab.

  • Als de symptomen de volgende dag verdwenen zijn, hervat dinutuximab met de verdragen snelheid zonder GM-CSF of IL-2.

toe en ga verder voor de rest van de kuur.

Terugval

  • Stop met dinutuximab en GM-CSF of IL-2 voor die dag.

  • Als de symptomen die dag verdwijnen, de volgende dag de premedicatie op de intensivecareafdeling hervatten.

Volgende kuren

  • Behoud de verdragen infusiesnelheid voor dinutuximab voor alle volgende kuren met GM-CSF of IL-2.

Anafylaxie

Graad 3 of 4

  • Stop dinutuximab en GM-CSF of IL-2 definitief.

Geneesmiddel niet langer geregistreerd


Capillaireleksyndroom

Graad 3 (ernstig)

Aanvang van de symptomen

  • Stop dinutuximab en intraveneus GM-CSF of IL-2.

  • Pas ondersteunende maatregelen toe.

Na resolutie

  • Hervat dinutuximab met infusiesnelheid 0,875 mg/m2/u.

  • Hervat GM-CSF of IL-2 de volgende dag met 50% van de dosis tot de laatste dosis dinutuximab voor die kuur.

Volgende kuren

  • Als de patiënt 50% van de dosis GM-CSF of IL-2 verdroeg, start dan met deze dosis en met een snelheid voor dinutuximab van

  • Als GM-CSF niet wordt verdragen bij 50% van de dosis moet voor de rest van de GM-CSF-kuren alleen dinutuximab worden toegediend.

  • Als IL-2 niet wordt verdragen bij 50% van de dosis, vervang dit dan door GM-CSF voor de rest van de IL-2-kuren.

0,875 mg/m2/u. Als dit goed wordt verdragen, verhoog de GM-CSF- of

IL-2-dosis dan de volgende dag tot de volledige dosis.

Graad 4 (levensbedreigend)

Aanvang van de symptomen

  • Stop met dinutuximab en GM-CSF of IL-2 voor die kuur.

  • Pas ondersteunende maatregelen toe (zie rubriek 4.4).

Volgende kuren

  • Als er capillaireleksyndroom optrad tijdens de IL-2-kuur, vervang deze kuur dan door GM-CSF voor de rest van de IL-2-kuren.

  • Als capillaireleksyndroom optrad tijdens de GM-CSF-kuur, dien dan

alleen dinutuximab toe tijdens de volgende GM-CSF-kuren.

Hyponatriëmie

Graad 4 (levensbedreigend) < 120 mmol/l ondanks geschikte vloeistofbehandeling

  • Stop dinutuximab en GM-CSF of IL-2 definitief.

Hypotensie

Symptomatische en/of systolische BD lager dan 70 mmHg of een verlaging van meer dan 15% ten opzichte van de baseline

Aanvang van de symptomen

  • Stop dinutuximab en intraveneus GM-CSF of IL-2.

  • Pas ondersteunende maatregelen toe.

Na resolutie

  • Hervat dinutuximab met infusiesnelheid 0,875 mg/m2/u.

  • Als de bloeddruk (BD) stabiel blijft gedurende ten minste 2 uur, hervat dan GM-CSF of IL-2.

  • Als de BD stabiel blijft gedurende ten minste 2 uur na hervatting van

GM-CSF of IL-2, verhoog dan de dinutuximab-infusiesnelheid tot 1,75 mg/m2/u.

Terugval

  • Stop dinutuximab en GM-CSF of IL-2.

  • Hervat dinutuximab met infusiesnelheid 0,875 mg/m2/u zodra de BD stabiel is.

Na resolutie

  • Hervat GM-CSF of IL-2 de volgende dag met 50% van de dosis als de BD stabiel blijft.

  • Start GM-CSF of IL-2 met 50% van de dosis wanneer toegediend met

  • Als GM-CSF niet wordt verdragen bij 50% van de dosis, dien dan

  • Als IL-2 niet wordt verdragen bij 50% van de dosis, dien dan alleen dinutuximab toe voor de rest van de kuur.

dinutuximab. Verhoog vervolgens tot de volledige dosis voor de rest van de kuur, indien dit goed wordt verdragen.

alleen dinutuximab toe voor de rest van de kuur.

Volgende kuren

  • Start GM-CSF of IL-2 met 50% van de dosis en verhoog de volgende dag tot de volledige dosis, indien dit goed wordt verdragen.

  • Als GM-CSF niet wordt verdragen bij 50% van de dosis, dien dan

  • Als IL-2 niet wordt verdragen bij 50% van de dosis, vervang dit dan door GM-CSF voor de rest van de IL-2-kuren.

alleen dinutuximab toe voor de rest van de GM-CSF-kuren.

Neurologische stoornissen van het oog


Gedilateerde pupil met trage lichtreflex

Aanvang van de symptomen

  • Stop dinutuximab en GM-CSF of IL-2.

Na resolutie

  • Dien dinutuximab toe met infusiesnelheid 0,875 mg/m2/u en hervat GM-CSF of IL-2.

Terugval

  • Stop met dinutuximab, GM-CSF en IL-2 voor de rest van de kuren.

Volgende kuren

  • Als afwijkingen stabiel blijven of verbeteren vóór de volgende kuur, dien dan dinutuximab toe met infusiesnelheid 0,875 mg/m2/u en geef een volledige dosis GM-CSF of IL-2.

  • Indien dit wordt verdragen zonder verergering van de symptomen, dien dan dinutuximab toe met infusiesnelheid 1,75 mg/m2/u voor de volgende kuren.

  • Als de symptomen terugkeren, stop dan met dinutuximab, GM-CSF en IL-2 voor de rest van de kuren.

Serumziekte

Graad 4 (levensbedreigend)

  • Stop dinutuximab en GM-CSF of IL-2 definitief.

Systemische infectie of sepsis

Graad 3 of 4

Aanvang van de symptomen

  • Stop met dinutuximab en GM-CSF of IL-2 voor de rest van de kuur.

Na resolutie

  • Ga verder met de volgende geplande dinutuximab- en GM-CSF- of IL- 2-kuren.

Pijn

Graad 4

  • Stop dinutuximab en GM-CSF of IL-2.

Perifere neuropathie

Graad 2 perifere motorische neuropathie

  • Stop dinutuximab en GM-CSF of IL-2 definitief.

Graad 3 (sensorische veranderingen gedurende meer dan 2 weken, objectieve motorische zwakheid) of Graad 4

  • Stop dinutuximab en GM-CSF of IL-2.

Atypisch hemolytisch-uremisch syndroom

  • Stop dinutuximab en GM-CSF of IL-2 definitief.


Geneesmiddel niet langer geregistreerd

Pediatrische patiënten

De veiligheid en werkzaamheid van Unituxin bij kinderen jonger dan 12 maanden zijn nog niet vastgesteld. Wijze van toediening

Unituxin mag niet worden toegediend als een intraveneuze push of bolus. Het dient te worden toegediend middels intraveneuze infusie gedurende 10 uur. De infusie wordt gestart met een snelheid van 0,875 mg/m2/u en wordt gedurende 30 minuten op deze snelheid gehouden; de snelheid wordt vervolgens verhoogd tot

1,75 mg/m2/u en, indien dit goed wordt verdragen, gedurende de rest van de infusie op deze snelheid gehouden. De duur van de infusie kan worden verlengd tot 20 uur om reacties tijdens infusie die onvoldoende reageren op andere ondersteunende maatregelen te helpen minimaliseren. De infusie moet worden beëindigd na 20 uur, zelfs als de volledige dosis binnen dit tijdskader niet kon worden toegediend.


Premedicatie dient steeds overwogen te worden vóór aanvang van elke infusie.


Voor instructies over verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6 van de Samenvatting van de productkenmerken.


Contra-indicaties

Overgevoeligheid (Graad 4) voor de werkzame stof of voor (één van) de in rubriek 6.1 van de Samenvatting van de productkenmerken vermelde hulpstoffen.


Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik


Allergische reacties

Antihistamine-premedicatie (bv. hydroxyzine of difenhydramine) dient te worden toegediend middels intraveneuze injectie ongeveer 20 minuten vóór aanvang van elke dinutuximab-infusie. Het is aanbevolen om het antihistaminicum om de 4-6 uur te herhalen zoals vereist tijdens infusie van Unituxin. Patiënten dienen gedurende 4 uur na voltooiing van de Unituxin-infusie te worden opgevolgd voor klachten en verschijnselen van infusiereacties.


Epinefrine (adrenaline) en hydrocortison voor intraveneuze toediening dienen onmiddellijk aan het bed voorhanden te zijn tijdens toediening van dinutuximab om levensbedreigende allergische reacties te bestrijden. Het is aanbevolen om bij behandeling van dergelijke reacties hydrocortison toe te dienen middels intraveneuze bolus, en epinefrine toe te dienen middels intraveneuze bolus om de 3-5 minuten op geleide van de klinische respons.


Afhankelijk van de ernst van de allergische reactie dient de infusiesnelheid te worden verlaagd of de behandeling te worden stopgezet.


Capillaireleksyndroom

De kans op capillaireleksyndroom is groter wanneer dinutuximab gelijktijdig wordt toegediend met IL-2. Het is aanbevolen om oraal metolazon of intraveneuze furosemide om de 6-12 uur toe te dienen, zoals vereist. Supplementaire zuurstof, ademhalingsondersteuning en albuminevervangingstherapie dienen te worden toegepast op geleide van de klinische respons.


Geneesmiddel niet langer geregistreerd

Kenmerkende klachten en verschijnselen zijn onder andere hypotensie, gegeneraliseerd oedeem, ascites, dyspneu, longoedeem en acuut nierfalen geassocieerd met hypoalbuminemie en hemoconcentratie.


Pijn

Ernstige pijn (Graad 3 of 4) treedt het vaakst op tijdens de eerste vierdaagse kuur met dinutuximab en neemt vaak af tijdens volgende kuren.


Voor ernstige pijn dient de infusiesnelheid van Unituxin te worden verlaagd tot 0,875 mg/m²/uur. Unituxin dient te worden stopgezet als de pijn onvoldoende onder controle kan worden gehouden ondanks verlaging van de infusiesnelheid en het toepassen van maximaal ondersteunende maatregelen.


Paracetamol dient oraal te worden toegediend 20 minuten vóór aanvang van elke dinutuximab-infusie en dient elke 4-6 uur te worden herhaald, indien nodig. Wanneer gelijktijdig IL-2 wordt toegediend is regelmatige toediening om de 4-6 uur aanbevolen. Bij aanhoudende pijn dient ibuprofen om de 6 uur oraal te worden toegediend tussen de doses paracetamol. Ibuprofen mag niet worden toegediend bij aangetoonde trombocytopenie, bloeding of nierfunctiestoornis.


Het is aanbevolen een opioïd, zoals morfinesulfaat, middels intraveneuze infusie toe te dienen vóór elke dinutuximab-infusie en voort te zetten als een intraveneuze infusie tijdens en tot 2 uur na voltooiing van de behandeling. Het is aanbevolen om, indien nodig, additionele intraveneuze bolusdoses van een opioïd toe te dienen voor behandeling van pijn tot eenmaal om de 2 uur tijdens dinutuximab-infusie. Als morfine niet wordt verdragen, kan fentanyl of hydromorfon worden gebruikt.


Lidocaïne kan worden toegediend als een intraveneuze infusie (2 mg/kg in 50 ml 0,9% natriumchlorideoplossing) gedurende 30 minuten vóór aanvang van elke dinutuximab-infusie en voortgezet via intraveneuze infusie met een snelheid van 1 mg/kg/u tot 2 uur na voltooiing van de behandeling. Lidocaïne-infusie dient te worden stopgezet als de patiënt duizeligheid, periorale gevoelloosheid, of tinnitus ontwikkelt.

Gabapentine kan worden toegediend bij aanvang van de morfine-premedicatie in een orale dosis van

10 mg/kg/dag. De dosis kan vervolgens worden verhoogd (tot maximaal 60 mg/kg/dag of 3600 mg/dag), indien nodig, voor behandeling van pijn.


Hypotensie

Intraveneus 0,9% (9 mg/ml) natriumchlorideoplossing voor injectie (10 ml/kg) dient te worden toegediend gedurende één uur vlak voor infusie van dinutuximab. Wanneer hypotensie optreedt, kan dit worden herhaald, of intraveneus albumine of erytrocytenconcentraat kunnen worden toegediend op geleide van de klinische respons. Het is aanbevolen om, indien nodig, ook vasopressortherapie toe te dienen om een adequate perfusiedruk te herstellen.


Neurologische stoornissen van het oog

Er kunnen oogaandoeningen optreden, vooral bij herhaalde kuren. Deze veranderingen verdwijnen na verloop van tijd gewoonlijk vanzelf. Patiënten dienen vóór aanvang van de behandeling een oftalmologisch onderzoek te ondergaan en te worden opgevolgd voor veranderingen in de visus.


Leverfunctiestoornis

Regelmatige opvolging van de leverfunctie is aanbevolen tijdens dinutuximab-immunotherapie.


Systemische infecties

Patiënten hebben kenmerkend een centraal veneuze katheter in situ en kunnen als gevolg van eerdere ASCT immuungecompromitteerd zijn tijdens behandeling, en zodoende risico lopen op het ontwikkelen van een systemische infectie. Patiënten mogen geen verschijnselen vertonen van systemische infectie en elke geïdentificeerde infectie dient onder controle te zijn alvorens met de behandeling te beginnen.


Afwijkende uitslagen van laboratoriumtests

Geneesmiddel niet langer geregistreerd

Er werden afwijkende uitslagen voor elektrolyten gerapporteerd bij patiënten die Unituxin kregen. Elektrolyten dienen dagelijks te worden opgevolgd tijdens behandeling met Unituxin.


Atypisch hemolytisch-uremisch syndroom

Hemolytisch-uremisch syndroom zonder gedocumenteerde infectie en resulterend in nierinsufficiëntie, afwijkende elektrolytuitslagen, anemie en hypertensie werden gerapporteerd. Er dienen ondersteunende maatregelen te worden toegepast, waaronder controle van hydratatiestatus, afwijkende elektrolytuitslagen, hypertensie en anemie.


Natriuminname

Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis. Dit betekent dat het nagenoeg ‘natriumvrij’ is.